De grote boosdoeners

Funny Face

Heb je als filmmaker net zo hard je best gedaan om het er allemaal een beetje fatsoenlijk en goed belicht uit te laten zien, krijg je het verwijt dat je te veel geld aan production value hebt uitgegeven. De werkelijkheid is lelijk, dus waarom zouden films dan mooi zijn? De grote boosdoeners, trends en theoretici op een rijtje.

Flitslichtmontage
Ook wel MTV-montage. Onder invloed van de muziekclip ontdekken filmmakers dat je in drie minuten en zoveel seconden best een verhaaltje kunt vertellen. Dat betekent dat je in negentig minuten best het leven van alle mensen op de planeet kunt laten zien. Bijkomend voordeel van deze stroboscoopneurose is dat je eigenlijk helemaal niets hoeft te laten zien of vertellen, want de beelden flikkeren toch te snel voorbij.

Realisme
Op een dag werd er een filmmaker wakker die het zat was om nog langer naar esthetische authenticiteit te streven. Authentiek = echt = realistisch. Weg met het sublieme. Kortom: hoe meer films op de werkelijkheid lijken hoe beter. En om misverstanden te voorkomen: de werkelijkheid is natuurlijk niet romantisch, betoverend of meeslepend, want daar hebben, pardon hádden we de cinema voor. Om een gevoel van artistieke authenticiteit te bereiken mag de filmmaker zo min mogelijk in de werkelijkheid ingrijpen. De werkelijkheid is lelijk, dus waarom zouden films dan mooi zijn? Het wachten is op de eerste Oscar voor production design voor een reality soap.

Amateuracteurs
Regisseurs met historisch bewustzijn verwijzen nog wel eens naar Bresson en zijn voorliefde voor hoofdrolspelers met een lege blik, waarop de toeschouwer al zijn eigen emoties, gedachten en emoties kan projecteren. Geschoolde acteurs werpen tegen dat ook langdurig neutraal in de camera kijken training, discipline, beheersing en gevoel voor timing vereisen. Het resultaat is echter dat een regisseur beter mensen kan casten die het personage zíjn, dan die het personage kunnen spelen of verbeelden.

Hand-held dv-camera
Hij is klein, beweeglijk en hij past in een papieren zak en iedereen kan de aan-en-uit-knop hanteren. Dat het soms wat bibbert en toch nog onscherp is, een kniesoor die daarop let. Want ziet het er immers niet net uit alsof de camera er echt bij was?

Dogma
Misschien is Lars von Trier met zijn op 13 maart 1995 aan de Deense pers gepresenteerde Dogma-manifest wel de grootste boosdoener. Kern was een aantal technische voorschriften over hoe een film gemaakt moest worden: zonder rekwisieten, kunstmatige belichting, toegevoegde muziek en special effects, met een handheld-camera en op een bestaande locatie. Later zouden ze vertellen dat het manifest, dat de contemporaine filmproductie beslissend zou beïnvloeden, in minder dan 25 minuten en met de slappe lach was neergeschreven. Opvallend is in ieder geval dat Von Trier en zijn maatje Thomas Vinterberg eigenlijk maar twee echte Dogma-films maakten: The Idiots en Festen, die juist heel inventief waren in het esthetisch ondermijnen van hun eigen geboden.

Lowbudget
Net zoals het vooroordeel wil dat arme mensen er altijd slecht uitzien, zo hoeven voor weinig geld gemaakte films er volgens de gangbare opinie ook niet goed verzorgd uit te zien. Terwijl de mode in tijden van economische recessie juist sjiek en decadent is, weerspiegelen films die een gering budget hadden het bankboekje van de makers.

Anti-intellectualisme
Alles waar je langer dan één minuut over na moet denken is al bij voorbaat verdacht. Dus laat filmbeelden er in hemelsnaam niet uit zien alsof ze nog iets te betekenen hebben. Of erger nog: alsof je er, als je er wat langer naar kijkt misschien nog iets in kunt ontdekken.

Wansmaak
Na het postmodernisme mag het allemaal: cult, camp, kitsch, wansmaak. We hebben erom gelachen. We hebben ons verheven gevoeld boven degenen die het allemaal nog wel serieus namen. En langzamerhand zijn we er zelf verslaafd aan geraakt. Geen film kan meer zonder knipoog. Ook schoonheid is relatief.


Dit artikel verscheen in de zomerspecial ‘Taboe op schoonheid’.