Cannes 2024, blog 6: Coppola/Godard
Denkers over het ding film
Filmkrant doet verslag van het 77e filmfestival van Cannes, waar late films van twee filmgrootheden de aandacht trokken. Francis Ford Coppola’s megalomane Megapolis en Jean-Luc Godards piepkleine Scénarios blijken de interessantste films van het festival tot nu toe.
Het is geen geheim dat ik me in de aanloop naar het festival het meest verheugde op Megalopolis, het hyperambitieuze project van filmlegende Francis Ford Coppola. De regisseur/wijnmaker verkocht zijn aandelen in de populaire Coppola-wijngaard om dit opus met eigen geld, en dus totaal onafhankelijk te produceren. Met een prijskaartje van zo’n 120 miljoen euro is het een van de duurste onafhankelijke films ooit gemaakt.
Alleen al dat economische plaatje schept verwachtingen, zeker in een filmlandschap waar meer geld vaak juist leidt tot generiekere producties. Maar veel spannender dan het budget is natuurlijk de inhoud. Coppola had flarden van Megalopolis al decennia in zijn hoofd zitten, en conceptualiseerde zijn film over een architect met een utopische visie voor een metropool als een vehikel om grote vragen mee te stellen. Welke alternatieven zijn er mogelijk voor de helse samenleving die we met elkaar hebben gebouwd? Hoe komen we weer meer nader tot de schoonheid van de natuur? Hoe kunnen we vandaag de dag de toekomst van onze planeet nog veiligstellen?
Daarbij komt de vraag: hoe kan je al die vragen en ideeën overbrengen via de taal van film? Een paar dagen voordat het langverwachte Megalopolis in de competitie van Cannes draaide, publiceerde The Guardian een nogal kritisch stuk, waarin crewleden hun twijfels uiten over het merkwaardige artistieke proces van de 85-jarige Coppola. “Hoe kan jij uitvogelen hoe Megalopolis eruiziet, als ik zelf nog niet eens weet hoe Megalopolis eruitziet?”, schijnt de filmauteur op de set te hebben gezegd, aldus een verward crewlid.
Zo’n citaat is munitie voor degenen die de film nu klakkeloos wegzetten als een catastrofale misser van de ooit zo briljante regisseur van meesterwerken als The Godfather en Apocalypse Now. Voor mij is het juist de reden dat de film zo spannend is om naar te kijken en om over na te denken. Coppola heeft zichzelf de (financiële) vrijheid kunnen geven om met de technologie van filmstudio’s aan de haal te gaan, om de middelen van de moderne mainstreamfilm te benutten voor een artistiek proces waarin nieuwsgierigheid en ontdekking vooropstaan. Megalopolis was niet vooraf al helemaal uitgestippeld, maar is geleidelijk ontstaan in een totaal unieke context binnen de filmgeschiedenis.
Sommige mensen zullen zeggen dat helemaal niets werkt aan Megalopolis. Dat de plot rondom Adam Driver als de visionaire architect Caesar Catalina te veel van alles is: te warrig, te schreeuwerig, te amateuristisch, te rommelig, te pretentieus. Er zit een kern van waarheid in die kritiek, want Megalopolis is totaal onevenwichtig en beladen met absurde momenten die je lastig kan plaatsen. Maar is dat niet juist het spannende? Dat een gevestigde naam zozeer zijn eigen ding durft te doen en alle filmconventies negeert om een totaal eigen wereld te scheppen?
Er zit een geweldig shot in de film (ook te zien in de teaser trailer) waarin een hand uit de wolken rijkt en een blauw-gloeiende volle maan weggrist uit de sterrenhemel. Het is een pijnlijk mooi shot, en een prachtige visuele metafoor voor een regisseur die zijn eigen plek inneemt in de filmgeschiedenis. Coppola opereert op een heel ander niveau. Ik weet zeker dat de felste criticasters hem flink onderschatten door niet op dat niveau mee te willen.
Megalopolis gaat overigens niet mijn favoriete film van het jaar worden, maar het is wel een film waar ik misschien wel mijn hele leven over na kan denken, eentje waarvan ik ook niet kan wachten om hem zo snel mogelijk nog een keer op groot scherm te zien. Bovendien zet de film voor mij op scherp wat we hier met elkaar doen in Cannes. Ik ben er de afgelopen jaren steeds meer achter gekomen dat ik vooral naar film als film wil kijken, als een gesamtkunstwerk van beeld, textuur, licht, ritme, geluid en muziek. Dat botst soms met de dominante conventies van Cannes, waar voornamelijk prestigieuze arthousefilms met een sterke nadruk op narratieve cohesie en psychologisch onderbouwde verhaallijnen geprogrammeerd worden. In die zin is Megalopolis de ideale film voor mij, een grote greep die ik bijna altijd zal verkiezen boven iets meer conventioneels. Het is een onuitputtelijke bron voor dialoog en discussie, de ultieme aanleiding voor een debat over wat cinema is en hoe we daarover met elkaar praten en denken en schrijven.
De dag na de wereldpremière van Megalopolis draaide er zo mogelijk een nog belangrijker film in Cannes: Scénarios, de allerlaatste film van de in 2022 overleden cineast Jean-Luc Godard. Scénarios was zo’n beetje alles wat ik hoopte van een postuum slotstuk: spannend, uitdagend, ongrijpbaar, maar ook bijzonder ontroerend en oprecht. Wetende dat Godard de voice-over voor dit experimentele korte werk (samengesteld uit fragmenten uit het werk van Sartre) de dag voor zijn zelfverkozen overlijden heeft geschreven en ingesproken benadrukt hoezeer hij zich zijn hele leven heeft vereenzelvigd met cinema.
Het is moeilijk om uit te leggen wat er allemaal in Scénarios gebeurt, omdat Godard hier tegelijkertijd zo veel en zo weinig doet. Uit niet meer dan een paar stille beelden, fragmenten uit andere films en abstracte beeldvormen construeert hij een superscherp beeldessay, dat op veel zinspeelt maar zich niet simpel laat interpreteren. En dan is er nog het desoriënterende, haperende en verwarrende audiospoor dat sirenes, medische apparatuur en flarden van Godards stem omvormt tot een fascinerende kakofonie.
Zo’n werk van Godard dwingt je om je op een andere manier door een film te begeven. Bepaalde logica moet je links laten liggen, om andere, associatieve denkpatronen te leren omarmen. Het is een geweldige uitdaging die in het geval van Scénarios volledig de moeite waard was. Tot nu toe is dit mijn favoriete film van het festival.
Het werd allemaal nog ontroerender en persoonlijker door het erbij vertoonde The Film Preview of Scénarios, een videoportret van Godards creatieve proces bij het maken van Scénarios. Hij conceptualiseerde zo’n hele film via een plakboek, met hoofdstukken opgebouwd met uitgeknipte plaatjes, ingekleurde panelen en bij elkaar verzamelde citaten. Pagina voor pagina loopt hij door zijn “film”. Zo zie je de sterke rol die materialiteit speelde in zijn maakproces.
Elk bronmateriaal kon cinema worden zodra het door Godards handen ging. Dat proces is oprecht onnavolgbaar, het wordt bijna alchemie. Weinig anderen hadden zo’n wezenlijke en esoterische kennis van het ding film als Godard. Veel mooier dan daar kortstondig getuige van te mogen zijn wordt het voor mij niet.