Freeze Frame #27

Een iets te grote jas

My Life as a Dog. Illustratie: Lae Schäfer

Regisseur Shady El-Hamus (De libi; Forever Rich) brengt maandelijks een ode aan een bijzondere filmscène. Deze keer: My Life as a Dog.

Het duurde even voordat ik begreep wat de kracht van kleding in films kan zijn. Tijdens het maken van mijn eerste korte film had ik eigenlijk geen idee wat een personage aan moest. Gewoon, kleren. Mijn creativiteit ging veel meer uit naar het verhaal, de sfeer en de ontwikkeling van de personages. Nu, jaren later, vind ik kleding nog steeds een van de meest ingewikkelde onderdelen, vooral omdat ik inmiddels weet hoeveel die keuzes kunnen betekenen en ik besef dat er eigenlijk altijd maar één kledingstuk echt perfect is.

In een van de belangrijkste scènes uit mijn favoriete jeugdfilm speelt een winterjas een onvergetelijke rol. Het is 1958 in Zweden en Ingemars moeder is ziek. Zo ziek dat hij en zijn broer niet langer bij haar kunnen wonen en Ingemar naar familie op het platteland wordt gestuurd. Daar begint hij met horten en stoten aan zijn nieuwe leven – hij woont bij zijn oom, maakt vrienden en leert uiteindelijk zonder zijn moeder te leven.

My Life as a Dog is een klassieke coming-of-age die in 1985 de hele wereld overging en zelfs Michael Jackson dusdanig raakte dat hij de hoofdrolspeler uitnodigde om naar ‘Neverland’ te komen (iets wat inmiddels een dubbel gevoel oproept, maar wel het internationale succes van de film illustreert). Die hoofdrolspeler, Anton Glanzelius, maakt zijn emoties zo invoelbaar dat zijn gezicht na het zien van de film op je netvlies staat gebrand.

Ik weet nog dat ik de film in de jaren negentig met mijn moeder zag. Het was de tijd van elke zondagochtend Villa Achterwerk kijken, met als terugkerend hoogtepunt de vele Scandinavische kinderfilms die werden uitgezonden. Vele ochtenden zat ik in pyjama voor de kleine televisie, terwijl ik me verloor in al die verhalen van al die kinderen. Maar geen van hen raakte me zoals Ingemar. Ingemar houdt zo van zijn moeder en het doet hem zo’n pijn om haar te zien aftakelen, dat hij maar blijft ontkennen hoe ziek ze is. Je voelt dat hij het niet aankan, dat hij het ontkent, zoals dat bij kinderen gaat, en dus breekt je hart als hij zich maar blijft uitsloven, om haar op te vrolijken, om haar trots te maken, om een beetje van haar liefde te krijgen voordat het te laat is.

Een van de laatste keren dat Ingemar zijn moeder in het ziekenhuis opzoekt, heeft hij een nieuwe jas. Het is een dikke, bruine, leren jas met een grote ijzeren rits. Maatje te groot, tikkeltje te zwaar, maar Ingemar is trots en wil hem bij aankomst per se aanhouden zodat hij hem aan haar kan laten zien. Zo staat hij even later in de ziekenhuiskamer van zijn moeder, glunderend, wachtend op haar erkenning. Ze ziet hem wel, de jas, maar is te ziek om Ingemar de reactie te geven die hij verlangt. Haar dood is al in zicht en overschaduwt alles. Het beeld van die kleine Ingemar met die zware jas om zijn kleine schouders vat een groot deel van het drama samen. Zijn verdriet, zijn eenzaamheid, en uiteindelijk ook zijn rouw, voel je in het bruine leer dat hem omhult.

De scène laat zien dat schrijver/regisseur Lasse Hallström de kracht van kleding kent. Niet alleen schreef hij de jas in de scène, hij wist met hulp van zijn kostuumontwerper ook die ene perfecte jas te vinden. Kleding is een van de vele middelen die je als filmmaker tot je beschikking hebt en doet dus op geen enkele manier onder voor al die anderen – het duurde even voor ik dat begreep. Ik was niet de enige, want pas in 2020 werd er een Gouden Kalf voor Beste Costume Design in het leven geroepen. Beter laat dan nooit.

Geschreven door Shady El-Hamus