Cannes 2022, blog 3

Het oude als nieuw

Coupez!

De Filmkrant doet verslag van het 75e filmfestival van Cannes, dat dinsdagavond opende met de zombiekomedie Coupez!, een remake van de Japanse film One Cut of the Dead uit 2017. Daarmee lijkt de remake-waanzin die de populaire filmwereld de laatste jaren kenmerkt ook te zijn doorgedrongen in het bastion van de filmkunst.

De auteur is al decennia geleden begraven, maar originaliteit is inmiddels ook doodverklaard. Cultuurcriticues Adam Mastroianni zette het in een recent artikel op een rij: ‘Elke populaire film is tegenwoordig een remake, reboot, sequel, spin-off of uitbreiding van het filmuniversum. In 2021 was slechts één van de tien best verdienende films – het Ryan Reynolds-vehikel Free Guy – een originele film. Er waren slechts twee originele films in de top 10 van 2020, en geen enkele in 2019.’ Remakes zijn natuurlijk niets nieuws, maar ze nemen wel een steeds groter deel van het filmlandschap over.

Mastroianni heeft het over populaire films, de blockbusters die worden gemaakt om zo veel mogelijk geld te verdienen en dus zo veel mogelijk bezoekers te trekken. Bij een groeiend aanbod kiest de gemiddelde filmbezoeker (of producenten) liefst voor een titel die bekend klinkt of teruggrijpt op een positieve eerdere ervaring. Het cinematische equivalent van het op nostalgie en gewenning berustende bedrijfsvoering van McDonald’s.

Maar deze waanzin blijkt inmiddels ook doorgedrongen tot Cannes, dat zichzelf toch graag op de borst klopt als het bastion van de  filmkunst. De zombiekomedie Coupez!, de openingsfilm van de 75e editie van Cannes, is namelijk een behoorlijk trouwe remake van de Japanse film One Cut of the Dead uit 2017. Ook elders in het programma komt deze trend terug. Top Gun: Maverick, bijvoorbeeld, is een als sequel verpakte remake van het origineel uit 1986. Ook David Cronenbergs Crimes of the Future, dit jaar in de hoofdcompetitie, zou onder de verzamelterm remake kunnen worden geschaard, al is het meer een thematische voortzetting of heroverweging van Cronenbergs eigen origineel uit 1970. En ook Mariupolis 2, de documentaire van de in april 2022 door het Russische leger vermoorde Mantas Kvedaravicius, is een vervolg op Kvedaravicius’ documentaire uit 2017.

Dat is opmerkelijk. Originaliteit is immers doorgaans een belangrijk criterium om werken beoordelen (in ieder geval nu; er zijn in de kunst- en literatuurgeschiedenis momenten geweest dat het namaken of zelfs kopiëren van meesters ook een artistieke waarde heeft gekend). Dat geldt dubbel voor het filmfestival van Cannes, dat altijd de creativiteit, en daarmee impliciet de originaliteit, van filmauteurs heeft ondersteund.

De keuze voor een remake als openingsfilm is op zich niets nieuws: in 2013 opende Cannes met The Great Gatsby van Baz Luhrmann (dit jaar terug met Elvis), de vierde verfilming van het gelijknamige boek. Tien jaar eerder, in 2003, opende Cannes met Fanfan la tulipe van Gérard Krawczyk, een remake van de film van Christian-Jacque uit 1952.

Kritiek op dit soort niet-originele films ligt voor de hand, vooral als dat gaat over Amerikaanse remakes van niet-Amerikaanse films, of, in het geval van Coupez!, westerse remakes van niet-westerse films.

Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat remakes, sequels en spin-offs per definitie oninteressant zijn. Neem bijvoorbeeld The Souvenir 2, vorig jaar vertoond in Cannes-zijprogramma Quinzaine des Réalisateurs en komende zomer te zien in Eye’s Previously Unreleased-programma. Joanna Hoggs semi-autobiografische film is een waardevolle aanvulling op de voorganger, die niet alleen de thema’s van de eerste film uitbreidt, maar die eerste film ook hercontextualiseert. Crimes of the Future doet dat in het extreme, zoals je dat bijvoorbeeld ook over de relatie tussen de film Fargo (1996) en de serie Fargo (2014-heden) zou kunnen zeggen. Dit zijn thematische sequels, die niet de verhaallijn oppakken (zoals The Souvenir 2 wel doet), maar de thematiek uitbreiden of heroverwegen. Mariupolis 2 is ook een aanvulling op de eerdere documentaire over de Oekraïense stad Marioepol, alleen al omdat de oorlog die in de eerste film in de lucht hing nu echt is uitgebroken.

Coupez! doet dat niet. Het verrassende aan de keuze voor Coupez! als openingsfilm is dus niet per se dat de film een remake is, maar dat het een remake is van een film die berust op een gimmick. Het origineel One Cut of the Dead veroverde een soort cultstatus wegens zijn slimme opbouw, waarin het laatste deel van de film de opening nieuwe betekenis geeft. De film opent met een extreem amateuristische, in één shot gedraaide zombiefilm; in het slotdeel krijgen we achter de schermen mee hoe die tot stand kwam, en komt wat onkunde leek in een nieuw licht te staan. Coupez! neemt die structuur één-op-één over, al voegt de film wel een meta-laag aan het verhaal toe door grappen te maken over zijn eigen status als remake. Dat is op zich goed gevonden, want het past prima in een film die gaat over de vloeibare grenzen tussen echt en nep. Daarmee kaart Coupez! ook, op een zelfbewuste manier, aan dat de film het origineel uit zijn Japanse context trekt en in een Franse plaatst: de personages zijn (overwegend witte) Fransen, maar hebben in de film-in-de-film wel Japanse namen – iets waar de personages zelf kritisch over zijn. Het kan een observatie genoemd worden over cultural appropriation, maar het is er een zonder diepgang. Want Coupez! zegt eigenlijk niets nieuws.

Een overdaad aan remakes betekent dus niet dat originaliteit dood is. Of, anders gezegd: we kunnen origineel zijn in onze onoriginaliteit. Het hercreëren en eren van bestaande werken doet de mens namelijk al eeuwen. Maar waar bijvoorbeeld een verfilming van een stuk van Shakespeare een bepaald thema uit het origineel uitlicht of de nadruk net even anders legt, voegt Coupez! weinig toe aan het origineel. Dat maakt de keuze voor uitgerekend deze film als opener voor deze jubileumeditie van Cannes extra opmerkelijk.