IDFA 2023: Competition for Youth Documentary

Jeugddocumentaires zijn niet voor één gat te vangen

And a Happy New Year

De competitie voor jeugddocumentaires op IDFA werd dit jaar geprogrammeerd door filmmaker Niki Padidar. Zij selecteerde een breed documentair palet vol verrassingen.

Wel eens door de ogen van een hond gekeken? De korte Nederlandse documentaire And a Happy New Year van Sebastian Mulder, geselecteerd voor de jeugdcompetitie van IDFA 2023, geeft je die kans.

Op een oudejaarsavond kregen verschillende honden een zogenaamde GoPro-camera omgehangen. Zodat we gaan waar zij gaan, en (zo ongeveer) zien wat zij zien. Baasjes bijvoorbeeld, die hen vergeefs geruststellen als het eerste vuurwerk knalt. Want dan zien we hoe ze nerveus bewegen, rennen, janken en blaffen, of zich proberen te verstoppen. Tot de baasjes er ook heel gespannen van raken. Dat alles doorsneden met (toch ook) poëtische nacht- en vuurwerkbeelden.

Dat laat al zien dat we veel verrassingen kunnen tegenkomen in de competitie voor jeugddocumentaires op IDFA, die dit jaar werd samengesteld door Niki Padidar, wier film Al wat je ziet vorig jaar het festival opende. Een heel breed documentair palet. Aan de ene kant enkele betrekkelijk traditioneel opgezette titels, zoals Girls’ Stories, dat ons op een energieke, aansprekende en ook intieme manier deelgenoot maakt van de beleving van twee Poolse hartsvriendinnen op de rand van de puberteit. Aan de andere kant van het spectrum bijvoorbeeld de korte animatie Headprickles: een aaneenschakeling van korte, absurdistische scènes als een soort doolhof van fantasie en angsten, obsessies en verwondering.

Headprickles

Stevige onderwerpen duiken ook op. In Another Body een jonge vrouw die als tiener meemaakte hoe een kopie van haar hoofd als deepfake opdook in online-pornofilms. Ze besluit er niet langer over te zwijgen. Een duidelijk statement en aanklacht, met een levendige en treffende vormgeving waarin die online-wereld sterk naar voren komt.

Je kan je bij dergelijke titels afvragen of die wel als jeugddocumentaire zijn gemaakt, of dat het gewoon voor volwassen publiek gemaakte films zijn die toevallig ook jeugdige kijkers aan kunnen spreken.

Dat laatste is volgens Padidar enkele keren het geval. Ze heeft er niet alleen bewust voor gekozen een breed scala aan documentairevormen te laten zien, maar soms ook titels gekozen die ze kreeg doorgespeeld van programmeurs die met de volwassen secties bezig waren. Als voorbeeld noemt ze het deels geanimeerde The Sketch, over de ontmoeting tussen een van Brazilië naar Parijs verhuisde tekenaar, en een naaktmodel dat ook uit een ander land komt. Beide zijn transgender, maar Padidar vindt het juist mooi dat dat gewoon een gegeven is wat geen bijzondere rol speelt. Het gaat eerder over je ergens thuis proberen te voelen. Dat, plus de creatieve vormgeving, maakt The Sketch tot een gelaagde film.

Another Body

Educatieve lesjes waarin de wereld voor kinderen vereenvoudigd wordt moet Padidar niets van hebben. Het mag prikkelend zijn, verbazend en verwarrend zelfs. Je hoeft kinderen volgens Padidar niet te onderschatten. Liever uitdagen dan uitleggen. Daarbij zijn er zoveel mogelijk Q&A’s na afloop, waarin er nagepraat kan worden. Zo zal Another Body ongetwijfeld bij het tienerpubliek veel losmaken.

En mocht iemand zich afvragen (zoals ik zelf ook deed) of zo’n fantasievolle animatie als Headprickles nog wel een documentaire mag heten, dan kan bij het napraten aangestipt worden dat die fantasiebeelden geïnspireerd zijn door de eigen angsten van maker Katarzyna Miechowicz. Dat is de documentaire insteek.

Padidars korte film Ninnoc werd in 2015 op IDFA bekroond als beste jeugddocumentaire, en ze heeft daarnaast de nodige ervaring met jeugdseries als Filmpje en De Dokter Corrie Show. Dus wil ik graag weten of ze een zwak heeft voor films voor jonge kijkers, en of haar eigen ervaring belangrijk geweest is bij haar keuze voor de competitie. Beide vragen antwoordt ze bevestigend. Ze ziet kinderfilms zeker niet als een opstapje naar ander werk. Daarbij heeft ze veel contact gehad met jonge kijkers, niet om zich aan hen aan te passen, maar om te leren dat het niet nodig is de wereld te simplificeren. Het hoeven geen films over clichétieners te zijn.

Sister of Mine

Ter illustratie noemt ze Sister of Mine, een competitietitel van dit jaar die er ook voor mij uitspringt. De nog betrekkelijk jonge filmmaker Mariusz Rusinski filmt zijn aan drugs verslaafde tienerzus en hun beider ouders, en kan uiteindelijk ook zelf niet buiten schot blijven. Waar in veel gevallen zo’n verslaving het enige onderwerp zou zijn, gaat het hier veel verder. Het is verre van zwart-wit, zoals Padidar stelt. Het is een gelaagd familieportret waarin we met alle vier de gezinsleden meeleven en zien hoeveel moeite het kost om werkelijk dichter bij elkaar te komen, elkaar te begrijpen en echt te zien. Die familiedynamiek heeft allerlei aspecten waar veel tieners in hun eigen leven ook mee te maken kunnen krijgen.

Een volstrekt ander voorbeeld dat Padidar noemt is het ogenschijnlijk uiterst eenvoudige animatiefilmpje Figure van Jonas Sars. Een houten poppetje, zoals gebruikt wordt als teken- of schildermodel, ontdekt dat het de armen en benen kan bewegen, en komt langzaam, met zichtbare verwondering (maar zonder woorden) tot leven. Het oogt zo eenvoudig dat menig jonge kijker hierdoor geïnspireerd kan raken, hoopt Padidar.

Elk van de in de competitie opgenomen animaties laat zien dat het ook heel anders kan dan het Disney-werk waar het jonge publiek waarschijnlijk aan gewend is. Dat alleen al lijkt me een prachtige uitbreiding van hun kijkervaring. Ik zie dat bijvoorbeeld ook bij de vorm die is gebruikt voor Nyanga, een op een bestaande legende gebaseerde vertelling over slavernij, waarin de vanuit Afrika ontvoerde Nyanga blijft dromen over een gewaagde ontsnapping. Aan de ene kant een prachtige, verre van afstandelijke aanvulling op de geschiedenisles, zoals Padidar stelt. Maar ook een creatieve mix van technieken. Het lijkt nog het meeste op een schaduwspel met marionetten, af en toe doorsneden met een soort vingertekeningen. Ook hier kunnen volgens mij de jonge kijkers dan allicht denken: hé, dat kan ik ook!

Mooi als het documentaire genre een boost krijgt, aldus Padidar.


De IDFA Competition for Youth Documentary bestaat in totaal uit vijftien titels, in lengte variërend van 2 tot 90 minuten en verdeeld over twee leeftijdgroepen: 9-12 jaar en 13+. De kortere films zijn gecombineerd in blokken, en alle films zijn Nederlands gesproken of ondertiteld.