Berlinale 2024, blog 3

Oekraïne en het Russisch imperialisme

In ‘The Editorial Office’ gebruikte kranten en typemachine op de tentoonstelling ‘Something Simple, Animalistic, Strong’ in het Pilecki-Institut, Berlin. Foto: KEES Driessen

Drie aangeslagen filmmakers zitten in het Pilecki-Institut in Berlijn voor een openbaar gesprek rond The Editorial Office. Want hoeveel zwarte humor Roman Bondarchuks film ook bezit, over de echte situatie in Oekraïne valt niet te lachen. Er vallen tranen in het publiek; na afloop vertrekt de hoofdrolspeler richting front.

Dmytro Bahnenko, hoofdrolspeler van Roman Bondarchuks The Editorial Office (Redaktsiya), is acteur af. Hij is nu weer soldaat.

Na de première keert hij terug naar Oekraïne. Het was een surrealistische ervaring, vertelt hij bij de opening van een tentoonstelling gewijd aan de film in het Berlijnse Pilecki-Institut, om onderweg naar het festival te appen met zijn kameraden aan het front. “En als ik terugga zal het ook wel een paar dagen duren voordat ik besef dat ik niet meer in Berlijn ben.”

Bahnenko, regisseur Bondarchuk en producent Darya Averchenko zaten er bedrukt bij tijdens het publieke interview dat ze bij die opening gaven. Het ging ook niet alleen over de film – een zwart-satirische weergave van de situatie in Zuid-Oekraïne, waarvan je je kunt afvragen hoe satirisch de belachelijke vormen van corruptie die de film toont eigenlijk zijn – maar vooral ook over de werkelijke situatie rondom Cherson, woonplaats van zowel Bahnenko als Bondarchuk.

The Editorial Office werd opgenomen voordat de massale Russische inval van 2022 ook Cherson een maand lang bezet hield, waarbij de Zuid-Oekraïense stad zwaar beschadigd raakte. Op een scherm in het Pilecki-Institut is een scène uit de film te zien die zich afspeelt in een eco-retraîte vlakbij Cherson. Op een scherm eronder is te zien wat er van die locatie over is: een paar stukken steen staan nog overeind van het grotendeels houten complex, met daartussen geblakerde stukken grond. Zo werd deze fictiefilm per ongeluk ook een documentaire: veel van wat The Editorial Office heeft vastgelegd, bestaat al niet meer.

Beeld uit ‘The Editorial Office’ met daaronder dezelfde locatie na de Russische bezetting van de Cherson-regio.

Bahnenko bevond zich in Cherson tijdens de Russische bezetting en maakte als journalist clandestien opnames, wat resulteerde in de korte documentaire Occupied die werd uitgezonden door de BBC. “Ik verliet de stad via de laatste weg waarmee je nog uit bezet gebied kon komen. Maar we moesten langs zesendertig Russische roadblocks en de soldaten konden doen wat ze wilden. Een vriend van mij had een T-shirt met Oekraïense kleuren en ze zeiden tegen hem: ben je een nazi? Hij overleefde het, maar stierf later bij Bakhmut. Het is een situatie waarin je geen enkele rechten meer hebt.”

Bahnenko’s verhaal benadrukt hoe serieus de achtergrond is van deze film, waarover tegelijkertijd vaak ruimhartig gelachen kan worden. Opvallend genoeg neemt het verhaal vooral Oekraïne zelf de maat: het beschrijft een extreme vorm van corruptie waarbij alle partijen – politiek, politie en pers – elkaar gevangen houden in een gewelddadige wurggreep van nepnieuws en financiële belangen.

Je zou kunnen denken dat zo’n kritisch zelfportret gevoelig zou liggen in tijden van oorlog en nationale eenheid, maar volgens Bondarchuk is dat geen enkel probleem: “Toen de oorlog begon nam de overheid korte tijd alle mediakanalen over. Dat was toen te rechtvaardigen, met het oog op de risico’s van desinformatie, maar inmiddels kun je weer gewoon publiceren wat je wilt.”

Vlnr regisseur Roman Bondarchuk, gespreksleider Ibrahim Naber (Oekraïne-verslaggever van Welt), hoofdrolspeler Dmytro Bahnenko en producent Darya Averchenko.

Wat niet wil zeggen dat dat ook altijd gebeurt. Bondarchuk: “We worden nog steeds beïnvloed door de Sovjet-mentaliteit van twee waarheden: degene die je wel en degene die je niet mag schrijven.” Een invloed die door de gespreksdeelnemers wordt gekoppeld aan het ‘Russisch imperialisme’. Het is een terugkerende klacht van veel – maar niet alle – vertegenwoordigers van de Oekraïense filmwereld: het Westen ziet de Russische agressie te veel als het werk van een kliek rondom Poetin; in Oekraïne zien de meeste mensen de aanval op Oekraïne als veel dieper verankerd in de Russische cultuur van imperialistische expansie. Waarbij ze wijzen op de gerichte pogingen van het Russische leger om zo veel mogelijk Oekraïense cultuurbronnen te vernietigen. Daarom blijven ze erop hameren dat voorlopig alle Russische filmproducties van festivals geweerd zouden moeten worden – dat een filmmaker zich tegen Poetin keert is niet genoeg. Ook bij het afgelopen IDFA kwam weer zo’n verzoek binnen.

In het Westen vindt die oproep voorlopig weinig gehoor en ook binnen de Oekraïense filmwereld is niet iedereen het hiermee eens – zie een regisseur als Sergei Loznitsa. Maar het is goed om te beseffen hoezeer de Oekraïense filmwereld, en de Oekraïense maatschappij in z’n geheel, worstelt met de erfenis van de Sovjet-Unie en de historische, vaak gruwelijke onderdrukking door de oosterbuur.

Maria’s Silence

Iets daarvan, maar dan vanuit Lets perspectief, toont op de Berlinale ook Dāvis Sīmanis’ film Maria’s Silence (Marijas klusums), een krachtig historisch drama dat zich afspeelt tijdens de Stalin-terreur. De focus ligt op een Lets theatergezelschap dat wordt beticht van ‘formalisme’ en ‘anti-Sovjet-gedrag’. Een zuiveringscampagne waar de Sovjet-machthebbers zich drukker om maken dan om de wankelende maatschappelijke orde, waarvan we voortdurend voorbeelden voorbij zien komen, van voedseltekorten tot straatroof. Terwijl de Letse onderdrukking onvermijdelijk doet denken aan de angst van de huidige Baltische staten om opnieuw door Moskou overheerst te worden.

De film is geschoten in dramatisch, maar elegant zwart-wit dat als tijdloze stilering de historische afstand deels overbrugt. Sterkste symbool in de film vormen de vrachtwagens met ‘Brood’ erop die door de nachtelijke, lege en besneeuwde straten rijden, waarin in werkelijkheid de slachtoffers van massa-arrestaties worden afgevoerd.

Ook in dit verhaal gaat het voor een belangrijk deel om een mentaliteitskwestie: hoever buig je mee en hoever bied je intellectueel verzet tegen een dogmatische, sadistische onderdrukker die zich ongegeneerd keert tegen de vrijheden van journalisten en kunstenaars?

A Bit of a Stranger

Diezelfde vraag loopt als een rode draad door de documentaire A Bit of a Stranger. Met als kanttekening dat die intellectuele vrijheid ook als de bezetter eenmaal vertrokken is moeilijk te heroveren kan blijken. Dat is de ervaring van regisseur Svitlana Lishchynska die zelf geboren werd in de Sovjet-Unie en zich niet van dat mentale juk kan verlossen. Het maakte haar, zowel in haar eigen ogen als in die van haar dochter, tot een tekortschietende moeder. Lishchynska portretteert vier generaties vrouwen uit haar familie, naast haarzelf en haar dochter ook haar eigen moeder, eveneens kind van de Sovjet-Unie, en haar jonge kleindochter.

Voor die laatste speelt de vraag of haar moeder haar Oekraïens zal leren spreken of toch Russisch, de taal waarmee ze zelf opgroeide in het Oost-Oekraïense Marioepol, thuisbasis van de familie. “Ik kan wel Oekraïens spreken,” zegt die moeder, “maar ik droom in het Russisch.” De grootscheepse vernietiging van Marioepol door Russische troepen, waarvan ze niet wilde geloven dat het stond te gebeuren, heeft haar innerlijk verscheurd. Een botsing van Sovjet-Unie en nationale identiteiten, Russische en Oekraïense geschiedenis en politieke versus culturele werkelijkheden binnen één persoon.

Al deze films plaatsen de huidige Russische aanval op Oekraïne in een breder historisch en cultureel kader, met breuklijnen die zich zowel tussen de landen als binnen Oekraïne zelf bevinden. En betogen impliciet dat er geen reden is te denken dat deze agressie binnenkort zal eindigen.

De aanwezigen bij het gesprek over The Editorial Office beseffen dat laatste helaas maar al te goed. Bondarchuk: “We hebben veel meer steun nodig om de Russen tegen te houden.” Want, zegt producent Averchenko: “Het is belangrijk te beseffen dat deze oorlog niet alleen gaat over Rusland en Oekraïne. Je moet ons helpen winnen, zodat het niet verder gaat.”

En het is al veel te ver gegaan, verzucht Bahnenko, de journalist die acteur werd en daarna soldaat: “Deze oorlog raakt iedereen in Oekraïne. We moeten vechten, want we herinneren ons allemaal Marioepol. En hoe het was in Cherson onder de Russische bezetting, hoe mensen werden vermoord alleen omdat ze bij een protestbijeenkomst waren. In het begin van de oorlog was alles zwart en wit, maar later wilden mensen in het Westen het over grijstinten gaan hebben. Maar als ik mensen hier hoor zeggen dat we met de Russen moeten praten, zie ik in m’n hoofd de beelden van wat Rusland deed, doet en zal doen in Oekraïne.”


De tentoonstelling Something Simple, Animalistic, Strong is nog t/m 21 februari 2024 te zien in de foyer van het Pilecki-Institut in Berlijn.