Focus: Taiwanees juweel uit de jaren zestig

The End of the Track

Nog steeds worden er soms geweldige films uit het verleden herontdekt. Het nieuwe Belgische festival voor Aziatische cinema Electric Shadows bewijst het met de Taiwanese film The End of the Track. Het aangrijpende drama maakt deel uit van het programma Voices of Youth: Unseen Taiwanese Films of the 1960s, de komende week gratis online te zien.

Het zijn de glanzende momenten in het leven van elke filmliefhebber: plotseling zie je iets dat je doet beseffen waarom je ook al weer van films houdt. Helemaal fijn als zo’n film zich onverwacht aandient. Dat is het geval met The End of the Track (Pao dao zhong dian), een Taiwanees drama uit 1970 dat totvoorkort nergens, ook niet in Taiwan, te zien was geweest. Pas twee jaar geleden kwam de film boven water en hij maakt sindsdien een zegetocht langs (Aziatische) festivals. De film is het hoogtepunt van het online evenement Voices of Youth: Unseen Taiwanese Films of the 1960s. Dankzij Electric Shadows, een nieuw Belgisch festival voor Aziatische cinema, is hij met drie andere films gratis te zien.

Op de eerste live-editie van dit festival is het om de bekende reden nog wachten, maar met Voices of Youth maakt Electric Shadows  een veelbelovende entree. Het programma is met twee korte en twee lange films klein, maar het laat zien dat er in Taiwan ook vóór de New Wave van de jaren tachtig al interessante films gemaakt werden. Wie denkt dat de Taiwanese filmgeschiedenis pas begon met Hou Hsiao-hsien vergist zich. Hoewel, ook weer niet helemaal, want voor de New Wave werden er voornamelijk politieke propagandafilms, melodrama’s en kungfu-films gemaakt. Een jonge generatie filmmakers brak in de jaren tachtig met deze commerciële cinema en legde zich toe op sociaal-realisme. Hou is van deze makers de beroemdste.

Run

Maar Voices of Youth laat zien dat er al in de jaren zestig een paar voorlopers waren. De eerste was Pai Ching-jui, die als twintiger een filmopleiding in Italië volgde en stevig beïnvloed werd door het neorealisme. Van hem is de korte documentaire A Morning in Taipei (Taibei zhi chen, 1964) te zien, dat een poëtisch beeld geeft van het ontwaken van wereldstad Taipei op een ochtend in 1964. Langzaam komt het leven met krantenjongens, monniken en sportende mensen op gang. De vredige boodschap wordt benadrukt door achter elkaar boeddhistische monniken in een klooster, biddende moslims in een moskee en christenen in een kerk te laten zien. Wie niet beter weet, zou vergeten dat Taiwan tot in de jaren tachtig bestuurd werd door een meedogenloos autoritair en nationalistisch regime. Dat komen we ook niet te weten in het vijf minuten durende filmpje Run (Pao, Han Hsiang-ning,1966), waarin – zoals de titel doet vermoeden – iemand, een man, vijf minuten hard loopt door de straten van Taipei. Denk Tom Tykwers Lola rennt maar dan in ultrakorte versie.

Van een andere orde – politiek en sociaal geladen – zijn de twee speelfilms van Mou Tun-fei. Deze in 1941 in China geboren filmmaker vluchtte evenals de tien jaar oudere Pai Ching-jui na de communistische machtsovername in 1948 in China met zijn ouders naar Taiwan. Later zou Pai de filmmentor worden van Mou. Hij bracht hem in aanraking met het neorealisme. Die stroming raakte een snaar bij Mou, die er in een filmcultuur die niets van sociaalrealisme moest weten toch in slaagde om in 1969, op zijn 28ste, met een sociaal drama te debuteren. I Didn’t Dare to Tell You (Bugan gen ni jiang ) voert een middelbare scholier op die stiekem ’s nachts werkt om de gokschuld van zijn vader, een weduwenaar, af te betalen. Om zijn vader de vernedering te besparen houdt hij dit voor hem geheim, die woedend wordt als er klachten komen van school dat zijn zoon tijdens de lessen in slaap valt. Het sociale drama was ondanks de flinke dosis melodrama, en het door de censuur verordonneerde idyllische einde, nauwelijks te zien in Taiwan. Over de oorzaak is men het niet eens: werd de film verboden of door financiële productie- en distributieproblemen niet uitgebracht?

I Didn’t Dare to Tell You

Geen verschil van mening bestaat er wat dat betreft over Mou’s volgende film The End of the Track uit 1970: het meesterlijke intieme drama werd door de censuur achter slot en grendel opgesloten. The End of the Track gaat over twee bevriende middelbare scholieren, die constant met elkaar optrekken en veel lol hebben. Dat de één rijke ouders heeft en de ander de zoon is van noedelverkopers, die zich van hun kraampje op straat hopen op te werken tot eigenaren van een restaurantje, speelt bij de jongens geen rol. De tragiek slaat toe als de zoon van de noedelverkopers, aangemoedigd door zijn vriend, zich op de atletiekbaan op school met hardlopen zo hevig inspant en uitput dat hij bezwijkt. Zijn dood zadelt de achtergebleven jongen op met een enorm schuldgevoel, waarvoor hij thuis bij van zijn vader, die discipline en repressie van emoties als hoogste waarden preekt, geen enkel begrip vindt. Het is duidelijk dat de kloof tussen vader en zoon symbool staat voor een generatieconflict. De vader staat voor het autoritaire, half-dictatoriale regime, dat gevoelloosheid aanwakkert, de zoon voor de jonge generatie, die een humanere samenleving wil. De censuur ontging dit niet en verbood de film. Mogelijk zagen de censors ook een homo-erotische lading in de vriendschap van de jongens. Prachtfilm!

Mogelijk had Mou nog vele schitterende drama’s in Taiwan gemaakt als hij niet was tegengewerkt. Maar na The End of the Track was hij het getreiter zat; hij verliet Taiwan en maakte in Hongkong onder de vlag van de Shaw Brothers carrière in de commerciële filmindustrie. Begrijpelijk, maar het knaagt: wat voor arthousejuwelen had hij misschien nog gemaakt als Taiwan hem geaccepteerd had als het grote filmtalent dat hij was? In 1995 maakte hij zijn laatste film, een geflopt excessief Hongkongdrama over de Japanse slachting in de Tweede Wereldoorlog in Nanking. Daarna werd het stil rond hem. Twee jaar geleden stierf hij op 78-jarige leeftijd in het Amerikaanse Philadelphia, onopgemerkt in de filmwereld.


Voices of Youth. Unseen Taiwanese Films of the 1960’s, 15 t/m 21 april. De vier films zijn te zien in twee programma’s, die worden ingeleid door de Britse Chinese-filmexpert Victor Fan. Op 17 april is er een online lezing van de Taiwanese-filmexpert Wafa Ghermani.