Focus: Zestien keer menselijke duisternis

Nightmare Alley

Het zijn duistere tijden. Misschien een schrale troost dat zulke tijden er eerder waren. In Amerika leidde de angst voor vernietiging in de Tweede Wereldoorlog en de naoorlogse Koude Oorlog tot films die later film noirs werden genoemd. Lab111 vertoont onder de titel Tales from Nightmare Alley zestien films waarin de personages hopeloos ten onder gaan aan lust en hebzucht of het noodlot.

Wie zegt de naam Tyrone Power iets? Hij was een voorloper van Johnny Depp in zijn Pirates of the Caribean-periode. Tussen de jaren dertig en vijftig speelde Power in tientallen avonturenfilms de schalkse en romantische held die iedereen te slim af is.

Maar te veel popcorn maakt misselijk en de populaire ster zocht serieuzere uitdagingen. Die vond hij in theaterrollen. Dat hij die ook in films zocht, werd hem niet in dank afgenomen door 20th Century Fox, de studio waar hij onder contract stond. Studiobaas Darryl F. Zanuck was bang dat serieuze rollen Powers imago van romantische held om zeep zouden helpen. Hij voelde dan ook weinig voor Powers voorstel om met zichzelf in de hoofdrol de roman Nightmare Alley te verfilmen.

Het boek vertelt een duister verhaal over een sjofele circusartiest, die zich als spiritueel medium met leugens en bedrog een weg baant naar de high society. Geen sympathiek, maar cynisch personage, dat aan hebzucht en afwezigheid van moreel besef ten onder gaat.

Toch lukte het Powel om Zanuck zover te krijgen dat 20th Century Fox de roman met hem in de hoofdrol verfilmde. Het leverde in 1947 onder regie van de Britse Hollywood-regisseur Edmund Goulding een van de meest zwartgallige film noirs aller tijden op. Omdat Zanuck de film haatte, stak hij nauwelijks geld in promotie. Ook voor critici was de film te duister, zodat hij vooral negatieve kritieken kreeg. ‘Ondanks soms prima en intens acteren van Power en anderen, doorkruist de film onsmakelijk dramatisch terrein en bereikt hij slechts zelden enige inhoud als entertainment’, vatte The New York Times de algemene opinie samen. De film flopte en Zanuck haalde Nightmare Alley snel uit roulatie. In de halve eeuw erna was de film slechts zelden te zien, totdat hij in 2005 op dvd werd uitgebracht. Het gerenommeerde dvd-label Criterion noemt de film ‘een van de meest perverse film noirs van de jaren veertig’ en ‘een van de bepalende noirs in zijn tijdperk’.

Nightmare Alley, waarvan Guillermo del Toro vorig jaar een eveneens uitstekende remake maakte, is de opvallendste titel in het programma Tales from Nightmare Alley in Lab111. Onder de andere vijftien films bevinden zich veel usual suspects. De films op een rijtje: The Night of the Hunter (Charles Laughton, 1955), The Killing (Stanley Kubrick, 1956), Sweet Smell of Succes (Alexander Mackendrick, 1957), Touch of Evil (Orson Welles, 1958), Kiss Me Deadly (Robert Aldrich, 1955), The Big Heat (Fritz Lang, 1953), Pickup on South Street (Samuel Fuller, 1953), The Asphalt Jungle (John Huston, 1950), Sunset Blvd. (Billy Wilder, 1950), Mildred Pierce (Michael Curtiz, 1945), Double Indemnity (Billy Wilder, 1944), Laura (Otto Preminger, 1944), The Maltese Falcon (John Huston, 1941), Night and the City (Jules Dassin, 1950), The Killers (Robert Siodmak, 1946) en Notorious (Alfred Hitchcock, 1946).

Zestien film noirs, zestien keer in schitterend zwartwit, fascinerend de afgrond in.


Tales from Nightmare Alley | 11 t/m 22 november | Lab111, Amsterdam