Crash Course Michelangelo Antonioni

La notte

Hoe voelt de hitte in zwart-wit? In de warmste week van het jaar verzamelde zich afgelopen zomer een groep jonge filmwetenschappers en -schrijvers op de redactie voor een Crash Course Michelangelo Antonioni.

Als voorbereiding op tentoonstelling en retrospectief in EYE keken we een week lang films, spraken we over de relevantie van Antonioni’s werk voor de cinema en filmliefhebber, en dachten we na over manieren om bruggen te bouwen van de lege pleinen van Ferrara, de vergiftigde Po-vlakte en het in brand staande Amerika uit zijn films, naar het Amsterdam, het Nederland en de wereld van nu.

Zit er immers niet iets tijdloos in dat gevoel van vervreemding en onthechting dat zijn films oproepen? We ervoeren hoe visionair en ‘uncanny’ dat was. We voelden de koelte van zwart-wit, terwijl ventilatoren filmbeelden op ons netvlies bliezen. En ’s avonds slenterden we loom als Monica Vitti de nacht in.

Een selectie uit het resultaat van die workshop is te lezen in de artikelen van deze speciale bijlage die de Filmkrant voor ‘Michelangelo Antonioni – Il maestro del cinema moderno’ heeft gemaakt. Door een nieuwe generatie schrijvers aan het woord te laten hopen we de continuïteit van Antonioni’s werk recht te doen.


Tijdlijn Michelangelo Antonioni

1912 | Michelangelo Antonioni wordt op 29 september in het Italiaanse plaatsje Ferrara, later decor van veel van zijn films, geboren als zoon van welgestelde Noord-Italiaanse landeigenaren. In interviews omschrijft hij zijn jeugd als gelukkig, en vestigt hij vaak de aandacht op zijn vriendschappen met armere kinderen uit de boeren- of arbeidersklasse, die hij vaak spontaner en authentieker vond overkomen dan de kinderen uit zijn eigen milieu.

1940 | Na een studie Economie aan de Universiteit van Bologna vertrekt hij naar Rome, waar hij als filmcriticus aan de slag gaat voor het fascistische tijdschrift Cinema. Een maand later wordt hij ontslagen. Ook zijn filmstudie aan het Centro Sperimentale di Cinematografia loop na korte tijd spaak. Als lid van het verzet hangt er de hele Tweede Wereldoorlog een doodvonnis boven zijn hoofd.

1950 | Tijdens WOII zet Antonioni zijn eerste schreden op het filmpad. Hij schrijft een scenario met neorealist Roberto Rosselini en maakt met Gente del Po (1943) zijn eerste neorealistisch getinte documentaire. In zijn eerste speelfilm Cronaca di un amore (1950) neemt hij echter afscheid van het neorealisme en richt zijn camera op de middenklasse, net zoals in drieluik I vinti (1952) over jeugddelinquenten, La signora senza camelie (1953) over een jonge filmster en Le amiche (1955) over Turijnse vriendinnen. Pas met Il grido (1957) keert hij even terug naar het arbeidersmilieu.

1960 | Het boegeroep bij de première van L’avventura in Cannes is voor filmliefhebbers net zoiets als voor muziekkenners het schandaalsucces van Igor Strawinski’s Le sacre du printemps: een teken dat er iets radicaals te gebeuren stond. En inderdaad: met Antonioni deed nu ook het modernisme zijn intreden in de filmkunst. Hij zou nog twee films maken die zijn trilogie van sociale vervreemding voltooien, voor hij met Il deserto rosso (1964) zijn eerste kleurenfilm maakte, maar nog steeds met muze Monica Vitti in de hoofdrol.

1966 | Een deal met producent Carlo Ponti stelde hem in staat om drie films in het Engels te maken voor MGM: in Blow-Up (1966, naar een kort verhaal van de Argentijnse schrijver Julio Cortazar) en Professione: reporter (1975) onderzoekt hij thema’s als identiteit, de macht van de media en beelden; Zabriskie Point (1970) geeft een onthutsende kijk op de Amerikaanse tegencultuur. In 1972 bezoekt hij op uitnodiging van Mao China, maar de film die daaruit voortkomt, Chung Kuo, Cina, wordt als anti-Chinees en anticommunistisch beschouwd en zal pas in 2004 in China te zien zijn.

1980 | Tekent Antonioni’s terugkeer naar Italië, met het kleurenexperiment Il misterio di Oberwald, waarin hij de samenwerking met Monica Vitti weer oppakt. Twee jaar later keert hij in Identificazione di una donna terug naar de thema’s van vervreemding uit zijn trilogie. Na een hersenbloeding in 1985 raakt hij deels verlamd en zijn spraakvermogen kwijt. Toch geeft hij het filmen niet helemaal op. Met hulp van Wim Wenders en zijn vaste scenarist Tonino Guerra voltooit hij het semi-autobiografische Al di là delle nuvole. Zijn bijdrage aan het erotische drieluik Eros (2004) wordt zijn laatste film. Op 30 juli 2007 overlijdt hij in Rome.