IFFR: Stanya Kahn

De constante dreiging verpletterd te worden

Happy Song for You

In de wereld van Stanya Kahn zijn vogels kleinzielige zeurpieten en gaan vrolijke liedjes gepaard met bloed en bondage. Het IFFR wijdt een focusprogramma aan de Californische kunstenaar die haar personages beschouwt als “verschillende staten van zijn”.

Lois is de winnaar van een belspelletje op de radio. De prijs: een cruise naar de Bahamas. Het organiserende radiostation stuurt cameraman Peter op Lois af om haar dankbaarheid te filmen voor een reclamespotje, maar in plaats daarvan grijpt ze het moment aan voor haar vijftien minuten roem. De winnaar blijkt een wannabe kunstenaar te zijn, die het gesprek telkens terugstuurt naar de sculptuurtjes op de achterbak van haar auto, die eruitzien als de lomp aan elkaar geplakte overblijfselen van een rommelmarkt. Na aanhoudende pogingen haar aan het script te houden, laat Peter haar begaan. Hij laat zich zelfs meevoeren naar een picknickplek, waar Lois vol vuur vertelt over haar droomprojecten, zoals een remake van Michael Jacksons Thriller-video maar dan met vogel- en windgeluiden.

Winner (2002) is op het eerste gezicht een interview dat op hilarische wijze uit de bocht vliegt. Lois is een karikatuur van de kunstenaar als hete-luchtbakker, maar de manier waarop ze het platte cruiseplezier afwijst neemt je voor haar in. Ze wil geen onderdeel zijn van de entertainmentindustrie, maar hunkert wel naar de aandacht die daarbij hoort. We kunnen hierin ironische zelfreflectie zien van Stanya Kahn, de kunstenaar die Lois speelt. Of een vooruitblik op de samenwerking met Harry Dodge, die de toegeeflijke cameraman Peter speelt en met wie Kahn na Winner nog vele films zou maken.

Achtertuin van Hollywood
Stanya Kahn, aan wie het IFFR dit jaar een focusprogramma wijdt, is geboren en getogen in Californië. Die afkomst is bepalend voor haar werk. Kahn groeide op in de achtertuin van Hollywood en in het epicentrum van de westerse beeldcultuur. Een vruchtbare omgeving waar onderwerpen als turbokapitalisme, gentrificatie, machtsmisbruik, verveling en vervuiling zich in het volle zicht van de camera presenteren.

Toch was ze waarschijnlijk bekender geweest als haar wieg in Idaho of Alabama had gestaan. Kahns werk is vertoond op belangrijke biënnales, maar in een standaardwerk als Video Art: The First Fifty Years komt haar naam niet voor. Ze wordt overschaduwd door (vaak mannelijke) Californische collega’s als Bill Viola, Paul McCarthy en Mike Kelley. Ze werkt bovendien vaak samen met anderen en collectief opererende kunstenaars laten zich nu eenmaal minder makkelijk canoniseren.

Bovendien beperkt Kahn zich niet tot één onderwerp en stijl en is haar werk daardoor misschien minder herkenbaar. Haar films variëren van grotendeels geïmproviseerd, zoals Winner, tot strak gescripte composities als Happy Song for You (2011), een kruising tussen een archeologische poppenkast en een martelvideo op de maat van Tom Waits-achtige muziek. Kahns verhalen meanderen of maken bokkensprongen. Ze ogen quasidocumentair, neigen naar slapstick of bestaan uit bewegende schilderijen.

Bezorgder
Humor met een kritisch, soms inktzwart randje is een van de weinige constanten in Kahns oeuvre. Zo klagen de twee vogels in de korte animatiefilm For the Birds (2013) over huishoudelijke klusjes en andere luxeproblemen terwijl pijlen, kogels, granaten en zelfs een kruisraket voorbijvliegen. Op het eind valt een rots uit de hemel die blijft steken op de tak boven hun hoofd maar ieder moment kan vallen. ‘Acme boulder’ staat op het gevaarte geschreven, een verwijzing naar het fictieve bedrijf dat in de Road Runner-tekenfilms garant staat voor buitenissige producten die eigenlijk alleen maar schade aanrichten.

De dreiging verpletterd te worden, is in Kahns optiek constant en wordt alleen maar groter. De toon van haar werk is door de jaren heen serieuzer, bezorgder geworden. Dat geldt zeker voor het autobiografisch getinte Stand in the Stream (2017). Het is een opeenvolging van visuele flarden die ze tussen 2011 en 2017 verzamelde: van Obama, de Egyptische revolutie en Trump tot bosbranden, kinderen in monstermaskers en reclame voor boerenkool. Rode draad zijn beelden van haar moeder, een oud-vakbondsactivist die verdwijnt in de nevelen van dementie, en de vroegste jaren van haar zoon. De persoonlijke ervaring van levenseinde en nieuw begin wordt hier vermengd met een portret van Amerika op een kantelpunt in de historie.

Zoon Lenny keert terug in No Go Backs (2020). Samen met zijn beste vriend Elijah fietst hij door een post-apocalyptisch landschap – wellicht het resultaat van de explosieve polarisatie uit Stand in the Stream. De jongens vinden ingeblikt voedsel in een verlaten hut, houden zich warm bij een vuurtje en trekken steeds maar verder. Nostalgische flashbacks tonen het tweetal als kleine kinderen, toen de wereld nog heel was. Nu rest alleen nog leegte, die bovendien wordt getoond zonder geluid. Het moderne leven stemt Kahn niet vrolijk, maar ze hoopt dat de nieuwe generatie de rotzooi kan opruimen.