Dansplaining #37

Renaissance van de concertfilm

Stop Making Sense

Dan Hassler-Forest zoekt als de Indiana Jones van de filmwetenschappen naar verborgen betekenissen en geheime kamers van de filmgeschiedenis.

Het filmjaar 2023 zal de boeken in gaan als het jaar van Barbie. Geen enkele andere film deed de kassa’s wereldwijd zo hard rinkelen, noch was er een film waarover meer gepraat werd. Maar er was nog een andere jonge blonde vrouw die een triomftocht door de bioscopen maakte.

Na een retrospectieve tournee die alle records brak, trok Taylor Swift: The Eras Tour overal volle zalen. Zo ontdekte een hele nieuwe generatie het ondergewaardeerde plezier van een vakkundig gemaakte concertfilm. Swift was niet alleen: wereldster Beyoncé sloot haar tournee af met de ambitieuze concertfilm Renaissance, die ruim 40 miljoen dollar opbracht.

Deze films worden vaak net te makkelijk weggezet als louter commerciële producten, gemaakt om de grootste fans te behagen. Maar de concertfilm kan zo veel meer zijn. Het genre nodigt je uit om film niet te ervaren als een enkel narratieve ervaring, maar juist te genieten van licht, geluid, kleur, virtuositeit en spelplezier.

De eerste grote concertfilms waren het product van de tegendraadse subculturen uit de jaren zestig. Monterey Pop (1968) van documentairemaker D.A. Pennebaker bracht de hippiecultuur van San Francisco in beeld tijdens een groot muziekfestival; Woodstock (1970) wist het hoogtepunt van de hippiecultuur vast te leggen; en Gimme Shelter (1970) liet zien hoe een Rolling Stones-concert omslaat in een horrorfilm met dodelijke afloop.

In de jaren zeventig en tachtig verschenen er voor het eerst concertfilms die niet door documentairemakers waren gemaakt, maar door gerenommeerde regisseurs van fictiefilms. Zo bracht Martin Scorsese met The Last Waltz (1978) een eerbetoon aan de Amerikaanse rockgeschiedenis en liet Jonathan Demme met Stop Making Sense (deze maand opnieuw in de bioscopen) zien hoe goed de uitgekiende choreografie van een popconcert zich leent voor een overweldigende filmervaring.

Die twee films worden door de meeste liefhebbers nog altijd gezien als de gouden standaard van de concertfilm. Maar met de opkomst van de videoband en de dvd werd het genre daarna overwoekerd door een lawine van concertregistraties die zonder enige visie waren geregisseerd en met de keukenmachine leken te zijn gemonteerd.

Nu lijkt de tijd eindelijk rijp voor een herwaardering van dit bijzondere genre. Stop Making Sense maakte al een exclusieve tournee langs Amerikaanse IMAX-zalen en opeens stond een hele nieuwe generatie te dansen in de gangpaden op de klassieke beats van Talking Heads. Netflix investeert al jaren in grootschalige concertfilms, zoals Jonathan Demme’s Justin Timberlake + The Tennessee Kids (2016) en Homecoming (2019).

Taylor Swift toonde dit jaar aan dat deze films zowel artistiek als commercieel succesvol kunnen zijn. Met een filmindustrie waarin producenten en distributeurs vooral inzetten op grootse evenementen, is de tijd eindelijk rijp voor een herwaardering van de concertfilm.

Geschreven door Dan Hassler-Forest