Berlinale-blog 7: Generation

Voor jong publiek, maar geen kinderfilms

Sweet Thing

De Filmkrant doet dagelijks verslag vanaf de zeventigste editie van het filmfestival van Berlijn. Leo Bankersen stortte zich op de Generation-competitie, het festivalprogramma voor, met en over jonge mensen.

De film die me hier in Berlijn tot nu toe het hardst geraakt heeft is Sweet Thing van Alexandre Rockwell. Nico van elf en zijn wat oudere, naar Billie Holiday vernoemde zus moeten overeind zien te blijven tussen hoogst onverantwoordelijke volwassenen. De band met hun vader is op zich oké, maar helaas is de man voornamelijk heel erg dronken. Wanneer hij wordt opgenomen verhuizen ze naar hun moeder, die samenwoont met een man die nog veel erger is – een gemene sarcast met losse handen. De tranen springen je in de ogen bij het zien van die mishandelingen. En soms ook van ontroering, als Billie voor haar broertje Van Morrisons ‘Sweet Thing’ zingt.

Dat het zo aankomt heeft ook te maken met het feit dat de film zo goed is. Glorieus zwart-wit doorschoten met de kleur van geluksmomenten, dat je meeneemt in de hotsebotsende werkelijkheid van die broer en zus. Het geeft het een subjectieve tint, maar juist daardoor iets heel echts, dat – we halen opgelucht adem – een bevrijdende wending krijgt wanneer de kinderen er samen met een nieuw vriendje vandoor gaan.

Ondanks die opluchting, de moed en levenslust van die twee kinderen en het positieve einde bleef ik me toch bezorgd afvragen hoe schokkend die eerste helft zal zijn voor jonge kijkers vanaf een jaar of dertien – de adviesleeftijd. Jonge kijkers? Ja, want Sweet Thing is onderdeel van de competitie Generation, het Berlinale-onderdeel voor 18-min zullen we maar zeggen. Generation Kplus voor de jongste doelgroep, Generation 14plus voor tieners. Sweet Thing blijkt nog net (advies vanaf 13 jaar) in Kplus te vallen.

Niet alles in de jeugdsectie pakt zo stevig uit, maar dit voorbeeld geeft wel aan dat de Generation-programmering weinig op heeft met het traditionele begrip ‘kinderfilm’. Op de Berlinale-website stelt Mariette Rissenbeek, het hoofd van deze sectie, dat veel films in Generation niet speciaal of uitsluitend voor kinderen zijn gemaakt. Die zijn er ook wel, maar het doel is breder. Het blijkt dan ook dat filmmakers soms verrast zijn dat hun film voor Generation is geselecteerd.

Onder de handvol Generation-titels die ik tot nu toe heb gezien zitten er inderdaad een paar dit zich weinig van doelgroepetiketten aantrekken. Het criterium lijkt voornamelijk te zijn dat het verhaal vanuit het perspectief van de jonge hoofdrolspelers wordt verteld. Het traditionele onderscheid tussen films over en films voor kinderen speelt hier nauwelijks, zo is mijn indruk.

Zie bijvoorbeeld Los lobos, over twee Mexicaanse broertjes die met hun moeder naar de Verenigde Staten oversteken in de hoop op een beter leven. De traditionele kinderfilmmaker had daar een veel spannender en opwindender avontuur van gemaakt. Maar het betrekkelijk ingetogen, maar wel heel sprekende realisme, de zeer herkenbare kids en de ongewone situatie blijken de paar honderd kinderen in de grote Urania-zaal van begin tot eind te boeien.

Uitdagender lijkt me het Indiase Chronicle of Space. Het toont de wereld van een jongetje dat na een verhuizing zijn vader heel erg mist, grotendeels gevangen in poëtische impressies van zijn nieuwe omgeving. Maar die film zag ik in een persvoorstelling, dus of het jeugdige publiek (vanaf 8 jaar) zich gefascineerd laat onderdompelen kan ik niet zeggen.

Dat losjes omspringen met het onderscheid tussen jeugd en volwassen blijkt uiteraard het duidelijkst in de sectie 14plus. De traditionele tienerkomedie zullen we hier niet aantreffen, en dat een serieus drama jonge hoofdpersonen heeft wil natuurlijk niet zeggen dat het alleen voor die doelgroep is. Zo treffen we hier bijvoorbeeld The Earth Is Blue as an Orange, een in de Oekraiense Donbas-regio gesitueerde impressie van een familie die ondanks de oorlog het leven toch glans probeert te geven. Onder meer door een film te gaan maken. Of neem Yalda van de Iraanse filmmaker Massoud Bakhshi, waarin de gratieverlening van een ter dood veroordeelde jonge vrouw onderwerp is van een live-televisieshow. Als dat geen wrange satire is.

En jawel, ook de sterke Nederlandse bijdrage Paradise Drifters is uitgekozen voor Generation 14plus. Een rauw, intiem en expressief portret van drie ontwortelde jongeren op zoek naar houvast in het leven, met ‘onze’ Shooting Star Bilal Wahib in een van de hoofdrollen. Het zijn jongeren zoals regisseur en scenarist Mees Peijnenburg die ook al bij de research voor zijn eerdere korte films regelmatig tegenkwam. Ik zag Paradise Drifters eerder al op het filmfestival van Rotterdam en heb er toen niet bij stilgestaan dat je dit als ’tienerfilm’ zou kunnen labelen. Na de Berlijnse première ben ik hier nog eens naar een publieksvoorstelling van Paradise Drifters gegaan. En kijk, de zaal is gewoon gevuld met alle leeftijden.

En waarom zou Kossakovsky’s nieuwe documentaire Gunda met fascinerende observaties van boerderijdieren niet door kinderen genoten kunnen worden? Zeker wel. Gunda maakt deel uit van de Encounters-competitie, maar is ook een van de titels die als zogenaamde Cross Section Screening aan Generation zijn toegevoegd. Vanaf acht jaar. Goeie cinema is voor iedereen.