Berlinale 2021, blog 2

Loskomen van kolonisatie

Avi Mograbi (met sik) in The First 54 Years

Toch nog een publiek toegankelijk evenement op de virtuele Berlinale komende vrijdag: Decolonizing Cinema. En: waarom Avi Mograbi een sikje liet staan.

Volgens de geduchte Israëlische documentairemaker Avi Mograbi is de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden geen gewone militaire bezetting, maar een koloniale bezetting. Dat legde hij uit tijdens de online Q&A na de wereldpremière op de Berlinale van The First 54 Years, an Abbreviated Manual for Military Occupation. Een met ironie gepresenteerd, maar daarom niet minder onthutsend feitenverhaal.

Niet toevallig dus dat Mograbi ook een van de sprekers is op het online event Decolonizing Cinema, een van de weinige Berlinale-onderdelen dat deze week gewoon voor het publiek toegankelijk is. Het programma, dat komende vrijdag plaatsvindt, wordt georganiseerd door het aan de Berlinale verbonden World Cinema Fund en omvat diverse talks en panels met een focus op Afrika en Latijns Amerika. Het energieke Keniaanse Nest Collective is ook van de partij.

Het geval wil dat de meeste door het WCF gesteunde films geproduceerd worden in landen die met kolonisatie te maken hebben gehad. Hoe werkt dat nog door en hoe kunnen filmmakers zich daarvan losmaken? Neem alleen al het feit dat veel filmmakers in die landen toch weer van Europees geld afhankelijk zijn om films te kunnen maken. En dat is maar één voorbeeld; tijdens het evenement zal het onderwerp van allerlei kanten worden belicht.

Garderie nocturne

Dat die aandacht zeker nodig is kan je al afleiden uit het feit dat er maar één (lange) film uit sub-Sahara-Afrika voor de Berlinale is geselecteerd: het door het WCF gesteunde Garderie nocturne uit Burkina Faso. De eerste lange film van Moumouni Sanoumet is een bescheiden, maar met liefdevolle aandacht gemaakte documentaire over twee oudere vrouwen die een babyopvang runnen voor moeders zich ’s nachts aanbieden op straat.

Een andere spreker is de Egyptische filmmaker Ayten Amin, op het festival aanwezig met het drama Souad. Een inkijkje in de leefwereld van Egyptische tieners, intiem en close drama dat harder aankomt dan je verwacht. De verborgen worsteling van de negentienjarige Souad, die het maar niet lukt om uit te vinden wie ze is. Iemand die op sociale media een alterego presenteert dat weinig te maken heeft met de onzekere jonge vrouw die ze is, die weliswaar vrijmoedig plezier maakt met vriendinnen maar ook de conservatieve druk voelt van haar familie.

Souad

Hoe een Europese blik ongemerkt binnensluipt realiseerde ik me onverwachts toen ik de Franse (zonder WCT-steun gemaakte) documentaire Nous van Alice Diop zag, geselecteerd voor de Berlinale-competitie Encounters. Met een Parijse stadstrein als gids rijgt Diop met perfecte onbevangenheid een reeks portretten aan elkaar van mensen (en kinderen) die daar leven, werken en plezier maken. Al snel ontdek je dat al die geportretteerde voorstadbewoners zwart, of op zijn minst van Noord-Afrikaanse afkomst zijn. Een van hen blijkt familie van de filmmaker, wat me, moet ik met enige schaamte bekennen, even in verwarring bracht. Tot ik bedacht: de filmmaker is natuurlijk gewoon een zwarte Franse vrouw. Dat er ook Senegalese filmmakers met de naam Diop zijn had ik even over het hoofd gezien.

Vergeleken met dergelijke films lijkt Mograbi’s The First 54 Years een buitenbeentje, maar ook deze Frans/Fins/Israëlisch/Duitse productie kon niet zonder het WCT. Hoe Israëlisch het onderwerp ook is, de maker heeft tot nu toe nog geen vertoning (cinema of tv) in eigen land kunnen regelen. Een film die niemand wil zien over een onderwerp dat onzichtbaar is geworden, zoals hij het in de Q&A met gevoel voor ironie omschreef.

The First 54 Years

Juist het feit dat de bezetting uit de belangstelling van de (ook internationale) media is verdwenen was voor Mograbi een belangrijke drijfveer. Het hart van The First 54 Years bestaat uit getuigenissen van Israëlische soldaten die de bezetting in praktijk moesten brengen. Hun verhalen werden verzameld door de organisatie Breaking the Silence. Ze maken duidelijk hoe verdeel-en-heers-tactieken en allerlei vormen van intimidatie, geweld en willekeur routine werden.

Mograbi, sinds 2004 betrokken bij Breaking the Silence, wilde aanvankelijk een sobere film maken, uitsluitend opgebouwd uit deze getuigenissen. Die zijn op zich ook al onthutsend genoeg. Maar hij was bang dat het dan alleen iets voor ingewijden zou worden. Om het voor een breder publiek tot leven te wekken, illustreert hij de verklaringen met archiefbeelden uit allerlei bronnen, vaak ook geschoten door soldaten of Palestijnen zelf. Een groot deel van de kracht van de film schuilt in het feit dat Mograbi niet mikt op spectaculaire excessen, maar juist op alles wat gaandeweg routine werd.

De finishing touch is echter het onverwachte idee om het te presenteren als een handleiding voor een bezettingsmacht. Daartoe komt Mograbi persoonlijk in beeld. Hij speelt zelf de cynische instructeur die stap voor stap uitlegt hoe je zo’n monsteronderneming aanpakt en de onvermijdelijke opstanden de kop indrukt. De ironie van deze aanpak zit de filmmaker als gegoten, wat niet wegneemt dat hij toch enige afstand wilde creëren tussen hemzelf en het ‘machiavellistische’ personage dat hij speelt. Vandaar dat hij een sikje liet staan. Hij was blij dat hij het na de opnamen weer af kon scheren, bekent hij.


Decolonizing Cinema vindt op vrijdag 5 maart van 14.00 tot 17.30 uur gratis online plaats.