Dansplaining #17
Zombie-Oscars

Spider-Man: No Way Home
Dan Hassler-Forest zoekt als de Indiana Jones van de filmwetenschappen maandelijks naar de verborgen betekenissen en geheime kamers van de cinema.
Waarom kreeg Spider-Man geen Oscarnominatie? Toen de jaarlijkse lijst vorige maand bekend werd gemaakt, was de reactie inmiddels voorspelbaar: komieken en filmfans maakten grapjes over hoe weinig mensen The Power of the Dog gezien hadden. Zouden de grootste filmprijzen ter wereld niet meer relevantie hebben als ze expliciet ook publieksfavorieten meer op de voorgrond zouden zetten? Zou de neerwaartse lijn van de kijkcijfers met een dergelijke kunstgreep nog omgekeerd kunnen worden? En hebben de Oscars nog wel relevantie in een industrie die niet meer structureel investeert in originele filmproducties?
De Academy ziet al jaren met lede ogen aan dat de interesse in de Oscar-ceremonie steeds verder afneemt. Terwijl de organisatie met hashtags als #OscarsSoWhite terecht bekritiseerd wordt voor het in stand houden van racisme in de filmindustrie, blijkt dat het voor het grote publiek nauwelijks uitmaakt hoeveel aandacht ze aan verhoogde diversiteit besteden: het vertaalt zich niet naar betere kijkcijfers.
Dit leidde er al eerder toe dat het aantal nominaties voor Beste Film werd verhoogd van vijf naar maximaal tien. Zo zou er meer ruimte ontstaan voor een breder spectrum aan films, en daarmee meer interesse vanuit fans die bijvoorbeeld graag een Marvel-film zien winnen. Ook worden steeds meer prijzen uit de live-uitzending geschrapt: dit jaar worden zelfs essentiële prijzen als Beste Montage, Beste Make-up en Beste Score achter de schermen uitgereikt.
Maar het gewenste resultaat blijft uit. Welke kunstgrepen de Academy ook toepast, ze zwemmen tegen de stroom in met urenlange mediaspektakels die ouderwets op tv worden uitgezonden. Elk jaar blijken minder mensen bereid te zijn om een hele avond te gaan zitten voor een live-evenement waarin beroemdheden zichzelf feliciteren voor het werk dat ze doen.
Voor een deel komt dit zeker doordat steeds minder mensen überhaupt televisie kijken. Maar voor een ander deel is dit ook een resultaat van de structurele reorganisatie van Hollywood. Waar studio’s ooit fabrieken waren die een breed spectrum aan films produceerden, hebben ze zich in de laatste jaren meer en meer toegelegd op eindeloze franchises die gegarandeerd geld opleveren. Geen wonder dat de prestigefilm met de meeste Oscar-nominaties dit jaar geen studiofilm is, maar een productie van streamingdienst Netflix: tegenwoordig verwacht niemand meer dat de gemiddelde kijker de deur uit wil voor een drama zonder licht-zwaarden, race-auto’s of superhelden.
Ergens hebben de verongelijkte fans van Spider-Man dus ook wel gelijk: blockbusters en franchises zijn in Hollywood geen uitzondering meer, maar de regel. Kleinere films verliezen in veler ogen daardoor hun bestaansrecht. De Oscars zijn dan ook geen prijzen meer die aan een levendige en diverse filmindustrie worden uitgereikt. Ze zijn een dood relikwie uit een vervlogen tijdperk; een ritueel ter meerdere eer en glorie van een industrie die eigenlijk al dood is, maar die zich als een zombie blijft voeden met de laatste restanten van een levenloos studiosysteem.