Filmfestival Berlijn

Bevlogen na een cynisch begin

UNTER KONTROLLE

Eigenlijk stonden de belangrijkste prijzen van het afgelopen Filmfestival Berlijn al op voorhand vast: een Iraanse film en een oude meester.

Op de laatste dag van het Filmfestival Berlijn deelde ik een auto naar het vliegveld met de Iraanse, in Parijs woonachtige filmmaker Rafi Pitts. Het moet een filmisch gevoel voor toeval zijn geweest dat ons daar samen bracht, want vorige maand nog publiceerde de Filmkrant een interview van de Amerikaanse filmjournalist Gabe Klinger met Pitts, die zich heeft opgeworpen als pleitbezorger voor filmmakers Jafar Panahi en Mohamed Rasoulof, die in Iran tot gevangenisstraffen en beroepsverboden zijn veroordeeld. De Berlinale had zich uitgesproken solidair verklaard met de beide filmmakers, onder meer door Panahi als jurylid uit te nodigen, een nadrukkelijk gevoelde afwezigheid, en in alle programmaonderdelen een van zijn films te vertonen.
Pitts vertelde dat de Amerikaanse filmmaker Paul Haggis (regisseur van onder meer crash) in een interview ter gelegenheid van de uitreiking van de Golden Globes en daarna nog een keer voor de Oscars, had voorgesteld dat alle genodigden naar de ceremonie zouden komen met een wit lintje om hun solidariteit met Panahi en de anderen uit te drukken. “Niet groen”, zei hij er nog bij, want de kleur van de Iraanse ‘Groene Revolutie’ was te politiek beladen. “Laten we wit kiezen als de kleur voor de vrijheid van denken. Niet de vrijheid van meningsuiting, want daar gaat het in dit geval niet eens om. Panahi zit gevangen om wat hij mogelijkerwijs zou kunnen denken.”
De bevlogenheid en het engagement van Pitts werkten aanstekelijk, en waren net het vuur dat het festival nog nodig had.
Want oh, wat was het tien dagen eerder cynisch begonnen.

Eenoog koning
Hoezeer de meeste grote filmfestivals een industrie zijn geworden, laat zich niet beter illustreren dan met de uitspraak die ik op de eerste festivaldag optekende uit de mond van een collega-journalist in de rij voor een van de persbureaus die tijdens festivals de interviews met sterren en filmmakers coördineren. “Het is best mogelijk dat een aantal van de films [in het programma] meesterwerken zijn, maar ik heb wel iets nodig om over te schrijven.” Voeg daar nog het hardnekkige gerucht aan toe dat directeur Dieter Koslick de nieuwe David Cronenberg (die zoals inmiddels bekend is geworden in Cannes te zien zal zijn) af zou hebben gewezen omdat Keira Knightley niet bereid zou zijn om naar Berlijn te komen, en het plaatje is compleet. Zolang journalisten (en hun chefs en hoofdredacteuren) filmfestivals in deze perverse houdgreep houden, zal een festival als de Berlinale voor z’n competitie wel altijd blijven zwalken tussen keurige Hollywoodproducties en brave artfilms. En een enkel meesterwerk.
Wat dat betreft viel het dus te voorzien dat Bela Tarr in de prijzen zou vallen voor zijn the turin horse (het werd een Zilveren Beer); vooral nadat hij had aangekondigd dat het zijn laatste film zou zijn. Dat de film volgens velen het beste is wat hij ooit heeft gemaakt, is dan nog een soort extra rechtvaardiging. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Tarr in Berlijn ook eenoog koning in het land der blinden was.
Ulrich Köhler die de regieprijs kreeg voor zijn schlafkrankheit (met hoofdrol voor Pierre Bokma) is met zijn metafysische, minimalistische, aan de Berliner Schule verwante film immers meer dan schatplichtig aan het werk van Tarr.
Ook de Gouden Beer voor Beste Film en de acteursprijzen voor de Iraanse film nader and simin, a separation van Ashgar Farhadi waren niet echt een verrassing. Nog even los van het politiek correcte aspect dat het misschien een goed signaal zou zijn om een Iraanse film te bekronen, was er niet echt veel aan te merken op deze divorce Iranian style. De film gaat over een echtpaar dat op het punt staat om uit Iran af te reizen, als echtgenoot Nader de reis cancelt om bij zijn zieke vader te blijven. Daarop vraagt echtgenote Simin echtscheiding aan. In de kiem is het natuurlijk een politiek drama en toch focust plottenbouwer Farhadi (van wie we in Nederland ook al het relatiedrama about elly in de bioscopen zagen) op de moreel-menselijke kanten van de zaak. Op zulke momenten mis je een filmmaker als Panahi pas echt, omdat die zo virtuoos kan schakelen tussen het persoonlijke en het politieke, zonder dat het ooit zwaar op de hand wordt.

the turin horse

Heimat!
De echte hoogtepunten van het festival werden zoals gebruikelijk gevonden buiten het hoofdprogramma, in het Forum, en een dit jaar opmerkelijk sterk Panorama.
Het Filmfestival Berlijn heeft in zijn competitie altijd een wat gecompliceerde verhouding met de Duitse film. En dan bedoel ik natuurlijk niet de rechtszaak die filmmaker Uwe Boll tegen het festival dreigde aan te spannen omdat zijn Holocausthorror auschwitz (en nee, dat was geen Witz) niet geselecteerd was. Maar dat als je een film als schlafkrankheit voor de competitie selecteert, dat daar dan eigenlijk ook het drieluik dreileben van Christian Petzold, Dominik Graf en Christoph Hochhäusler zou hebben thuisgehoord. De drie filmmakers correspondeerden en discussieerden enkele jaren geleden met elkaar over de zogenaamde Berliner Schule (de minimalistische Duitse film waar Petzold en Hochhäusler de voormannen van zijn), de Duitse film in het algemeen en het ontbreken van een genretraditie in hun land. Het leidde tot een waanzinnig experiment: met dezelfde plotelementen (een lustmoordenaar op de vlucht), locatie (het Thüringer Wald in het voormalige Oost-Duitsland) en tijdspanne (een zomerweek) maakten ze alledrie een film. De drie films, in drie verschillende stijlen en genres (ze knipogen alle drie naar de traditie van Heimatfilm en Krimi, maar kiezen voor romance, psychologisch drama of een achtervolgingsfilm), vormen samen een hypnotiserende hellevaart. Als een tv-serie als The Wire al zo wordt geprezen om de manier waarop hij elk seizoen een ander perspectief kiest, dan moet dreileben wel extra worden geroemd om de manier waarop alle filmische middelen worden ingezet om binnen de wetten van het genre echte auteursfilms te maken.

Dode kat
Ook het aan de Berliner Schule verwante brownian movement van Nanouk Leopold werd in het Forum vertoond. De manier waarop zij in haar films langzamerhand de architectuur de rol van de traditionele psychologie of vertelling laat overnemen, sloot onverwacht goed aan bij Heinz Emigholz’ eine serie von gedanken. Emigholz is een vaste Forum-regisseur, de laatste jaren met zijn architectuurfilms (“architecture as autobiography“). Maar ook bij een andere festivalfavoriet: de retrosciencefictiondocu unter kontrolle van Volker Sattel, die een lange reis maakte langs de Duitse nucleaire industrie, van ruimteschipachtige controlepanelen tot onderaardse bunkers vol afval.

unter kontrolle


De beste festivals bieden in hun programmering ruimte voor onverwachte resonanties: van de american beauty-achtige dode-kat-als-verteller in Miranda July’s the future tot de levende kat in het Zuid-Koreaanse relatiedrama come rain, come shine. Van de liefdesgeschiedenis tussen de fotografe en de cartograaf in braden kings here, die gezamenlijk besluiten dat niet alles in beelden en coördinaten vast te leggen is en dat elke kaart dode plekken nodig heeft, tot de dode plekken die tot leven komen in films die niet alles nodig hebben om toch veel te kunnen vertellen. Van de schuldige landschappen in Aditya Assarats hi-yo (de opvolger van zijn wonderful town over de gevolgen van de tsunami) tot de uit het raam gedraaide alledaagse beelden die samen een verhaal worden in Thomas Imbachs day is done.

Dana Linssen