Remix cinema

Hilarische filmpjes en utopische visioenen

  • Datum 28-04-2011
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Nieuw is het niet, maar sinds een tijdje kom je het remixen van beelden echt overal tegen. Wat is er allemaal te zien en waarom zou remix het begin van een nieuw tijdperk zijn?

Het begin van de remix- of cut ‘n’ paste-cultuur wordt meestal gelegd bij de opkomst van hiphop. In de jaren zeventig maakten New Yorkse dj’s, beïnvloed door de Jamaicaanse toasters, nieuwe muziek door het bewerken en mixen van verschillende platen op hun draaitafels. Maar ook toen was remixen al niet nieuw meer, de twintigste eeuw kent genoeg soorten collagekunst als Dada of Pop-Art. Toch kan iedereen er pas sinds de eeuwwisseling echt mee uit de voeten. Dankzij digitale technologie en internet zijn beelden en geluiden voor iedereen beschikbaar en zijn massa’s mensen bovenop het remixen gedoken.
Een remix is vaak, net als in muziek, een bewerking van een bekend stuk. Op YouTube vind je ontelbare adaptaties van populaire films. Wie kent er niet een of andere mash-up of spoof van star wars? Maar ook dat stadium hebben de remixers alweer achter zich gelaten. Inmiddels zijn de favoriete onderwerpen niet meer speelfilms, maar de YouTube-hits zelf. Zoals de Double-Rainbow-Guy of Rebecca Black. Zulke remixes doen het goed als viral wanneer ze grappig zijn of iets onverwachts toevoegen, want humor en spontaniteit zijn zo’n beetje de ruggengraat van YouTube. Maar de vraag dringt zich op of remix cinema niet meer kan zijn dan vluchtige bewerkingen en de melige creativiteit van massa’s YouTube enthousiastelingen, die zich steeds kortstondig laten meeslepen door nieuwe obsessies (meme’s)?

Orkest
Remixen omvat meer dan melige mash-ups. Je zou remix cinema kunnen zien als de verzameling van alle films die gemaakt zijn van bestaand materiaal. Die kunnen op allerlei manieren geproduceerd worden. Aan de ene kant is er community filmmaking zoals de mash-ups van amateurs op YouTube waarbij het niet uitmaakt wie de auteur is of wie er de credits voor krijgt. Aan de andere kant bestaan er serieuze remix auteurs, zoals Johan Grimonprez of Christian Marclay, die speelfilms remixen tot afgeronde kunstwerken.
Iemand die beter past in de geest van het open source, 2.0-auteurschap is de Israëlische muzikant Ophir Kutiel, beter bekend als Kutiman. Hij lanceerde in 2009 zijn project THRU-You.com, met remixen van de typische YouTube-filmpjes waarin mensen zichzelf met webcam opnemen terwijl ze een muziekinstrument bespelen. De manier waarop de films van Kutiman de solitaire muzikanten samenbrengen in een virtueel orkest is ontroerend. Lawrence Lessig, de voorvechter van de open-source-cultuur en een van de oprichters van Creative Commons, zag in Kutiman een pionier van een nieuw model van werken, die de conventies over auteurschap op zijn kop zet. Maar niet iedereen ziet Kutimans films en remix cinema als een nieuwe utopie.

Prosumer
Vanaf haar doorbraak leidt remix cinema tot hevige discussie over rechten en culturele waarden. Volgens Brett Gaylor, de maker van de documentaire rip: a remix manifesto uit 2008, is het toe-eigenen en gebruiken van materiaal gemaakt door anderen, essentieel voor het voortbestaan van creativiteit. Zijn documentaire was een gepassioneerd pleidooi voor de hervorming van het auteursrecht, hoewel zijn argumenten soms de zaken wel erg versimpelden. Natuurlijk bestaat cultuur altijd al uit het voortborduren op en gebruiken van wat daarvoor gemaakt is en zijn de strikte copyrightregels dringend aan revisie toe. Maar Gaylor stapt wel erg gemakkelijk over de vraag heen of iedereen zich alles mag toe-eigenen. Wanneer hij in z’n documentaire Brazilië bezoekt en de rijke cultuur van dat land als het resultaat van de 2.0-revolutie neerzet, gaat hij voor het gemak voorbij aan de eeuwenoude hybride cultuur die bestond voordat iemand ooit van mash-ups gehoord had.
De meeste pleitbezorgers van de remix-cultuur, zoals rechtsgeleerde Lawrence Lessig of mediawetenschapper Lev Manovich, zijn veel genuanceerder dan Gaylors manifest. Achter de kwestie rond auteursrechten schuilen utopische idealen over een ander soort inrichting van de samenleving. Waarin burgers geen passieve consumenten meer zijn aan het infuus van de massamedia, maar door ‘nieuwe media’ kunnen participeren en zelf producent (prosumer) van cultuur kunnen worden. Wat de remix-activisten meestal voor ogen staat is een outsider, een gewone burger, die middelen krijgt om tegen de dominante cultuur in te gaan. Maar krijgen burgers dan automatisch meer macht en bloeit de counterculture op dankzij remix cinema?

iPhone
Niet automatisch, bepleitte Stanford-wetenschapper Ethan Plaut vorige maand op de remix cinema-conferentie in Oxford, want er wordt veel te makkelijk voorbijgegaan aan ethische vragen. Plaut analyseert Kutimans THRU-You films en stelt dat die de macht van burgers juist verminderen in plaats van vergroten. De amateurmuzikanten werd nooit om toestemming gevraagd en de privésetting van hun video’s veranderde ineens in een publiek optreden. De esthetiek van Kutimans films maakt dat burgers objecten worden in plaats van subjecten, de stijl is bovendien een onpersoonlijk kader waarin mensen slechts stukjes data zijn. Deze stijl noemt Plaut een soort ‘God’s trick of seeing everything from nowhere’ en hij bekritiseert de utopische commentaren die vaak in discussies over remix cinema te horen zijn. Waarom zou het mensen meer macht geven als die mensen net zo goed onderdeel kunnen worden gemaakt van een dominant systeem?
Een vergelijkbare paradox van remix cinema als power to the people, is de ‘diefstal’ van kunstenaar Christian Marclays telephones (1995) door multinational Apple. Nadat Marclay weigerde zijn remix van filmscènes met telefonerende mensen te verkopen voor een iPhone-reclame, besloot Apple maar gewoon Marclays remix na te maken zonder zijn toestemming, hij had immers toch de rechten over de films niet. Waar Marclay alleen stond, waren de mashers van der untergang (Oliver Hirschbiegel, 2004) echter met velen. In deze remix, waarin Bruno Ganz een woedende speech houdt als Adolf Hitler, werd door het aanpassen van de ondertiteling veranderd in honderden hilarische parodievideo’s, waarin Hitler zich over van alles druk maakt: van de dood van Michael Jackson tot de kredietcrisis. Hier zou je remixen tevens kunnen zien als een illustratie van postmodernisme, waarin in een oneindige dans de betekenis van een film wordt afgebroken, zodat er weer een nieuwe betekenis mee gemaakt kan worden. Bruno Ganz’ speech in der untergang was al honderden, misschien wel duizenden keren opnieuw gemixt, toen de productiemaatschappij in 2010 ze plotseling allemaal van het web probeerde te halen. Waarna het (onvermijdelijke) postmoderne zelfbewustzijn toesloeg en honderden nieuwe der untergang-speeches verschenen waarin Ganz’ Hitler tekeergaat tegen het remixen van zijn eigen speech, door middel van die speech dus. The meme had gone meta.

Wat nu?
Maar welke utopische veranderingen in onze cultuur kunnen we dankzij remix tegemoet zien? Daarvoor is meer nodig dan de bewering dat consumers nu prosumers zijn, want maar een klein gedeelte van het publiek houdt zich bezig met het bewerken en posten van remixen. De meesten van ons hebben immers alleen zin om remix cinema te bekijken. Zou er dan niet meer aandacht moeten zijn voor wat de remix films doen met kijkers? Het produceren van remix zou dus een nieuwe en actieve reactie op beelden zijn, maar paradoxaal genoeg negeert dit een belangrijk aspect van de twintigste-eeuwse collagefilms. Waren de makers daarvan niet vooral uit op een actieve reactie van kijkers? Montage is, vanaf de eerste lange found footage films als the fall of the romanov dynasty (Esfir Shub, 1927) via Godards serie van filmbewerkingen in histoire(s) du cinéma (1988-1998), een middel om de kijker anders te laten kijken, aan het denken te zetten, te transformeren. Als remix cinema een bijdrage moet leveren aan een cultuur waarin mensen meer autonomie en middelen hebben om tegen de dominante cultuur in te gaan, is de constatering dat er een enthousiaste participatie van een kleine groep mensen is, niet genoeg. Na de discussie over het feit dat er remix cinema gemaakt wordt, wordt het tijd voor discussie over wat er gemaakt wordt.

Eva Sancho Rodriguez