Focus: Ghibli zomerretrospectief

Howl’s Moving Castle

Een zomer met studio Ghibli is de titel van het grote zomerretrospectief van Lab111 en Kino. Er zijn slechtere manieren om de zomer door te komen dan in het gezelschap van zestien films van de legendarische Japanse animatiestudio. De directe aanleiding voor de hommage is de aankondiging van Ghibli-oprichter en regisseur Hayao Miyazaki dat hij nu toch echt met pensioen is en het recente overlijden van medeoprichter Isao Takahata op 82-jarige leeftijd.

Beide gebeurtenissen markeren het einde van een tijdperk, dat ruim dertig jaar geleden begon met de oprichting van de Ghibli-studio. De reden was simpel: de oprichters wilden controle over hun eigen films. Het pakte geweldig uit met een explosie van creativiteit en inventiviteit. Dat zag ook Disney, die in 1996 de rechten op de wereldwijde uitbreng van de Ghibli-films kocht. Miyazaki en Takahata zorgden er wel voor dat zij, en andere Ghibli-regisseurs, hun artistieke vrijheid behielden. Godzijdank, zodat de films van de Ghibli studio ook na de deal met Disney hun signatuur behielden. Ghibli-films jagen kinderen niet van de ene sensationele scène naar de volgende, maar vertellen gevoelige, tijdloze verhalen over de kloof tussen de kinder- en volwassen wereld. Ze zijn pleidooien voor fantasie en verbeeldingskracht.
Niet alleen door het verdwijnen van twee van de drie oprichters van de Ghibli studio lijkt er een einde aan een tijdperk te zijn gekomen. Ook door de veranderingen in de animatiewereld. De Ghibli-stijl lijkt zijn beste tijd te hebben gehad. Snel gemonteerde films in een dynamische stijl lijken de strijd te winnen. Ook in Japan. Veelzeggend is dat vorig jaar Miyazaki’s Spirited Away die wereldwijd sinds 2004 de best bezochte Japanse animatiefilm aller tijden was, aan de box office ruim werd gepasseerd door het Japanse animatietienerdrama Your Name. Maker Makoto Shinkai zou wel eens het nieuwe boegbeeld van de Japanse animatiefilm kunnen worden.
Wie de rijkdom van Studio Ghibli wil ervaren, kan de hele zomer in Kino en Lab111 terecht. Ze vertonen de zestien films in chronologische volgorde. Het overzicht opent met Miyazaki’s Nausicaä of the Valley of the Wind (1984), dat strikt genomen geen Ghibli-film is, omdat de studio een jaar later werd opgericht. Daarna is Castle in the Sky (Miyazaki, 1986) te zien, gevolgd door het aangrijpende meesterwerk Grave of the Fireflies (Isao Takahata, 1988). Deze film is geen popcornentertainment, maar toont de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog voor twee weeskinderen. In de weken erna volgen de overige dertien Ghibli-klassiekers, waaronder My Neighbour Totoro (Miyazaki, 1988), Spirited Away (Miyazaki, 2001), Howl’s Moving Castle (Miyazaki, 2004) en The Wind Rises (Miyazaki, 2013). Het retrospectief besluit met The Red Turtle van Michael Dudok de Wit.

Lab111.nl | kinorotterdam.nl