De documentaires van George Sluizer

Cowboys, hippies en dierenleed

De lage landen

George Sluizer is het bekendst door zijn speelfilms, waaronder het in juni heruitgebrachte Spoorloos. Maar hij begon met documentaires, waarvan de meeste de komende maanden gratis op Eye Film Player te zien zijn en enkele ook in Eye Filmmuseum worden vertoond.

“Een onmiskenbaar filmtalent”, noemt filmcriticus Jan Blokker George Sluizer (1932-2014) als hij diens eerste proeve van bekwaamheid heeft gezien. Dat is de korte documentaire De lage landen (1960), een in opdracht van de Koninklijke Shell Groep gemaakte film.

Opdrachtfilms waren in die tijd gebruikelijk; Nederland kende nog niet een echt continue filmindustrie. Beroemde documentairemakers als Herman van der Horst en Bert Haanstra maakten om de haverklap opdrachtfilms. Het was Haanstra die Sluizer bij Shell aanbeval; Sluizer was Haanstra’s regieassistent bij zijn speelfilm Fanfare (1958).

De in Parijs geboren Sluizer studeerde tussen 1954 en 1956 aan de befaamde Parijse filmschool IDHEC, alvorens in Nederland aan de slag te gaan. De lage landen was in 1961 te zien tijdens de Filmweek Arnhem en won meteen de Staatsprijs voor de Filmkunst.

De documentaire van een halfuur (internationale titel: Hold Back the Sea) gaat over de eeuwenlange Nederlandse strijd tegen het water. Hij bevat het soort heroïsch commentaar dat indertijd gebruikelijk was, maar tegenwoordig een beetje op de lachspieren werkt.

De lage landen presenteert Nederland zoals nationalisten het graag zien: als een land vol noeste arbeiders die vindingrijk reageren op het feit dat we grotendeels onder de zeespiegel liggen. De film documenteert hoe ‘we’ dijken en terpen bouwen, duinen aanleggen en polders droogleggen, van de Haarlemmermeer tot de Noordoostpolder. Sluizer besteedt ook aandacht aan de Deltawerken en gebruikt een fragment uit Joris Ivens’ Zuiderzee (1930), over de aanleg van de Afsluitdijk.

Sluizers in Technicolor gedraaide film viert Nederland als industriële handelsnatie. Hoe je daarop reageert, hangt af van je ideologische positie. Feit blijft dat Sluizer het fraai in beeld brengt, met een montage die aan Eisenstein doet denken. Het constructivisme van Ivens’ Zuiderzee was ook duidelijk een voorbeeld. De slotscène met arbeiders die over een dijk marcheren doet heel erg denken aan opzwepende sovjetfilms.

Warm, loom en vochtig
Daarna maakte Sluizer een aantal opdrachtfilms voor National Geographic, waaronder The Lonely Dorymen (1968). Ook deze documentaire gaat over de strijd van individuen tegen de elementen en ook hier is het commentaar moeilijk te verdragen, evenals de martiale muziek. De film gaat over Portugese vissers (“masters of the sea”), die al eeuwenlang vanuit Lissabon naar Newfoundland varen, drieduizend kilometer verderop, om er in kleine houten bootjes (‘dories’) te vissen naar kabeljauw. Ze zijn zes maanden van huis en ondergaan onderweg talloze ontberingen, van hevig noodweer tot verraderlijke stromingen. Elk jaar sneuvelt een aantal vissers.

Het vlot

Een film die wél moeiteloos overeind blijft is Het vlot (1973), een van de vier documentaires die de immer avontuurlijke Sluizer in Brazilië maakte. Hij bezocht het land ter voorbereiding op zijn eerste speelfilm João en het mes (1972), die er op locatie werd gedraaid. Het vlot gaat over de reis van 1200 kilometer van Pedro, zijn vrouw Maria, hun twee jonge kinderen en vriend Cosme naar de moderne stad Teresina. “Het is warm, loom en altijd vochtig boven de rivier” en de tocht stroomafwaarts gaat met een zelfgebouwd balsahouten vlot van twaalf bij zes meter, met een dak van palmbladeren – een drijvend huis. Verder nog aan boord: kippen, een geit, een varken en hun hondje.

Pedro en Maria wonen in de armste streek van Brazilië en gaan naar Teresina om goederen te verkopen op de markt, zoals cassavemeel en hun varken. Hun vlot wordt ter plekke gesloopt, om ook het hout te kunnen verkopen. Daarna gaan ze liftend en lopend weer naar huis, vijftig gulden rijker. Ze doen drie weken over de tocht, die mooi in beeld wordt gebracht door cinematograaf Bert van Munster. Hoewel Sluizer zijn straatarme hoofdpersonen verheerlijkt als mensen die nog in harmonie met de natuur leven en hun lot aanvaarden “in onderlinge vrede en verbondenheid”, voel je de affiniteit van de maker met Brazilië en de Brazilianen.

Smerige dood
Dat geldt ook voor een andere documentaire die hij er draaide: Brieven (1973), over kinderen en volwassenen die leren lezen (net zoals Maria in Het vlot). Met Zeca (1973), opnieuw over de relatie mens-natuur, hebben moderne kijkers vast meer moeite, vanwege het dierenleed dat erin zit. Zeca is een van de Braziliaanse vaqueiros (veehouders) die Sluizer filmt. Hij is een soort cowboy, wederom in een arme staat van Brazilië. Hij zorgt voor de paarden van een patriarch en gaat achter ontsnapt vee aan.

Het wat machoachtige portret van hun harde maar saamhorige bestaan is niet oninteressant, maar ik haakte af bij de scène waarin een stier gecastreerd wordt, waarbij de ballen lachend naar een hond worden gegooid die ze smakelijk opeet. Later wordt er nog met veel geweld een wild paard getemd door zes mannen; ook zien we het brandmerken van vee en het afzagen van hun hoorns.

George Sluizer (links) en Bernard-Pierre Donnadieu op de set van Spoorloos. Foto: Eye Filmmuseum

Navraag leert dat Eye Filmmuseum een disclaimer bij deze film plaatst. Hopelijk geldt dat ook voor Sweetwater Junction (1980), een in Texas opgenomen “mini-western”, met een flard Morricone op de geluidsband. De documentaire gaat over twee cowboys die ratelslangen vangen. Die bedreigen hun paarden en vee, maar de cowboys doen het vooral voor het geld. Een levende ratelslang afleveren bij een ziekenhuislaboratorium levert 3,50 dollar per pond op. Een cowboy (geblokt overhemd, Budweiser in de hand) verdient er 900 dollar per jaar mee, vertelt hij. Het gif wordt gebruikt bij medisch onderzoek naar kanker.

De film documenteert ook het Ratelslang-festival, waar een heuse Miss Snakecharmer wordt verkozen. De in badpak geklede winnaar mag live en ten overstaan van joelend publiek een ratelslang melken en deze vervolgens villen. Dagblad Het Vrije Volk had er in 1980 al moeite mee: “Hoe komt een Nederlandse filmer ertoe, menigmaal walgelijke tonelen op film te gaan vastleggen?” De kop van het artikel loog er ook niet om: “Smerige dood ratelslangen”, waarbij recensent Ale van Dijk opmerkte, “wat we te zien krijgen is weinig verheffend”. Dit is het sadisme dat je met wat goede wil terugziet bij de sociopaat uit Spoorloos.

Tegencultuur
Gelukkig is de documentaire Omtrent Fantasio – De Kosmos (1970, vanaf september op Eye Film Player) geheel geweldloos. Net als het Amsterdamse popcentrum Paradiso was jeugdhonk Fantasio eind jaren zestig enorm populair onder hippies. Zozeer dat de staf (zes mannen die klagen dat er weinig meisjes naar Fantasio komen) zich herbezint (“LSD, weg ermee”). Ze verbouwen het pand en herdopen het De Kosmos. Een yoga-goeroe doet er zijn ding, vloeistofdia’s worden op muren geprojecteerd en ‘kosmisch denken’ is de nieuwe norm. Waarbij meditatie en drugs een stap naar verlichting zijn.

Stamping Ground

Sluizers interesse in de tegen- en jeugdcultuur is daarnaast terug te vinden in een documentaire over een anti-autoritaire crèche (De heilige familie, 1971, gemaakt samen met Jan van den Brink) en de licht chaotische verslaggeving van het legendarische driedaagse popfestival in het Kralingse bos, het Holland Pop Festival, dat werd geafficheerd als het Nederlandse Woodstock.

Stamping Ground (1970, Sluizer is coregisseur) legt de optredens vast van onder meer Santana, Pink Floyd, The Byrds, Jefferson Airplane, Janis Joplin, Al Stewart en Canned Heat. Maar het leukst zijn de sfeerbeelden van het gedrogeerde of dansende publiek dat gelaten de regen over zich heen laat komen. Kinderen maar ook volwassenen rennen naakt rond, terwijl de waterpijp vredig rondgaat. De tegencultuur in optima forma.


Retrospectief George Sluizer | 7 juni t/m 7 juli 2024 | Eye Filmmuseum, Amsterdam en online

Genoemde documentaires, behalve De heilige familie, zijn (meestal gratis) te zien op Eye Film Player, evenals Sluizers speelfilms Twee vrouwen (1979), Utz (1992) en het in Sweetwater gefilmde Red Desert Penitentiary (1985) | De lage landen en The Lonely Dorymen draaien vanaf 13 juni 2024 in Eye Filmmuseum