Venetië 2025: Na After the Hunt
Luca Guadagnino over MeToo (of toch niet)
After the Hunt. Still: Yannis Drakoulidis
Staat After the Hunt aan de kant van woke jongeren die MeToo aanklagen op een universiteit, herkauwt de film juist regressieve standpunten van de oudere generatie of zoekt regisseur Luca Guadagnino geforceerd controverse? Filmkrant bespreekt.
Hoe interessant! Luca Guadagnino’s After the Hunt, een MeToo-verhaal op een universiteit (een beetje à la Tár, 2022), zit vol gesprekken en confrontaties tussen de oudere en jongere generaties, hier grofweg: docenten en studenten. Maar waar ik – KEES – het voor 95 procent eens ben met wat de woke jongeren zeggen en daarmee ook het gevoel heb dat de film (niet al te opzichtig, maar toch) hun kant kiest, kwamen twee Filmkrant-collega’s de zaal uit met een andere indruk: dat de film zich juist schaart achter de regressieve reacties van de oudere generatie of zelfs helemaal geen positie heeft.
Ook op de persconferentie over After the Hunt werd die vermeend regressieve houding van de film zelf (en dus niet alleen van sommige personages) onderwerp van debat.
De film, die ik erg onderhoudend vond maar waarvan ik, zoals in een eerdere blog opgemerkt, niet meteen wist of hij verder ook nog iets te melden had over het MeToo-onderwerp, werd hierdoor voor mij direct een stuk interessanter.
Als Guadagnino zich zo exact midden in het debat weet te plaatsen dat mensen die politiek vlakbij elkaar staan – zogezegd uit dezelfde bubbel komen – er met diametraal tegenovergestelde impressies uit kunnen komen, heeft ie hoe dan ook iets te pakken. Iets van de tijdgeest. Iets van waar de pijnpunten zitten.
Ik denk dat ik de film een tweede keer moet zien – liefst met de pauzeknop – voor een betere analyse. Maar hier alvast een eerste slag ernaar.
KEES: Keuze voor woke
Elke partij in de film krijgt de gelegenheid om de eigen standpunten uit te leggen en die worden, wat mij betreft, niet gekarikaturiseerd. Het zijn ook niet louter slogans, ze zijn geschreven alsof uitgesproken door echte mensen – dus inclusief de echte emoties, shortcuts en uitvergrotingen die daarbij komen kijken.
Waarom denk ik dan dat de film de kant van de woke jongeren kiest? Vooralsnog, na één keer kijken, vanwege vijf punten.
A) Het zijn de volwassenen die telkens hun zelfcontrole verliezen, niet de jongeren. De volwassenen worden woedend, honend, gemeen – de jongeren houden zichzelf veel meer in de hand. Het doet de jongeren redelijker overkomen. En dus geloofwaardiger.
B) Een paar keer vat een jongere kalmpjes de voorafgaande monoloog van een oudere persoon bondig samen om een interne contradictie te laten zien; deze academische autoriteitsfiguren, van wie het de taak is studenten in hun intellectuele ontwikkeling te begeleiden, wijzen dat direct en fel af.
C) Het zijn niet, zoals je bij zo’n onderwerp zou kunnen verwachten, vooral de rebellerende jongeren, maar de autoriteitsfiguren die geëmotioneerd hun stem verheffen over woke onderwerpen. Het zijn vaker de jongeren die academisch klinken. Een omkering die overigens niet onrealistisch is.
D) Een lichte spoiler, maar ik meen dat over het centrale punt van discussie – of een docent, in een situatie waarbij geen anderen aanwezig waren, wel of niet een student heeft aangerand dan wel of zij een valse aangifte heeft gedaan – de film tegen het einde de docent nadrukkelijk alsnog verdachter maakt. Met name één vrij grof plotpunt lijkt alleen om die reden toegevoegd. Dat komt neer op partij kiezen.
E) En dan: het liegen. In wezen het centrale onderwerp van de film: wie geloven we en wie liegt? Hierbij hoort ook de ironie en het sarcasme waarmee de oudere, gearriveerde generatie de jongeren voortdurend bejegent en die je kunt zien als een (cultureel geaccepteerde) vorm van liegen: het is een manier om je echte mening te verhullen en je beledigingen als ‘maar een grapje’ te maskeren. Jongeren reageren consequent serieus – earnest, zoals de Engelsen zeggen.
Belangrijker zijn echter de momenten waarop we zien dat autoriteitsfiguren die het professioneel over de waarheid en de moraal hebben, in grove en uiterst hypocriete mate liegen en bedriegen – van het breken van het beroepsgeheim door een therapeut in een bar (die informatie van haar jongere cliënt doorspeelt aan een docent die daar baat bij kan hebben) tot het stelen van receptenbriefjes van een arts door een filosofiedocent om stiekem medicijnen te scoren. De jongeren zien we als ik me goed herinner nergens aantoonbaar liegen – laat staan over iets moreel gewichtigs. En aangezien de hoofdvraag van de film is: wie liegt, de jongere of de volwassene, lijkt de suggestie en dus de positie van de film hier duidelijk.
Roosje: Niet authentiek

After the Hunt is niet woke, want de film is helemaal niet geïnteresseerd in MeToo. Is dat dan regressief? Geen idee – in ieder geval is het cynisch. MeToo is slechts het toneel waar de gesimplificeerde generatieverschillen zich afspelen.
PhD-student Margaret ‘Maggie’ Resnick (Ayo Edebiri) is een jonge zwarte vrouw die zich tegengewerkt voelt door het patriarchaat. Ondertussen is ze de dochter van miljardairs, die ‘de halve school’ hebben gedoneerd. Had ze echt moeite om op Yale binnen te komen? Het lijkt er niet op, want briljant is ze niet en toch is ze het lievelingetje van docent Alma Olsson (Julia Roberts).
De docenten denken dat ze haar scriptie heeft overgenomen van de beroemde Italiaanse filosoof Giorgio Agamben (het soort plagiaat dat zo flagrant is dat het ongeloofwaardig lijkt, maar dat terzijde). Ze woont in een “appartement tien keer zo goedkoop als ze zich kan veroorloven” en datet de non-binaire Alex, alleen, zo stelt Alma, om te laten zien hoe vooruitstrevend ze is. De film lijkt dat te onderschrijven: vijf jaar later zijn ze uit elkaar en nu is ze samen met een succesvolle, oudere vrouw. “Wil je haar foto zien?”, vraagt ze terwijl ze haar prestaties opsomt.
Alma zit ondertussen vast in een huwelijk met een man die ze niet uit kan staan. Ze liegt over waar ze uithangt, is stiekem verliefd op haar mededocent Hank (Andrew Garfield) en doet alsof ze niet drinkt tijdens het werk, maar is een alcoholist. Hank en Alma staan op het punt om tenure krijgen, de uiterst gewilde vaste aanstelling aan de universiteit, waarmee ze “above all accountability” zullen staan. Maar zo ver is het nog niet.
Het klopt dat de film Hank neerzet als een verkrachter, maar ontegenzeggelijk is dit bewijs niet. Hank is misschien een creep, maar (spoiler!) Maggie geeft uiteindelijk toe dat ze wilde zijn zoals Alma, en ze weet (spoiler!) dat die toegaf te hebben gelogen over haar eigen verkrachting (of dit nou een leugen is of niet, dat wil zeggen, of Alma nou wel of niet verkracht is, dat laat de film ook weer in het midden – maar het is duidelijk dat Alma vindt dat ze heeft gelogen). Heeft Maggie dan ook gelogen, om ‘te zijn zoals Alma’? Het wordt allemaal bewust vaag gehouden. In ieder geval ziet Maggie er precies uit zoals Alma: eenzelfde witte enkelbroek, dezelfde loafers, dezelfde zwarte nagellak en lange gouden halsketting (Alex is verbaasd dat Maggie deze ketting draagt: “Heeft je moeder ’m achtergelaten?”, vraagt die, waarmee de film suggereert dat Maggie er niet altijd zo heeft uitgezien.)
De indruk ontstaat misschien dat de docenten grotesker worden neergezet, maar dat is geen keuze voor de studenten, alleen blijk van de cynische keuze om iedereen als karikatuur neer te zetten. Dat de studenten kalm blijven, maakt hen bovendien niet geloofwaardiger: ze leven immers in een wereld los van de realiteit en denken alleen in abstracte termen. De docenten liegen, de studenten zijn poseurs. Uiteindelijk zijn ze allebei niet authentiek.
Zo werkt de film zich naar de (voor mij oninteressante) conclusie: dat de ethici aan de filosofiefaculteit van Yale helemaal niet ethisch zijn, maar zich alleen maar voordoen als goede mensen. Was moraliteit vroeger een kwestie van het juiste doen, van plicht, tegenwoordig wordt wat goed en slecht is bepaald in de court of public opinion. Juist is wat juist lijkt. Die court of public opinion, dat zijn wij, de kijkers. En daarom voltrekt de film zich bewust in een schemergebied. Daarom zien we niet wat zich afspeelde in Maggie’s appartement. Wij bepalen of Maggie is verkracht of niet. He said, she said, we decide.
After the Hunt zit vol verwijzingen naar Foucaults uitbreiding op het Benthams panopticon – de gevangenis van glas. Iedereen houdt elkaar dan ook voortdurend in de gaten. Dat de misdaad zich in de privésfeer voltrekt, weg van het toeziende oog van de maatschappij, is dan ook relevant. Kleine kanttekening: Foucault stelt niet dat we alleen het juiste doen wanneer we bekeken worden, maar dat we het toeziend oog internaliseren. De constante mogelijkheid om bekeken te worden, leidt volgens Foucault tot een disciplinaire maatschappij waarin mensen zichzelf reguleren. After the Hunt stelt juist dat we achter gesloten deuren anders zijn: de controle komt hier van buitenaf.
Is de film interessant omdat mensen er met verschillende interpretaties uitkomen? Volgens mij niet. Want de film mist de nuance waarmee hij pronkt. Het hele verhaal is opgezet om geen duidelijke antwoorden te bieden, maar zegt ondertussen niets nieuws over de kwestie MeToo, behalve: kijk hoe complex deze situatie is. Dat scenario is natuurlijk juist bedacht om geen duidelijke antwoorden te kunnen bieden. Die complexiteit weerspiegelt dus helemaal niet de morele complexiteit van de werkelijkheid; het is een bedachte complexiteit.