Hollywood beste pleit­bezorger NSA

  • Datum 03-07-2014
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Enemy of the State

Van Enemy of the State tot Eagle Eye en Minority Report hebben Amerikaanse films ons laten wennen aan het idee dat we constant bekeken worden.

Het NSA-schandaal van vorig jaar maakte iets griezelig duidelijk: uit een enquête bleek dat veel Amerikanen zich geen zorgen maakten over de mate waarin de dienst tegenwoordig blijkbaar toegang heeft tot hun digitale levens. Misschien omdat ‘pre-crime’, een sciencefictionconcept van een tijdje terug, inmiddels realiteit is.
Hollywood is al jaren bezig om ons te laten wennen aan het idee dat ons uitgavenpatroon, onze bewegingen en gesprekken, zichtbaar zijn voor anderen wiens motieven we niet kunnen kennen.
De NSA (onofficieel motto: "Niemand Zegt Iets") en Hollywood (onofficieel motto: "Niemand Weet Iets") zijn elkaar al decennialang op armlengte aan het betasten, maar na het 11 september-tijdperk werd de romance officieel, en werd het op surveillance-gebaseerde entertainment, van 24 tot Spooks tot Big Brother tot Person of Interest een wereldwijd fenomeen.
In films waarin de NSA als zichzelf verschijnt (of als het idee dat een production designer heeft van hoe de NSA eruit ziet), is er altijd één losgeslagen NSA-agent die de enorme informatie- en surveillancecapaciteiten misbruikt die hij tot z’n beschikking heeft. In Enemy of the State is het de doorgaans goed gestoorde Jon Voight die doordraait, en in Echelon Conspiracy is het Martin Sheen. Maar die solitaire schurken misbruiken wel altijd een schitterend en fundamenteel goedaardig spionageapparaat. Het ding zelf is moreel neutraal, lijken die films te beweren, het zijn de slechte mensen die er iets slechts van maken.
In Eagle Eye gaat het surveillanceprogramma van Defensie ARIIA (autonomous reconnaissance intelligence integration analyst — met de sexy stem van Julianne Moore) ‘helemaal Skynet’ op z’n gebruikers (de fictieve, zelfbewuste kunstmatige intelligentie uit de Terminator-films) door zelfbewust te worden en via een meedogenloze logica te bepalen dat de echte bug in het systeem helemaal niet digitaal is — maar dat de menselijke politieke kaste het probleem is, en dat die tijdens de State of the Union vernietigd moet worden.
De NSA bestaat al sinds de jaren veertig en al die tijd is men al ongerust geweest. Philip K. Dick, beschermheilige van de Amerikaanse paranoia, schreef Minority Report in 1956, en schiep een wereld waarin de precrime-divisie van de politie van Washington DC beweert misdaden te kunnen zien voor ze plaatshebben, om ze zo te kunnen voorkomen. In zijn verhaal All the Troubles of the World uit 1958 voorspelde de doorgaans minder achterdochtige Isaac Asimov een computersysteem dat veel lijkt op de Multivac die de NSA nu gebruikt, die alle ruwe data van de wereld filtert om inzicht te krijgen in toekomstige misdaden. Hoe dat verhaal eindigt, kun je aan de titel zien.
We zijn hier al eerder geweest mensen, we zijn er alleen nog nooit zo blij mee geweest.

John Patterson

John Patterson schrijft over film en woont in Los Angeles. Deze column verscheen op 16 juni 2013 in The Guardian. Overgenomen met toestemming van de auteur.