Focus: Indonesische films over de koloniale oorlog

Kadet 1947

Nog tot juni is in het Rijksmuseum de veelbesproken expositie Revolusi! te zien, over de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. Eye haakt in met een filmprogramma. Hoe verbeelden Indonesische filmmakers de koloniale strijd?

Het heeft even geduurd, maar na ruim zeven decennia (!) toont ex-koloniale mogendheid Nederland eindelijk interesse in het Indonesische perspectief op de onafhankelijkheidsstrijd. Hoe gevoelig dat ligt, bleek vorig jaar uit de commotie over Jim Taihuttu’s speelfilm De Oost. Het tonen van de onder aanvoering van Raymond Westerling bedreven oorlogsmisdaden op Zuid-Celebes leidde tot woede bij sommige veteranenclubs.

Ook de expositie Revolusi! in het Rijksmuseum zorgde begin dit jaar voor een heftig debat. Vooral in Nederland, overigens, want voor de meeste Indonesiërs is deze geschiedenis een afgesloten boek, waarin zij als overwinnaars de heldenrol vervullen. Indonesische films over de koloniale strijd zijn hiervan de neerslag. Ze worden bevolkt door heroïsche strijders, die de wrede Hollandse indringers overwinnen. Daartoe moeten ze wel eerst hun onderlinge etnische en culturele verschillen overwinnen, zodat de strijd eendrachtig kan worden gevoerd.

Een recent voorbeeld, in Eye te zien, is Kadet 1947 (Rahabi Mandra & Aldo Swastia, 2021). Daarin wordt een groep jonge cadetten in hun opleiding tot gevechtspiloot tot een eenheid gesmeed om de Nederlandse bezettingsmacht te kunnen verslaan. Voorafgaand aan deze vertoning houdt media- en cultuurwetenschapper Arnoud Arps, die vorig jaar in de Filmkrant een artikel schreef over De Oost in Indonesische perspectief, een lezing over de verbeelding van de onafhankelijkheidsstrijd in de Indonesische speelfilm. Arps leidt ook de film Soegija (Garin Nugroho, 2012) in, die het traditionele Indonesische narratief van de ‘strijdfilm’ doorbreekt. Het op feiten gebaseerde drama toont het streven tussen 1940 en 1949 van de eerste Indonesische bisschop Albertus Soegijap­ranata om van Indonesië een multicultureel en -religieus land te maken.

Over manipulatie van de Nederlandse publieke opinie over de strijd in Indonesië gaat het in de lezing van historicus Gerda Jansen Hendriks, bedenker van het geschiedenisprogramma Andere tijden. Met fragmenten uit bioscoopjournaals laat zij zien wat de bioscoopbezoeker destijds te zien kreeg. Over propaganda gaat het ook in de documentaire Now Is the Past – My Father – Java & The Phantom Films, waarin de Japanner Shinichi Ise op zoek gaat naar de Japanse propagandafilms die zijn vader in de oorlog in Indonesië maakte.

Dat er in Nederland ook vóór De Oost soms kritische films werden gemaakt over het kolonialisme is te zien in Fons Rademakers’ Multatuli-verfilming Max Havelaar (1976) en Hans Hylkema’s Oeroeg (1993), naar de novelle van Hella Haasse. Hylkema en de Indonesische filmmaker Kim Kokosky Deforchaux, wiens korte film Hantu (2021) samen met Oeroeg is te zien, praten na de vertoning over de Indonesische vrijheidsstrijd en het Indische verleden in films.


Revolusi! | 11 t/m 29 maart | Eye Filmmusem, Amserdam