IDFA 2019: DocLab expositie

Zes dagen dingen denken

Missing

Een reflectie in situ op zes dagen onorthodox nieuwe-mediagebruik in IDFA’s nieuwe-mediaprogramma DocLab. Over textuur, deepfake, VR-theater, trippen, koepelprojectie en gewoon weer thuis online.

Dag 1: textuur
donderdag 21 november 2019

Een dag voor de officiële opening, als er nog opgebouwd wordt in de nieuwe hoofdlocatie van DocLab (de Tolhuistuin in Amsterdam-Noord, naast Eye), kan ik alvast een paar opstellingen bekijken. Daaronder twee sterke virtual reality-projecten, die het belang bevestigen van textuur in de virtuele wereld.

Rozsypne

In het computergeanimeerde Rozsypne (Nienke Huitenga-Broeren en Lisa Weeda), over een oudere inwoner van het Oekraïense dorp waar vlucht MH17 neerstortte, sta je middenin een zonnebloemveld. De bloemen, die los van elkaar wiegen in de kennelijke wind, geven een gradueel gevoel van afstand, met veel meer onderscheidbare detaillering dan bijvoorbeeld een ijsvlakte of woestijn (om twee populaire VR-locaties te noemen). En dat de bloemen, las ik achteraf, vanaf een bepaald punt gewoon platte beelden zijn, viel me niet eens op – de kracht van suggestie speelt ook een rol.

Die textuur vergroot de ervaren omvang van de wereld, die in VR meestal tegenvalt. Hoe vaak ik in VR-projecten ook tussen de sterren zweef (wat regelmatig gebeurt), altijd denk ik: ja, mooi, maar ik had het heelal me groter voorgesteld. Wat ontbreekt is textuur: je zweeft feitelijk in het niks, met her en der een ster. Maar Rozsypne heeft textuur in overvloed. Dat versterkt de ervaring van uitgestrektheid, en dus van afzondering, en dus de emotionele schok als plotseling de wereldpolitiek neerdaalt, in de vorm van brokstukken, kogelregens en tanks.

Textuur versterkt in VR ook de fysieke aanwezigheid van driedimensionale ruimten en objecten. Dat is goed te zien in Common Ground (Darren Emerson), die de architectonische tekeningen van het sociale woningbouwproject Aylesbury Estate (dat op het punt staat gesloopt te worden) laat overvloeien in de daadwerkelijk gefilmde gangen en woningen. Van de informatie over het gebouw (hier komt een balkon, daar een deur) – die je weliswaar om je heen ziet, maar zonder enige textuur, slechts lijnen in de leegte – ga je over naar de concrete ervaring van de betonnen constructies. Opeens weet je het niet alleen, maar bén je er ook, op een zeer overtuigende manier.

Deepfake Nixon

Dag 2: Deepfake
vrijdag 22 november 2019

De openingsavond in de Tolhuistuin heeft een uitstekende uitsmijter: IDFA DocLab wordt officieel geopend door Richard Nixon. Francesca Panetta en Halsey Burgund, de makers van In Event of Moon Disaster, waarin we Richard Nixon de televisietoespraak zien voorlezen die klaarlag voor als de maanlanding van 1969 zou zijn mislukt, laten voor de gelegenheid hun deepfake-Nixon een welkomsttekst uitspreken. En daar blijkt, bij navraag, meer bij te komen kijken dan gewoon even een tekstje intikken voor een deepfake-personage dat ze toch al hadden ontwikkeld. Het blijft, vooralsnog, grotendeels handwerk: een heleboel digitaal knip-, plak- en poetswerk, op lettergreepniveau, plus een acteur om de tekst geloofwaardig in te spreken voordat die naar Nixons stem kan worden omgezet.

De makers verspreiden kaartjes met informatie waaraan je deepfake kunt herkennen: onlogische schaduwen, onregelmatig knipperen van de ogen, kleine verschillen in huidtinten et cetera. Maar overtuigend is het zo ook al, en dat zal alleen maar toenemen. Dat roept deze gedachte op: niet alleen bestaat het risico dat we machthebbers en beroemdheden, zoals Nixon, alles kunnen laten doen en zeggen wat we willen (denk ook aan de controversiële deepfake-pornofilms, waarin een celebrity-gezicht als een meebewegend digitaal masker op dat van een performer wordt geplakt), mensen zullen in de toekomst ook kunnen ontkennen wat ze wél gezegd (en gesekst) hebben: dat was ik niet, dat was deepfake!

A Machine for Viewing

Dag 3: VR-theater
zaterdag 23 november 2019

Met de toenemende populariteit van VR groeit ook de behoefte aan opschalen, zoals DocLab-programmeur Caspar Sonnen ook vertelde in een interview met de Filmkrant. Niet alleen uit economisch oogpunt, maar ook vanuit de zoektocht naar een gemeenschappelijke ervaring zoals in bioscoop en theater. Een VR onderga je doorgaans in je eentje, soms met een groepje (waarbij je elkaar misschien als digitale avatars ziet rondlopen), maar zelden met veel mensen tegelijk.

Het project A Machine for Viewing (Charlie Shackleton, Richard Misek en Oscar Raby) doet dat wel: hier heeft weliswaar slechts één persoon de VR-bril op, maar het eigenlijke publiek zit in de zaal en kijkt naar de performance als geheel – waarbij wat de VR-brildrager ziet live op een groot scherm wordt geprojecteerd. Op deze manier kon de grote zaal van het Compagnietheater helemaal worden gevuld.

Bij de vergelijkbare opstelling van Cosmos Within Us (Tupac Martir, 2019), dat begin november in Eye was te zien, werd die eenzame tussenpersoon de interactor genoemd: niet alleen als ‘tussen-acteur’ tussen de tastbare en virtuele werkelijkheden, maar ook als de enige die de interactiviteit van het VR-project bediende – namens het hele publiek, zogezegd.

Het verschil tussen Cosmos Within Us en A Machine for Viewing is leerzaam. Cosmos Within Us was groter van opzet: er was live muziek, een dramatische live voice-over en live timing van de VR-beelden afhankelijk van de kijkrichting van de VR-brildrager, die bovendien relevante geurstroken onder de neus kreeg geschoven door twee ronddansende medewerkers. Maar voor de VR-ervaring die we op het scherm zagen, over de haperende herinneringen van een Alzheimer-patiënt, maakte het niet veel uit waar de VR-brildrager keek: het was een kwestie van rondkijken in opeenvolgende locaties, terwijl de voice-over het verhaal vertelde. Ik leefde daarom nauwelijks mee met de VR-brildrager; ik luisterde gewoon zelf. Bovendien had wat we allemaal rondom zagen gebeuren niets te maken met dat verhaal: we zagen vooral de making-of van de ervaring van de VR-brildrager (met afleidende making-of-gedachten als: oei, als die maar niet tegen de cellist aanloopt). Nog steeds had één iemand de echte VR-ervaring, de rest keek toe.

A Machine for Viewing is anders. Hier horen we bespiegelingen van een live verteller over het kijken naar film op schermen van verschillende grootten. De VR-brildrager loopt daarom niet rond (wat voor meekijkers altijd een schuddend beeld oplevert), maar zit op een stoel, net als wij, naar voren kijkend in dezelfde richting als wij, in een (virtuele) filmzaal, net als wij. Identificatie tussen VR-kijker en bioscoop-kijker ligt voor de hand en is natuurlijk ook de opzet. En omdat de VR-brildrager soms een opdracht krijgt, zoals om de schermgrootte in de VR-bios met twee virtuele handen aan te passen, van verticaal tot Cinemascope (waarbij de film die ondertussen zichtbaar is steeds verandert naar eentje van het bijpassende formaat), ga ik vanzelf meeleven: hoe gaat die dat doen, hoe zou ik het doen?

Het gaat over VR, over filmzalen, over kijken. A Machine for Viewing kun je een live video-essay noemen, over de verhouding van VR tot de bioscoop. Dat is natuurlijk een nichegenre, voor een zeer specifiek publiek, maar de relevantie van de theateropstelling was hier wel vanzelfsprekend.

Ayahuasca

Dag 4: trippen
zondag 24 november 2019

Het blijft me verbazen hoe weinig VR zich richt op de andersoortige waarneming: op dromen, hallucinaties, drugservaringen. Maar ook: op slechtziendheid, kleurenblindheid, synesthesie et cetera. Er zijn er wel een paar (bijvoorbeeld het indrukwekkende Notes on Blindness van Arnaud Colinart, Amaury La Burthe, Peter Middleton en James Spinney uit 2016), en vast meer dan ik ken, maar ik zou ze nog vaker verwachten. Neem de website My Inner Wolf (Roel Wouters en Luna Maurer), over de ervaring van een epilepsie-absence, die op DocLab logischerwijs op een plat scherm wordt vertoond – een flattie, zoals ze in VR-kringen zeggen. Ik denk dat die korte geanimeerde trip prima zou werken in VR.

De Franse filmmaker Jan Kounen, die in 2004 al een documentaire had gemaakt over zijn psychedelische ayahuasca-trip, zag in VR een betere technologische mogelijkheid om zijn ervaring te verbeelden. Het verwerken van het sociale aspect van het ritueel bij de opstelling van Ayahuasca: The Shamanic Exhibition in Eye, door met vier andere VR-brildragers in een cirkel plaats te nemen, plus de tentoongestelde tekeningen en korte documentaires over de rol van ayahuasca in de Shipibo-gemeenschap helpen het ritueel serieus te nemen en de trippy golvende, glijdende en draaiende animaties, van slangen en skeletten tot visioenen van stralende mandala’s, zijn overtuigend – al zijn juist voor zo’n hypervisueel project de beeldresoluties van VR nog altijd niet wat je zou willen.

Elektra

Dag 5: koepelprojectie
maandag 25 november 2019

“Ik hoop dat jullie allemaal Panorama Mesdag gezien hebben”, zei MIT-mediawetenschapper William Uricchio voorafgaand aan de voorstelling A Machine for Viewing in het Compagnietheater. “Het is een van de weinige negentiende-eeuwse panorama’s die nog over zijn.” Uricchio legde het historische verband tussen VR en vroegere immersieve rondom-kunstwerken. Maar wat hij daarbij niet benoemde: VR is draagbaar; een barokke kerk niet. Juist die niet-verplaatsbare ruimten maken deze architectonische kunstwerken (Uricchio noemde ook de Grotten van Lascaux) bijzonder, eenmalig, een reisdoel.

Een VR-project kun je meestal thuis in je eentje bekijken. Augmented reality (waarbij beelden over de zichtbare werkelijkheid heen worden geprojecteerd) is al meer afhankelijk van waar je bent. Maar een koepelprojectie in het Planetarium van Artis is een uniek sociaal evenement, dat alleen bestaat tijdens DocLab, en daarna niet weerkomt. Waarlijke erfgenamen van de Grotten van Lascaux.

Met op de dag dat ik het bezocht één winnend beeld, in Metahavens Elektra: het ronde klimrek van Aldo van Eyck, voor Nederlandse aanwezigen van alle leeftijden een gedeelde ervaring van de kindertijd, van onderen gefilmd, zodat de hele koepel van het planetarium een enorm klimrek werd, waardoorheen de hemel zichtbaar was. Onmogelijk om daar niet een beetje gelukkig van te worden.

My Inner Wolf

Dag 6: online
dinsdag 26 november 2019

Geen tijd of puf voor een dagje DocLab in Amsterdam? Ook online kunnen DocLab-projecten bekeken worden – interactieve webdocumentaires zijn al vanaf het eerste programma in 2007 onderdeel van het DocLab-menu. Met naast My Inner Wolf bijvoorbeeld de knappe interactieve documentaire Missing (Kylie Boltin en Matt Smith), over een in 1966 ontvoerd en voor dood achtergelaten Australisch kind, dat levend werd teruggevonden door de Aboriginal spoorzoeker Jimmy James. Een effectieve combinatie van fotografische reconstructie, geacteerde voice-overs en een beetje interactief meedenken, steeds wisselend tussen wat de spoorzoeker ontdekt en wat het achtjarige doorzettertje Wendy Jane Pfeiffer meemaakt. Kijk zelf maar.


IDFA’s nieuwe-mediaprogramma DocLab is nog tot en met zondag 1 december 2019 te zien in de Tolhuistuin, de onderdoorgang Lil’ Amsterdam op Centraal Station en enkele andere locaties. Waarbij drie pop-up-projecten op Lil’ Amsterdam en alle projecten in de Tolhuistuin gratis toegankelijk zijn. Full disclosure: auteur KEES Driessen is bevriend met Caspar Sonnen, programmeur van DocLab, en met Nienke Huitenga-Broeren, coregisseur van Rozsypne.