Venetië 2024: Baby Invasion
Harmony Korine’s narcosetrip door het internet
Harmony Korine’s omstreden filmexperiment Aggro Dr1ft verdeelde vorig jaar het filmfestival van Venetië in twee kampen. Hooggespannen verwachtingen dus voor opvolger Baby Invasion. Het is zeker geen Aggro Dr1ft, maar wat Baby Invasion wel is, blijkt lastig te zeggen.
Dé film die voor mij de vorige editie van het filmfestival Venetië definieerde, was Harmony Korine’s Aggro Dr1ft, een nachtmerrieachtige cybercinema-trip in de onderbuik van Florida. “Geen andere film in Venetië vangt tot nu toe de tijdgeest zoals Aggro Dr1ft”, schreef ik toen, omdat de altijd tegendraadse Korine op spannende en verfrissende manieren durfde te spelen met cinema als medium, technologie en kunstvorm.
Aggro Dr1ft is een film die regels in de wind slaat, die zich niet laat voortstuwen door plot, maar door textuur en vibes – iets waar vaak te weinig aandacht aan wordt besteed in de over het algemeen middelmatige en stijve hoofdcompetitie van het festival. Bovenal voelde de film als iets nieuws, als een betekenisvol werk dat je laat dromen en denken over wat cinema in de 21e-eeuw überhaupt nog voorstelt. Het is nog steeds een van mijn favoriete films van dat jaar, en een filmervaring waar ik nog vaak aan terugdenk.
Mede daarom waren verwachtingen voor het nieuwste filmexperiment uit de stal van Korine’s productiebedrijf EDGLRD behoorlijk hoog. En niet alleen voor mij: zijn nieuwe Venetië-titel Baby Invasion werd een van de meest felbegeerde kaartjes van deze festivaleditie. Achteraf gezien had de film die hype onmogelijk kunnen waarmaken.
Baby Invasion is niet de tegelijk frisse en vuige wind die Aggro Dr1ft vorig jaar door Venetië liet blazen. Wat het wel is, is een veel pittiger vraag. Een tekst die bij aanvang over het scherm loopt, stelt zelfs dat dit geen film is, en ook geen videogame, en ook geen VR, maar simpelweg “het nu, het eindeloze nu”. Het is dus alles en tegelijkertijd ook niets. Het is typisch Korine om met die poreuze scheidslijn tussen media te spelen, en een zeker pervers plezier te halen uit hoe de cinemawereld moet stribbelen om zijn door het internet geïnfecteerde werken te interpreteren en waarderen.
Een poging om het allemaal toch te beschrijven: Baby Invasion slaat op een zogenaamd real-life game, gebaseerd op een fictioneel videospel, waarin kleine squads livestreamen hoe ze rijke families in hun villa’s beroven. Ondertussen kijkt de wereld mee en leveren de anonieme reaguurders in een chatbox live commentaar op de actie. Om de anonimiteit van de rovers te bewaken, gebruiken ze een soort face scrambling AI-techniek waardoor al hun gezichten eruitzien als die van baby’s. Verder zijn er nog wat trips in meer digitale werelden en is er een cgi-konijn dat als een soort leidmotief door de filmervaring struint.
Een quasi-poëtische, maar vooral dreunende en indringende voice-over schept een hele mythologie rondom dat konijn, wat vooral voelt als een zoveelste dwaalspoor in een film die toch al één grote information overload is. Je krijgt deze constructie simpelweg niet rond en dat is het punt. Korine speelt met de gebroken en gefragmenteerde realiteit, met de schemerwereld tussen fysiek en digitaal, en schakelt continu tussen virtuele dimensies. Net als bij Aggro Dr1ft is de intentie geen lineaire, narratieve film, maar een multimediale ervaring die je probeert op te slokken.
Hier begint het interessant (en lastig) te worden om over een (non-)film als dit te schrijven, omdat, zoals bij bijna alle experimentele cinema, de lichamelijke ervaring net zo belangrijk is als de meer cerebrale classificering van waar je eigenlijk naar kijkt. Hoe het voelt om Baby Invasion te ervaren is belangrijker dan wat er nou de hele tijd aan de hand is. Al hebben die twee dingen wel veel met elkaar te maken, vooral omdat er gewoon niet zo veel gebeurt. Je zit bijna de hele tijd in het point of view van een van die gamende binnendringers, terwijl hij zich door een villa beweegt en een groepje mensen dwingt om de kluis te openen. Het is veel gedwaal, veel gezwaai met wapens, veel gedoe. Actie ontbreekt bijna constant. Voor een film die zogenaamd ook een videogame is, is er opvallend weinig gameplay te bespeuren. De shots tonen vooral de inactie, wat het geweld aan digitale bekleding moet compenseren.
Soms lukt het om, mede door de beukende soundtrack van de iconische underground producer Burial, in Baby Invasion te komen. Om mee te viben met dit vormexperiment en een beetje weg te dromen bij deze narcotische vorm van anticinema. Maar de constante herhalingen, schurende esthetische clashes en indringende visuele effecten kunnen ook murw slaan. Terwijl er een miljoen dingen op het scherm stuiteren voelt het ook alsof je soms naar slow cinema kijkt.
Conceptueel kan het interessant zijn om het internet als een soort stroperige bende te vertalen naar het bioscoopscherm, maar of dit allemaal het punt van Korine is, valt bijna niet te gissen. Het hele idee van zijn bedrijf EDGLRD is om te maken waar hij zin in heeft, om rond te kloten op het kruispunt tussen film, technologie, videogames, mode en muziek, om te pas en te onpas enigszins onbelangrijke werken de wereld in te slingeren. Baby Invasion is precies dat, onbelangrijk, maar ook opmerkelijk. Op een statig filmfestival als Venetië is dat misschien precies genoeg.