Cannes 2023, blog 9

Onverwachts bij de kliekjes

Close Your Eyes

Filmkrant doet dagelijks verslag van het 76e filmfestival van Cannes, waar een pijnlijke miscommunicatie vragen oproept over de vreemde verhouding tussen de hoofdcompetitie en de andere secties binnen en buiten het festival.

Ongeveer een maand voor het filmfestival begint de voorpret voor Cannes-gangers met de persconferentie waarin alle films in de officiële selectie (hoofdcompetitie + Un certain regard) worden aangekondigd. Met zijn typische Franse flamboyance tovert festivaldirecteur Thierry Frémaux de Nuri Bilge Ceylans, Jonathan Glazers, Ken Loaches en Justine Triets uit een hoge hoed, waarna het grote verheugen kan mag beginnen.

Voor de Spaanse cineast Victor Erice moet 13 april een dag van gemengde gevoelens zijn geweest. Met Close Your Eyes, een melancholisch werk over een schrijver/regisseur op leeftijd die op zoek gaat naar de verdwenen acteur die ooit in zijn eerste film speelde, is hij voor het eerst in dertig jaar terug op het festivalcircuit. Maar tot zijn grote verbazing niet in de hoofdcompetitie van Cannes.

Het voelde al alsof er iets mis was toen Thierry Frémaux het podium beklom om de Cannes-vertoning van Close Your Eyes te openen en meedeelde dat Erice niet aanwezig was bij de wereldpremière van zijn eigen film. Een dag na die screening deelde de Spaanse regisseur een statement in El Pais, waarin hij uitlegt dat hij inderdaad niet naar zijn eigen première was gekomen als blijk van ongenoegen met hoe het festival was omgegaan met zijn nieuwe film. De gerenommeerde maker van absolute klassiekers als The Spirit of the Beehive (1973), El Sur (1983) en Dream of Light (1992) beschrijft hoe, nadat zijn film door Cannes was geaccepteerd, verdere communicatie stokte en hij geen idee had dat zijn film in het minder prestigieuze ‘Cannes Premieres’ – grof gezegd het kliekjesprogramma – was gezet.

Erice benadrukt dat hij absoluut geen competitieplek wil claimen. Maar op 83-jarige leeftijd had hij met zijn rentree ook voor andere festivalcompetities zoals die van Locarno of Venetië kunnen gaan. Close Your Eyes was bijvoorbeeld al uitgenodigd als openingsfilm van het zelfstandige Quinzaine des Cinéastes in Cannes, maar door een gebrekkige communicatie van het festival van Cannes verkeerde Erice in de veronderstelling dat zijn film in de race was voor een competitieplek en zette hij andere opties op andere festivals niet meer door.

Het is een miscommunicatie die prijsgeeft wat er zoal achter de schermen in het selectieproces van Cannes kan gebeuren. De onderhandelingen over welke films in de hoofdcompetitie, tweede competitie Un Certain Regard en de andere parallelprogramma’s belanden, zijn lang en complex. Regisseurs en producenten zitten vaak in een race tegen de klok om hun werk op tijd af te krijgen. Door last-minute toevoegingen van belangrijke filmmakers kan de selectie zelfs vlak voor de aankondiging in april nog ingrijpend veranderen.

Natuurlijk is zo’n festivalselectie een complexe samenloop van omstandigheden. Het is altijd deels de kwaliteit van de film, deels de timing van de indiening en deels de bijhorende vriendjespolitiek – ‘De Familie’, zoals beschreven in een vorig blog. Zo zijn er altijd films buiten de officiële competitie die eigenlijk ook een kans op de Gouden Palm verdienen, en zijn er ondermaatse titels die misplaatst voelen in de belangrijkste sectie van het festival.

Ik denk dat Close Your Eyes net niet zou werken in wat verder een best indrukwekkende competitie is. Daarvoor is Erice’s comeback een iets te lome ode aan de cinema. De nostalgische blik op de filmcultuur van weleer voelt als behoorlijk bekend terrein. Desalniettemin heeft Erice’s bijna verfrissend onhippe film nu een wel heel ondankbare plek gekregen binnen de festivalprogrammering. Want wat is die twee jaar geleden ingestelde sectie ‘Cannes Premieres’ nou echt? Alleen al die naam, op een festival waar bijna elke film een wereldpremière is. Vanouds waren er binnen het hoofdprogramma ook al ‘Special Screenings’ en titels ‘Out of Competition’, en dus voelt deze nieuwe sectie vooral als een ander label voor meer van hetzelfde. Het komt in alle gevallen op hetzelfde neer: wel in première en niet in competitie.

Grasduinend in die non-competitieve secties stuit je bijvoorbeeld op Steve McQueens monumentale documentaire Occupied City en uitstekend nieuw werk van onder andere Kleber Mendonça Filho, Amat Escalante en Lisandro Alonso. Die hadden allen niet misstaan in de hoofdcompetitie. Als we zelf directeur van Cannes mochten spelen, hadden we die wel willen ruilen met zwakkere competitietitels als Jean-Stéphane Sauvaire’s Black Flies, Jessica Hausners Club Zero en Nanni Moretti’s A Brighter Tomorrow. Dan had de competitie meer titels uit Zuid-Amerika, meer documentaires en meer films die ook kleiner, vreemder en experimenteler durven te zijn. In die zin is deze festivaleditie weer als vanouds: een Cannes om over te klagen, terwijl je er ook van kan genieten.