Avi Mograbi over The First 54 Years

'Doordat ik mijn films kosteloos deel, blijven ze leven'

Avi Mograbi (met sik) in The First 54 Years

Samen met collega’s ging activist en regisseur Avi Mograbi succesvol in de clinch met de Rabinovich Foundation toen het Israëlisch filmfonds filmmakers tot zelfcensuur wilde aansporen. Moeizamer verloopt zijn strijd om films als The First 54 Years bij het publiek te krijgen. Festivals, masterclasses en een eigen website moeten helpen. “Stilzitten is geen optie, ik wil dat mijn films leven.”

“Ik heb een nieuwe productiemethode uitgevonden, waarbij de producent betaalt zodat kijkers de film kunnen zien”, zei Avi Mograbi in oktober 2021 tijdens het filmfestival van Gent.

Hij was daar met The First 54 Years – An Abbreviated Manual for Military Occupation, later ook vertoond op IDFA. Een film waarin Mograbi voor de camera en vanuit zijn woonkamer een fictieve handleiding voor een succesvolle militaire bezetting toelicht. “Producenten van over de hele wereld komen me vragen om een handboek te maken over hoe je op die manier films maakt. Ik heb al een titel: ‘Hoe verlies je je laatste cent?’”

Zelfspot en zelfrelativering zijn de Israëlische rebelse video- en filmmaker niet vreemd, maar Mograbi klonk ditmaal bitter. “Mensen zijn heel goed in het kijken naar verschrikkelijke dingen die anderen doen, maar de eigen gruweldaden zien blijkt te moeilijk.” Teleurgesteld ook: “The First 54 Years ontving geen subsidies in Israël, alle filmstichtingen verwierpen het project, van iedere televisiezender kreeg ik een njet. Zelfs de Israëlische filmfestivals haakten af. Terwijl hun taak toch is om te fungeren als luidspreker voor controversiële onderwerpen.”

In mei van dit jaar gaf Avi Mograbi op uitnodiging van SoundImageCulture in Brussel een masterclass, waar ik hem vroeg of The First 54 Years ondertussen de zalen haalde. “Nee”, is het antwoord, “daarom plaatsten we een Hebreeuws en Arabisch ondertitelde versie op een Facebook-pagina voor het Midden-Oosten en spendeerden we veel geld aan de marketing via sociale media. We richtten ons op Israël, Palestina en omliggende landen zoals Syrië, Libanon, Jordanië en Irak. Het is moeilijk om te weten hoeveel mensen de film ook helemaal uitgekeken hebben, maar velen zijn er alleszins mee in contact gekomen.”

Films zoeken kijkers
Op de website Avi Mograbi Filmmaker zijn The Reconstruction (1994), How I Learned to Overcome My Fear and Love Arik Sharon (1997), Happy Birthday, Mr. Mograbi (1999), Avenge But One of My Two Eyes (2005), Z32 (2008), Once I Entered a Garden (2012) en Between Fences (2016) gratis te bekijken.

Z32

“Wanneer films door niemand gezien worden zijn ze eigenlijk overbodig”, aldus Mograbi. “Daarom plaats ik ze op mijn website en YouTube. Zo’n twee jaar na de reguliere release is er, bij gebrek aan avontuurlijke televisiezenders en met distributeurs die enkel focussen op nieuwe films, nog amper interesse. Wanneer je als cineast je werk niet online beschikbaar maakt, blijft het in de la liggen en ziet niemand het. Doordat ik mijn films kosteloos deel met het publiek blijven ze leven.”

Hoe graag Mograbi ook zijn visie op cinema en actualiteit deelt bleek uit zijn levendige masterclass in Brussel met als thema ‘the filmmaker is present’. “Het ging over mijn aanwezigheid in mijn eigen films, mijn betrokkenheid bij de onderwerpen waar ik films over maak”, verduidelijkt Mograbi. “Dat zijn geen vrijblijvende cameo’s, het is verbonden met mijn engagement en het duidelijk politieke aspect van mijn werk. Ik wil als geëngageerd cineast en activist altijd iets zeggen over de politieke situatie in het Midden Oosten en tracht via mijn aanwezigheid in beeld de boodschap van de film te versterken.”

Die aanpak, die u omschreef als ‘fly-in-the-soup’, contrasteert met de ‘fly-on-the-wall’ benadering van andere documentairemakers. “Met de aanwezigheid van de filmmaker zeg je altijd iets over het maken van de film en over het feit dat wat je ziet op het scherm geen neutrale weergave van de realiteit is maar een soort gerecht dat iemand bereid heeft. Met fragmenten van de realiteit. De meeste films zijn zo, ook wanneer makers pretenderen een vlieg op de muur te zijn. Er staat altijd iemand achter de camera die beslissingen neemt over opnamen en montage. Het probleem begon toen Direct Cinema-aanhangers beweerden de realiteit vast te leggen. We komen niet tussen, leggen dingen vast die zouden gebeuren zonder onder aanwezigheid, was de stelling. Deze ideologie kon me nooit overtuigen.”

Meestal bent u een filmpersonage maar bij The First 54 Years een gids. “Mijn films beginnen steevast op een bepaalde manier, om dan een andere weg in te slaan en elders te belanden. De aanvankelijke opzet voor The First 54 Years was een film te maken met enkel getuigenissen. Getuigenissen van voormalige Israëlische militairen verzameld en gefilmd door de ngo Breaking the Silence, die ik in 2004 met anderen oprichtte en nog altijd mede bestuur. De jonge medewerkers begonnen met het verzamelen van getuigenissen vanaf het jaar 2000, omdat de dienstplichtigen die in het Israëlische leger zaten tijdens de tweede Intifada [van 2000 tot 2005, IDK] hun generatiegenoten waren. Acht jaar geleden besloten we de kloof tussen 2000 en 1967 te dichten en getuigenissen te verzamelen van soldaten die de beginperiode van de bezetting meemaakten. Als bestuurder nam ik alle video’s door om te bekijken hoe we ze zouden publiceren. We puurden er aanvankelijk korte films en compilaties van getuigenissen rond een bepaald thema uit. Maar ik realiseerde me dat er een grootschaliger verhaal te vertellen viel. Een waar ik als filmmaker-verteller in aanwezig ben.”

Waren de getuigenissen van The First 54 Years al gepubliceerd op de website? “Sommige wel, de meeste niet. Een aantal getuigenissen van na 2000 gingen al online op de site maar het bereik is eerder beperkt. Bovendien bepalen bezoekers wat ze zoeken en welke getuigenissen ze bekijken.”

The First 54 Years

Waarbij ze dreigen te verdrinken in het grote aanbod van zowel uitgeschreven als gefilmde getuigenissen. “Het is moeilijk om mensen te gidsen in een archief. Want dat is het eigenlijk. Het zijn ook voornamelijk onderzoekers die de site gebruiken. Omdat ik geen film uit naam van de organisatie wilde maken, vroeg en kreeg ik toestemming om een eigen stempel te drukken op het materiaal. Mijn eerste insteek was er een sobere aaneenschakeling van getuigenissen van te maken. Maar toen zag ik in dat je verslaafd aan informatie over de bezette gebieden moet zijn om dat als kijker te overleven. Om het te kunnen volgen, dien je de geschiedenis bovendien goed te kennen. Er was dus een moderator nodig om het publiek niet te verliezen. Bij het monteren van de getuigenissen voor de korte verhalen had ik intuïtief de cruciale beslissing genomen om enkel te focussen op acties, mechanismen, procedures en bevelen. In de interviews spreken de getuigen ook over andere dingen, die ik wegliet. Namelijk hun gedachten tijdens de gebeurtenissen en hun reflecties over hoe ze na hun dienstplicht meer naar de linkerzijde van het politieke spectrum evolueerden.”

Waardoor ze vanuit een ander standpunt gingen terugkijken op dingen. “Dat levert bedenkingen, analyses en interpretaties op. Die besloot ik te vermijden, ik heb me geconcentreerd op wat ze gedaan hadden. Onbewust had ik zo besloten om een handboek te maken. Ik noemde het alleen nog niet zo. Pas bij het structureren begreep ik dat getuigenissen alleen niet zouden volstaan en groeide het idee van het handboek die de strategie van de bezetter belicht. Daardoor ontstond de nood aan een expert die de kijker gidst. Enter Avi Mograbi!”

Plus een opdeling in drie hoofdstukken en drie periodes die het betoog schragen: de eerste periode van 1967 tot 1987, de middelperiode tot begin jaren 2000 en de derde van 2010 tot nu. “Wat het meeste indruk op mij maakte was oudere mensen te zien en te horen hoe ze spreken. Ze namen door de tijd afstand van de emoties van het moment. Terwijl je bij de jonge sprekers in deel drie, met interviews opgenomen in 2008 toen ze rond de 25 waren, een ander soort energie ziet. Ze zijn nog altijd onder de indruk van hun dienstperiode. Voor mij is dit kennis die van vader op zoon wordt doorgegeven. In atletiek heb je een stok die tijdens een aflossingsrace wordt doorgegeven, en binnen het leger vindt ook zo’n estafette plaats. We ontdekten dat de mechanismen gelijklopend waren. In de vroege jaren trachtte de regering de bezetting voor te stellen als ‘verlichte bezetting’ maar eigenlijk was het even donker als de rest en bestonden alle procedures toen al. Het bewustzijn was misschien anders maar de basis lag er.”

Met name het proces van ontmenselijking. Bezetters ontmenselijken zichzelf en behandelen hun slachtoffers als gezichtsloze figuren. “Dat leerden we van de Britten die de Palestijnen controleerden tot 1948. Israël bedacht het niet, de geestesgesteldheid van onderdrukking is geen nieuw gegeven. En evenmin exclusief voor de regio. Toen we een online screening voor filmmakers van The First 54 Years organiseerden, merkte een Indische deelnemer op: dit is precies wat wij momenteel in Kasjmir doen. Israël heeft niets uitgevonden. Groot-Brittannië deed het in Noord-Ierland, Frankrijk in Algerije. Het trieste is dat het bij ons nog altijd doorgaat.”

Het einde lijkt niet in zicht. Integendeel, het escaleert verder. “We zijn aan de volgende 54 jaar begonnen. Het erge is dat men het in Israël normaal is gaan vinden. Het is natuurlijk altijd moeilijk om van binnenuit naar jezelf te kijken. Voor jou is het ook makkelijker om naar mij te kijken dan naar jezelf. Toen ik de film in Frankrijk vertoonde was er een progressieve professor sociologie die zei: hoe kunnen Joodse mensen die meegemaakt hebben wat de nazi’s hen hebben aangedaan daar niets uit geleerd hebben en zo gruwelijk omspringen met Palestijnen? Mijn antwoord was: hoe kunnen Fransen die vreselijke dingen meemaakten tijdens de Duitse bezetting zich later in Indochina en Algerije misdragen?”

Helaas leren mensen niet uit geschiedenis, zelfs niet uit eigen ervaringen, en vervallen ze snel in onmenselijk gedrag. “Het zou een mooie wereld kunnen zijn wanneer we zouden leren van fouten van onszelf en anderen. Het pijnlijke is dat we weigeren om lessen te trekken uit het verleden. We herhalen wel dat we beter zullen zijn, maar we worden nooit écht beter.”

Ook al omdat, zoals uw ‘handboek’ aangeeft, er een systeem in de waanzin zit en acties verbonden zijn met structuren. “Bezetting gaat over corrumperen, niet alleen van de soldaten maar ook van de slachtoffers. Het principe ‘verdeel en heers’ corrumpeert bewust de bezette gemeenschap. Israël zaait verdeeldheid door corruptie in de hand te werken.”

U opent de film met de herinnering van een soldaat die een oude man op een ezel van zijn land verjoeg en dat beeld niet uit zijn geest krijgt. Een andere illustratie van schuld- en schaamtegevoelens is de man die de houten honkbalknuppel waarmee Palestijnen geslagen werden toont maar niet in de camera durft te kijken. “Het verhaal van de oude man en de ezel is eigenlijk het motto van de film. Wij zijn jonge soldaten die gestuurd worden om een stuk land te bewaken dat aan iemand toebehoort, en wanneer diegene komt om zijn grond te bewerken sturen we hem weg. Dat is het verhaal van de bezetting: we hebben dit land genomen, het bezet voor een tijdelijke periode, bezetting is altijd zogenaamd tijdelijk, maar wat we doen is ons land toe-eigenen en mensen verjagen. Daarom is dit de eerste getuigenis en volgt er daarna een zwart beeld. Een beetje als een motto van een boek. Die ex-militair die de knuppel heeft bewaard, is een bekend muzikant in Israël. Die knuppel is het symbool van zijn trauma…”

…een extensie van zijn ziel. “Het is geen souvenir. Het is een middel, een manier om te herinneren wie je bent en waar je vandaan komt. Daarom heb ik als filmmaker ook geen verbaal statement van hem nodig, het tonen van de knuppel volstaat om te begrijpen wat hij denkt en voelt.”

Er zijn parallellen maar ook verschillen tussen de verschillende hoofdstukken. “Eerst en vooral is er natuurlijk een leeftijdsverschil. De oudste getuige is 94, hij stierf in 2020. Hij was een schoolkameraad van mijn vader, een leuk toeval, en hij was een belangrijke figuur in het Israëlische leger. Uiteindelijk werd hij generaal, als hoofd van de militaire inlichtingendienst, maar dat geef ik niet aan in de film. Bewust, want het gaat over zijn positie in 1967. De jongste getuigen zijn twintigers. Waardoor we dus van grootvaders tot kleinkinderen gaan.
“Het interessante is dat sommigen heel emotieloos zijn, anderen juist emotioneel, maar bij sommigen zie je iets in hun ogen dat veelzeggend is. Een visueel teken dat niet verbaal wordt uitgedrukt. Ook de achtergronden vond ik boeiend. De meeste getuigen werden thuis geïnterviewd en niet toevallig nemen ze plaats voor hun boekenkast: een symbool voor kennis en sociale positie. The First 54 Years is eigenlijk een groepsportret. Niet van de Israëlische samenleving, maar van een groep mensen die tegen de bezetting zijn. Het is misschien geen flatterend groepsportret, maar wel veelzeggend. Links bestaat in Europa en Israël uit intellectuelen, academici, leden van de midden- en hogere klasse. Doordat activisten en progressieven enkel uit een bepaald deel van de maatschappij komen, raakten we geïsoleerd. In Latijns-Amerika bestaat er iets als populair-links maar bij ons blijft links een middenklasse-fenomeen.”

Epiloog
Er was begin 2023 heel wat te doen om de ‘loyauteitseed’, een verbintenis om geen politiek delicate onderwerpen aan te snijden in films, die de Rabinovich Foundation (een van de belangrijkste Israëlische filmfondsen) wilde afdwingen van subsidie aanvragende Israëlische filmmakers.

U was fel tegenstander van deze eis, die aan de blacklisting-periode in Hollywood doet denken. “Die clausule, een poging om van de filmindustrie een propagandamachine te maken, is twee maanden geleden verwijderd nadat een petitie van een groep filmmakers met naast mezelf onder andere Ari Folman, Nadav Lapid, Hagai Levi, Guy Nativ en Eran Korilin leidde tot onderhandelingen met de stad Tel Aviv, de belangrijkste sponsor van de Rabinovich Foundation, en de directeur van het fonds. Het heeft misschien ook te maken met een meer algemeen protest in Israël tegen het regeringsbeleid, met massale demonstraties. In ieder geval werd de voorwaarde geschrapt. Daar zijn we heel blij om.”

Waren er tijdens de masterclass in Brussel reacties die u verrasten? “De masterclass en de Q&A’s na vertoningen van The First 54 Years en Happy Birthday, Mr. Mograbi leverden geen extreme of verbazingwekkende reacties op. Maar een vrouwelijke toeschouwer maakte wel een interessante bedenking die aansluit bij waar ik zelf over nadenk. Ze stipte aan dat The First 54 Years heel minimalistisch is terwijl films zoals Happy Birthday, Mr. Mograbi veel speelser en meer uitgekiend creatief zijn. Daar denk ik zelf vaak over na. Ik vraag me af of het ermee te maken heeft dat ik inmiddels ouder ben, of dat ik gewoon ernstiger, minder speels en creatief ben geworden. Dat antwoorde ik haar. Zij repliceerde dat mijn minimalisme gepaard gaat met subtiele technieken en turbulente onderstromen. Een mooi compliment wat mij betreft.”