Kaboom 2021

Seks in de slaapkamer, tragiek op het toilet

Naked

Thuis films kijken is één ding. Maar waar thuis? Voor de online editie van animatiefestival Kaboom volgt hier een wandelgids voor je eigen huis. Met voor alles een plekje, van porno tot poep en van prinses tot punker.

Ook Nederlands internationale animatiefestival Kaboom gaat dit jaar noodgedwongen online. Thuis kijken dus. Over thuisfestivals heb ik al eerder geschreven, naar aanleiding van het IFFR en de Berlinale. Toen ging het over wat een online festival eigenlijk nog een festival maakt en welke films waarom op het grote doek thuishoren – en welke niet. Maar het persbericht van Kaboom bracht me op een volgend idee. Met typerende Kaboom-luchtigheid ging dat over ‘KaBOOM in je slaapkamer, Kaboom in de keuken, Kaboom op de bank en – we weten het allemaal – Kaboom op het toilet’. En inderdaad: ik had het wel de hele tijd over thuis kijken – maar waar thuis? Hm.

Voor de duidelijkheid: ook op Kaboom draaien animatiefilms van speelfilmlengte die het grootst mogelijke scherm verdienen. Zoals de eerder in de Filmkrant besproken Calamity (Rémi Chayé, 2019) en The Nose or the Conspiracy of Mavericks (Andrej Chrzjanovski, 2020). Maar veel andere animatie, met name kortfilms, zijn nooit per se bedoeld voor de bioscoop. Die kun je prima op je laptop of tablet kijken – waar in huis je maar wilt. Daarom volgen hier Kaboom-tips per kijkplek. Allemaal kort, tenzij anders vermeld.

A Conversation with the Filmmaker Regarding Her Sexuality

Kaboom in je slaapkamer
In de slaapkamer kijken we sexy. Maar eerst hebben we A Conversation with the Filmmaker Regarding Her Sexuality (2019), een autobiografische verkenning van juist de afwezigheid van lustgevoelens, waarin de Engelse regisseur Lizzy Rogers haar hoogoplopende frustratie (“Ik hoor voortdurend: seks is menselijk. Nou, oké, dan ben ik dus geen fokking mens!!”) te lijf gaat met humor en openhartigheid. Vijf belangrijke minuten; kijk die even.

Alle genderidentiteiten zijn welkom, aldus de gastvrouwen, bij het live event van de gezellige podcast Women Watching Porn, die samen met pornoregisseur Jennifer Lyon Bell praten over erotische animatie en vrouwelijk genot. Wat is opwindend, wat ongemakkelijk? En wat doet animatie anders dan live-action? De selectie is een verrassing, maar elders in de Kaboom-programmering zijn een paar pareltjes te vinden om alvast mee in de stemming te komen.

Quod libet

Het Nederlandse Hot Tea (Marcel Tigchelaar, 2017) is een vlammend heet filmpje, waarbij het soepel gespierde lichaam van de theedrinker steeds roder gaat gloeien als het dampende theewater naar de sensuele lippen wordt gebracht, terwijl gevoelige handen lijf en leden zachtjes strelen. Eveneens Nederlands zijn de vrolijk morfende genitaliën in Quod libet (1976) en de tedere verwekking en geboorte van dochter Janneke (1989), beide gemaakt door de in 2012 overleden Nederlandse animatiemeester Gerrit van Dijk, aan wie het festival een retrospectief wijdt.

Het lieve korte essay The Clitoris (Le clitoris, Lori Malépart-Traversy, 2016) moet vertoond worden op elke school en aan iedereen die vroeger op school niet heeft geleerd dat het zichtbare knopje van de clit, de glans, slechts het topje van de ijsberg is. Wat dus bijna iedereen is. De Canadese regisseur bestrijdt de gekmakende patriarchale bemoeienis van de afgelopen eeuwen (inclusief ‘vijand nummer één van de clitoris’, Sigmund Freud, die decreteerde dat vrouwen alleen van penetratie dienden klaar te komen) met superieure ironie – en hoop voor de toekomst.

Van het Italiaanse filmpje Underwater Love (Andrea Falzone, Cristina Fiore en Veronica Martiradonna, 2020) begreep en verstond ik niet alles, maar het lijkt een ontdekkingstocht naar seksualiteit en identiteit – waarbij het onder water duiken samengaat met het openduwen van het vierkante kader tot widescreen (à la Xavier Dolans Mommy, 2014) en een blije seksscène misschien wel gewoon met een ander aspect van de hoofdpersoon zelf is. Het voelt in elk geval erg persoonlijk, als een underground comic, met bijbehorend rauw expressieve tekenstijl. Houd je meer van rechttoe rechtaan rampetampen? Dan zit je goed bij het Belgische The Sexual Life of Dinosaurs (La vie sexuelle des dinosaures, Delphine Hermans, 2011). En voor wie smult van de opwinding én het ongemak van seksuele ontmoetingen is er het semi-autobiografische Teat Beat of Sex Episodes 1-3 van de Lets-Amerikaanse Signe Baumane (2006), dat bewijst dat je met weinig lijntjes en weinig beeldjes per seconde toch heel treffende (en komische) animatie kunt maken, zolang elk beeld maar raak is. Veel doen met weinig dus, zoals ook lukt met de kleine pik in Episode 1.

Vanille

Kaboom in de keuken
Een echte kookfilm heb ik niet gevonden. Wel wordt er gumbo gemaakt in het superlieve Shooom’s Odyssey (Julien Bisaro, 2019) en worden allerlei heerlijkheden uit Guadeloupe op tafel gezet in het avontuurlijke Vanille (Guillaume Lorin 2019), twee onweerstaanbare familiefilms over jonge doorzettertjes die de wereld ontdekken, waarbij baby-uiltje Shooom waarschijnlijk het schattigste personage van het festival is, en het eigengereide meisje Vanille misschien wel het meest hartveroverende.

Beide films volgen de Disney-traditie van schilderachtige settings, hoogstaande character animation en toegankelijke storytelling. Dat doet ook Roberto (Carmen Córdoba González, 2020), maar met een bittere beet: het is namelijk juist een afbeelding van een Disney-prinses, met haar onmenselijk slanke figuur, dat de hoofdpersoon zich schuldig doet voelen over eten en beschaamd maakt over haar lichaam. Ondanks de voortdurende liefde van de schilder aan de overkant. Een ontroerend, klassiek geanimeerd verhaaltje waarvan de afloop verrassend hard aankomt. Opgenomen in het kinderprogramma voor tien jaar en ouder – een heel goed idee.

Genius loci

Genius loci (2020) begint en eindigt in een keuken. Dat is een mooi excuus om deze prachtig vormgegeven film van de Franse regisseur Adrien Merigeau te noemen, met z’n betoverende geluidsontwerp, waarin we de psychologische desintegratie volgen (die visueel doet denken aan kubisme en Kandinsky) van een vrouw die ’s nachts alleen over straat doolt, zich nauwelijks bewust van haar wankele grip op de werkelijkheid, alsof de hele stad slechts een droom is met chaos als de ‘geest van de plek’ – totdat alles uit elkaar valt. Een uitschieter.

Leuk weetje: de lange anime Weathering with You (Makoto Shinkai, 2019) heeft in thuisland Japan geleid tot een reeks eigen restaurants, waar je gerechten uit de film kunt bestellen. Maar doe mij maar de droge toast en aardappelschillen in melk uit de absoluut geweldige klassieker When the Day Breaks (Wendy Tilby en Amanda Forbis, 1998), de maaltijden van respectievelijk een man met een kippenhoofd en een vrouw met een varkenshoofd, ieder in hun eigen huis aan hun eigen keukentafel. Geschilderd met een losse toets en volstrekt realistisch bewegend (net als de camera). Waarna die twee, hun voedsel, hun leven en dood op allerlei manieren verbonden blijken met elkaar en met de rest van de stad en haar bewoners. Zodat het te opgewekt van huis gaan van de één, het onoplettend oversteken kan veroorzaken van de ander. Een film om zeker twee keer te kijken.

Have a Nice Dog!

Kaboom op de bank
Wat zullen we kijken op de bank? Ik zou natuurlijk kunnen zeggen dat het fabuleus geanimeerde Affairs of the Art (2020) van Joanna Quinn en Les Mills, met wie het festival ook live in gesprek zal gaan, zich deels in een woonkamer afspeelt (waar een arm muisje door een morbide meisje wordt onderworpen aan speelgoedtreinongelukken en de hond opgezet op de schoorsteenmantel belandt), maar dat zou flauw zijn.

Laten we zeggen: op de bank kijken we films waar we even goed voor willen gaan zitten. En dan zit je bij de Nederlandse animatiedocumentaire I Love Hooligans (Jan-Dirk Bouw, 2013) al snel net zo hard naar het scherm te schreeuwen als de hoofdpersoon doet in het stadion – een hooligan die, om maar mee te kunnen knokken met de rest van de harde kern, z’n homoseksualiteit verzwijgt en dus de mogelijkheid van een liefdesleven opgeeft. Dader en slachtoffer ineen; als kijker trek je de haren uit je hoofd. En wat te denken van de vrouwen die brieven schrijven met een seriemoordenaar op death row in de droomachtige, soms horrorachtige stop-motion documentaire Just a Guy (Shoko Hara, 2020)? Inclusief een bdsm-liefhebber die het fijn vindt dat je bij deze man tenminste weet dat ‘ie niet doet alsof, maar echt een verkrachter is. Dat de Japans-Duitse Hara ook zelf sexy foto’s naar hem opstuurde en daarom ook zichzelf ten tonele voert, maakt de film nog benauwender. Ook mooi: dat in het fascinerende Have a Nice Dog! (Jalal Maghout, 2020), over een Syriër die al zijn vrienden ziet vertrekken en zelf verscheurd achterblijft, de hoofdpersoon niet per se aardig is, de waanzin niet per se inzichtelijk en het einde niet per se troostend. Gemaakt door een Syrische regisseur die zelf naar Berlijn is gevlucht. Een van de vele animaties deze editie, overigens, die geheel of gedeeltelijk vertrouwt op de kracht van zwart-wit (voor wie een trend zoekt voor Kaboom 2021: dit is de mijne).

Mooi Missi

“Misschien is het mijn fout?” De zachte stem van het kleine Noorse kindje is pijnlijk overtuigend in Angry Man (Anita Killi, 2008) en dat maakt dit verhaal over huiselijk geweld intens confronterend. Dat de oplossing wordt gevonden in fantasie levert een dubbel gevoel op, want hoe zou dit in werkelijkheid zijn afgelopen? Maar dat je die werkelijkheid soms toch, met de kracht van je geest, naar je hand kunt zetten toont de Belgisch-Nederlandse animatie/live-action documentaire Mooi Missi (Diëgo Nurse, 2016), waarin de trans titelheldin, familie van de Surinaamse regisseur, trots vertelt over de tegenslagen die ze overwon om te komen waar ze nu is.

De bank is ook de plek om even tot jezelf te komen. Bijvoorbeeld omdat je jezelf herkent in The Great Malaise (2018) van de Canadese filmmaker Catherine Lepage, die overdreven positieve zelfbeschrijvingen (‘Ik heb het gevoel dat ik precies ben waar ik moet zijn’) illustreert met tekeningen die de ware gemoedstoestand verklappen (een stekelvarken in een kamer vol ballonnen). Stap één is dan: je gedachten tot rust laten komen. Dat kan met de bijzondere Duitse stop-motion Freeze Frame (Soetkin Verstegen, 2018), dat ergens tussen Muybridge en Maddin het uiterlijk van zwijgende cinema combineert met allerlei mogelijke en onmogelijke verschijningsvormen van krakend natuurijs. Stap twee: wat eenvoudige lichamelijke oefening, met My Exercise (Atsushi Wada, 2019). Het enige wat je daarvoor nodig hebt is één hond (overigens heeft de Japanse regisseur er ook een geestige game van gemaakt). En stap drie: meditatie. Bijvoorbeeld met het erg mooie Hoanoe (2020), gemaakt door de Nederlander Marten Visser, waarin een kalmerende geluidstrack realistische natuurbeelden begeleidt waarin de verhoudingen zoek zijn, zodat je, zonder dat je verder veel hoeft na te denken, toch als vanzelf alert blijft. Een kolibrie zo groot als een vulkaan, gorilla’s op de rug van een rups – ze functioneren als koans, contemplatieve visuele gedichtjes. En voor wie deze animaties te kort duren is er ook nog de eerste Zuid-Afrikaanse lange animatie in 2D, Bru & Boegie: The Movie (Mike Scott, 2018) – alles wat ik daar meer over zeg is een spoiler.

Bathroom Privileges

Kaboom op het toilet
En nu: naar het toilet! Dat dat niet altijd zo gemakkelijk gaat, toont Bathroom Privileges (Ellie Land en Rupert Williams, 2019), een korte Engelse documentaire waarin drie mensen tegen barrières oplopen bij het bezoeken van een publiek toilet. Vanwege een rolstoel, een non-binaire identiteit of omdat ze als vrouw worden aangezien voor man – waaraan een racistisch aspect zit, vanwege de Yoruba-gezichtstrekken die verschillen van het standaard westerse vrouwbeeld.

Maar goed, we zitten thuis, lekker op ons eigen toilet. Hoewel, misschien zitten we niet, maar staan we. Net als het figuurtje Pepe the Frog (een naam die nota bene is afgeleid van peepee, een plasje doen) in dat ene stripje dat zo berucht zou worden. De lange Amerikaanse live-action documentaire met geanimeerde fragmenten Feels Good Man (Arthur Jones, 2019) toont geestelijk ouder Matt Furie als een naïeve, lieve nerd, die helemaal niets met politiek te maken wil hebben en het liefst kind was gebleven. In plaats daarvan tekent ‘ie dan maar grappige stripverhaaltjes in een underground-stijl. Totdat via een schier onontwarbare internetkluwen (die door Jones netjes wordt ontward) zijn pissende kikker het schijnbaar willekeurige symbool wordt van opkomend fascisme in Amerika en verbijsterend genoeg tot op het hoogste niveau figureert in de strijd tussen Trump en Clinton – en, wie weet, de uitslag misschien wel beïnvloed heeft. Arme Furie, arm Amerika.

Dan liever zitten. Zoals op de wc-pot in de lange stop-motion The Old Man Movie (Vanamehe film, Mikk Mägi en Oskar Lehemaa, 2018), die door een jongetje als bestuurdersstoel is gemonteerd op zijn zelfgebouwde metalen mecha-koe waarmee hij de tot levende melk gemuteerde maniakale boer te lijf gaat die zijn broers en oom met een kettingzaag belaagt. En dan heb ik het nog niet over de enorme hoeveelheid varkensstront en de tijd die een van de broers doorbrengt, samen met een bont gezelschap bosbewoners én een gedemotiveerde rocker, in de gigantische aars van een giganteske bruine beer, als dus feitelijk zelf een vorm van poep. Deze heerlijke, totaal overstuurde Estse animatiefilm bewijst maar weer eens dat je monden helemaal niet hoeft te laten bewegen (wat een hoop gedoe scheelt voor wat toch vaak tekortschietende animatie wordt) – het stemacteren is veel belangrijker. Bovendien hebben een boom en een tractor samen de vreemdste seks van dit Kaboom (en dat wil wat zeggen).

On-Gaku: Our Sound

P.S. Maak je godverdomme zelf wel uit wat de fok je fokking waar kijkt?! Dan is de fantastische onafhankelijke Japanse lange DIY-punkrock-animatie On-Gaku: Our Sound (Kenji Iwaisawa, 2019) iets voor jou! Gemaakt door een crew van wie het merendeel niks wist van animatie, over een band waarvan de leden niks weten van muziek. En allebei blijken ze heel erg goed. Meerdere stappen verwijderd van standaard anime, gemaakt in volledig eigen beheer gedurende zeven lange jaren, getuigt de film, in een samenvloeien van vorm en inhoud, van de onbeheersbare energie en droogkomische desinteresse van pure punk-slackers. Zó lang een uitdrukkingsloos gezicht in beeld houden zonder de spanning kwijt te raken, dat doen niet veel animatoren Iwaisawa na. Gelukkig is On-Gaku ook echt een succes geworden. Niet te missen. (Zoek je er een voorfilmpje bij? Doe Wine Wenches (Wijnwijven, 2018) van Esther Heerikhuisen. Dat speelt zich weliswaar af in een hypergestileerde club, maar toch is de vibe punk – want wijnwijven doen waar ze zin in hebben.)

Oké, nu houd ik op. Die online stukken van mij worden altijd te lang. Maar er is ook zo veel moois te zien! Oh ja, Naked (Kirill Chatsjatoerov, 2019) is ook nog fantastisch. Fascinerend. Een van mijn favorieten. Afijn, tegen wie heb ik het. Een beetje normale lezer is hier allang afgehaakt. En als dit blijft staan, weet ik meteen dat de eindredacteur ook niet zo ver gekomen is [welles; red.]. En dan is dit gewoon alleen voor jou, dierbare animatieliefhebber: bedankt voor je aandacht. En nu gaan kijken.


Kaboom Animation Festival, 31 maart t/m 5 april, kaboomfestival.nl.