Abel Ferrara en Jacqueline Bisset over Welcome to New York

'Het is instinctual shit, weet je?'

Welcome to New York

Het is verwarrend. Welcome to New York is overduidelijk een aanval op ex-IMF-topman Dominique Strauss-Kahn. Twee vermeende aanrandingen, waarvoor hij nooit is veroordeeld, komen als vleselijke feiten in beeld. Maar als je het daarover wilt hebben, geven regisseur Abel Ferrara en actrice Jacqueline Bisset niet thuis.

Het zijn vreemde gesprekken over een vreemde film, de interviews in Cannes met regisseur Abel Ferrara en actrice Jacqueline Bisset over Welcome to New York. De hype was een succes: hoewel de film officieel niet welkom was in Cannes, had Ferrara tijdens het festival brutaalweg een eigen vertoning in de badplaats georganiseerd. Door te dralen met het openen van de zaal, ontstond bovendien een flink gedrang op de Croisette — wat natuurlijk weer de nodige aandacht trok van voorbijgangers.

Als klap op de vuurpijl ontlokte de film, die vanaf datzelfde moment in heel Frankrijk via VOD te zien was, op de valreep de gewenste reactie aan de geportretteerde: Dominique Strauss-Kahn zelf liet, bij monde van zijn advocaat, weten te broeden op een rechtszaak wegens smaad. Schandaal binnen, succes verzekerd.

Maar net als de film zelf (die nu ook in Nederland on demand te zien is) leveren de interviews veel verwarring op. In de film wordt het personage dat overduidelijk op DSK is gebaseerd ‘Devereaux’ genoemd. Uit juridische overwegingen? “Nee”, zegt Ferrara, “omdat het geen documentaire is.” Maar hij heeft wel juridische overwegingen om daarover verder te zwijgen: “Volgens mijn advocaten moet ik op mijn woorden passen.”

DSK/Devereaux wordt gespeeld door Gérard Depardieu, een acteur die, net als DSK zelf, berucht is om zijn politieke arrogantie: liever dan belastingen te betalen in Frankrijk koos hij voor het Russische staatsburgerschap, dat hem persoonlijk werd toegekend door Poetin. Veel critici merkten op dat je in Welcome to New York, waarin veel wordt geïmproviseerd, vaak niet meer weet of je naar DSK/Devereaux zit te kijken of naar Depardieu zelf.

Sommige critici vonden dat een mooie vermenging van niveaus. Maar was het de bedoeling? Ferrara geeft er geen uitsluitsel over. “Het is instinctual shit bij hem, weet je?”, zegt hij over Depardieu’s interpretatie. En: “Hij gaat voor je hart, weet je? Hij schiet uit de heup, weet je?” Nou nee, eigenlijk weet ik dat niet. Is dat een antwoord? Maar Ferrara is alweer elders met z‘n gedachten.

Überhaupt geven regisseur en actrice over weinig dingen uitsluitsel. En als ze het wel doen, spreken ze zichzelf kort daarna weer tegen. Ook veranderen hun antwoorden gaandeweg vaak in antwoorden op heel andere, nooit gestelde vragen. Of ze vervallen in onsamenhangende bijzinnen totdat ze de draad kwijt zijn en er maar het zwijgen toe doen. Jacqueline Bissets favoriete opmerking, die ze in een half uur, goed geteld, veertig keer gebruikt, is ‘I don’t know’, meestal met een uitroepteken. Ze klinkt aangevallen en defensief – ook als niemand haar aanvalt.

Ferrara heeft een gruizige, slepende stem en klinkt als een kruising van een oude rocker en een oude hippie – van “We’re all in the film thing, you know?” tot “Hey, that’s how you roll, man!” Niet dat hij onaardig is, zeker niet. Maar als je vraagt waarom hij Bisset castte, zegt hij (en ik citeer letterlijk): “Just her intelligence, her fucking attitude, her thing, you know? I thought she really, you know… She’s beautiful, you know… And she’s in the age range, she’s like… She’s… I thought she really… I think she knows… I know she does. And she’s been with crazy guys! She knows the fucking drill.” Natuurlijk poets je als journalist de spreektaal van geïnterviewden altijd wat op, maar hier weet ik niet waar te beginnen.

Maar goed. We doen een poging. Meneer Ferrara: waarom Devereaux? “Het is geen documentaire!” Oh ja. “Deze shit is allemaal ook al drie jaar geleden. Het interesseert niemand meer.” Maar iedereen weet dat hij DSK is! (Zelfs Ferrara zelf heeft het tijdens het interview over “Dominique, oh sorry, ik bedoel Devereaux”). Julius Caesar heet toch ook gewoon Julius Caesar? “Ja, dat is een goeie vraag… maar die is dood!” Een triomfantelijke glimlach. En Jordan Belfort in The Wolf of Wall Street (2013)? Die hield ook zijn eigen naam. “Ja…” Stilte.

Laat ik hem helpen. Is de verwarring tussen feit en fictie misschien juist de bedoeling? “Precies!” Ferrara veert op. “Daarom heb ik die beginscène.” In de proloog spreekt Depardieu, als zichzelf, over de rol die hij gaat spelen en zegt hij dingen als “I hate politicians” en “I don’t trust politics”. Een beetje moeilijk verteerbaar, gezien zijn omarming van Poetin. Maar misschien is ook dat deel van de bedoelde verwarring.

Wat niet wil zeggen dat Ferrara geen mening heeft over het financiële denken dat door DSK/Devereaux/Depardieu wordt vertegenwoordigd. Een begintekst in de film meldt dat, hoewel privé-scènes noodgedwongen fictief zijn, de rest allemaal is gebaseerd op bronmateriaal over de DSK-affaire.

Dus goed, kom maar op: wat heeft al die research onthuld? En laat ik Ferrara’s antwoord, voor het idee, even verbatim doen. “You know, what is the whole point of, I mean, what is the World Bank? You know. Billions of dollars, money, you know… What is… You know, you research: what do they even do? What do people do at the World Bank? You know, really. And believe me, I went into it. And they have power, money, power… You know, but in my… The power of the currency, the power… I mean, what is the strength of the American dollar? You know, the strength of the American dollar is based on the power of the American military. It’s basically: we say whatever the fuck it’s worth. You got a problem? Saddam Hussein had a problem with it – where’s Saddam Hussein, right? The guy from Libya, constantly badgering people, all his guys take gold for oil, gold for oil – what happened to him? You know, the American dollar is not worth anything, the other guy… You know. Where there’s money, that’s where it’s at. As long as we… As long as my army is eh… But you dig. It’s like… So it becomes a little bit about that.

Tja.

Ik probeer me voor te stellen hoe de gesprekken tussen Ferrara en Thierry Frémaux, chef van Cannes, zijn verlopen. Niet gemakkelijk, lijkt me. Want: er is wel degelijk overleg geweest over een mogelijke selectie van Welcome to New York door het festival. Alleen zou Frémaux dan graag een paar wijzigingen hebben gezien.

Wat voor wijzigingen denkt Ferrara dat hij bedoelde? “Dat hoef ik niet te denken, dat weet ik! Ik kreeg een lijst van hier tot ginder!” Maar geen grijze haar op zijn hoofd die eraan dacht iets te wijzigen. “Dude! Ik ben een film aan het maken over Pasolini! Die stierf op het strand voor zijn vrijheid. En dan zou ik mijn film gaan veranderen omdat een of andere klootzak dat zegt? No man!” En dat nota bene in Cannes. “Je zet op je festivalposter, de film, weet je, die de absolute fucking vrijheid van de regisseur verbeeldt – en dan regisseurs vragen hun film te veranderen?! You gotta be kidding me. Als je de final cut niet hebt, ben je de regisseur niet.” Maar om wat voor veranderingen ging het dan? “Nou ja, ik wil niet…” Zijn stem dwaalt af. Stilte.

Eén ding lijkt tenminste duidelijk: Welcome to New York is een afrekening met DSK. Dat de film een minimale verklaring biedt voor diens gedrag, namelijk dat zijn seksuele gulzigheid een ‘verslaving’ zou zijn, doet daaraan weinig af. De belangrijkste stellingname is, dat twee aanklachten die door rechtbanken zijn verworpen (DSK’s aanranding van een kamermeisje en een poging tot verkrachting van een journaliste) in Welcome to New York duidelijk als feiten worden gepresenteerd. Ook zien we dat DSK/Devereaux/Depardieu op een gegeven moment tegen zijn echtgenote/Bisset schreeuwt, over de aanranding van het kamermeisje: “Ik heb me alleen maar afgetrokken op haar mond!”

Wat betekent dat vervolgens voor Bissets idee over de voortgaande steun van haar personage voor DSK/Devereaux? “Ze zijn getrouwd! Dat is een heel, heel belangrijke gelofte. Dat doe je in voor- en tegenspoed. Als je van hem houdt, blijf je aan zijn zijde.” En ja, dat vindt Bisset ook zelf: “Ik zou in werkelijkheid absoluut hetzelfde doen! Ik vind onze samenleving zo hypocriet. Ik houd van sterke mannen. Mannelijke mannen. Net als Depardieu. Mannen met een grote gulzigheid — in werk, in eten, in drinken, in seks. Dat is moeilijk voor de vrouwen die van hen houden, ja. Maar is het verkeerd? Iedereen wordt boos als je je niet houdt aan culturele normen van hoeveel vrouwen je mag hebben. Maar het zit in de natuur van de man dat hij zijn zaad wil verspreiden. Er zijn ook culturen waarin echtgenotes zich aanbieden aan de vrienden van hun mannen, uit beleefdheid. Is dat dan verkeerd? I don’t know. I don’t know!

Maar we hebben het hier niet alleen over vreemdgaan, maar over verkrachting. “Dat weet ik niet. Ik weet niet of hij iemand verkracht heeft. I don’t know!” Maar hij geeft het toe, in de film. “Nee, dat doet hij niet.” Hij zegt: ik heb me afgetrokken op haar mond. “Noem je dat verkrachting?” Bisset kijkt oprecht verbaasd. Ja, zeg ik, dat noem ik verkrachting – of op zijn minst aanranding. Dus als haar personage, wanneer ze dat eenmaal weet, nog steeds achter haar echtgenoot blijft staan, keert ze zich daarmee automatisch tegen de pogingen van het kamermeisje om haar recht te halen. De aanrandende grootkapitalist steunen tegen het arme kamermeisje — feministen zullen daarvan niet blij worden. “Ik weet niet wat feministen hiervan vinden. Ik heb het in de jaren zeventig wel een beetje gevolgd, maar ik vond het allemaal nogal verwarrend. Sommige dingen die feministen zeiden waren intelligent. Maar vaak vond ik ze onrealistisch.” En ze gaat verder met haar rechtvaardiging van vreemdgaan, de aanranding nogmaals negerend.

Kortom: we hebben een film over DSK, uitputtend geresearcht, die niet over de actualiteit gaat, maar misschien wel over Depardieu, waarin we zien hoe Devereaux zich schuldig maakt aan de aanrandingen waarvoor DSK in werkelijkheid is onderzocht en vervolgd – maar niet officieel veroordeeld – maar toch gaat de film volgens Ferrara niet over DSK en is hij in de ogen van Bisset eerder een pleidooi voor begrip voor een ‘gulzige man’.

Als verwarring het doel was – en dat meenden meerdere critici – dan zijn film en interviews geslaagd.