Focus: Briljante Japanse animatie

We kennen de animatieparels van Hayao Miyzaki (Spirited Away; Howl’s Moving Castle) en ander grootheden van de Japanse Ghibli Studio, maar er komt meer geweldige animatie uit het land dan alleen uit deze studio. Zoals de films van Mamoru Hosoda. Lab111 vertoont vijf films van deze animatiegrootmeester.

Geen gebrek aan lof van filmcritici voor het werk van de 51-jarige Mamoru Hosoda. ‘In de eerste minuten van de Japanse anime Mirai valt je mond al een paar keer open’, schreef NRC-criticus André Waardenburg vorige maand. In de Filmkrant noemde recensent Rik Herder Hosoda samen met Makoto Shinkai (Your Name) ‘de belangrijkste anime-auteur van het moment’. Het is duidelijk: met Mirai omarmt iedereen Hosoda. Daardoor lijkt het alsof hij uit de lucht is komen vallen, maar Hosoda maakte bijna twintig jaar geleden al zijn eerste lange animatiefilm. Met zijn derde film, The Girl Who Leapt Through Time (2006), vond hij zijn eigen stijl en (familie)thematiek. Daarna maakte hij tot nu toe nog vier lange films: Summer Wars, Wolf Children, The Boy and the Beast en Mirai. In deze films, die de hele maand juni in Lab111 zijn te zien, draait het om familiebanden en opgroeien, een vertrouwd thema in Japanse animatie.

Hosoda onderscheidt zich in het Japanse animatielandschap door zijn onafhankelijkheid. In het verleden werkte hij een blauwe maandag voor Studio Ghibli, maar zijn hang naar onafhankelijkheid dreef hem weg. In 2011 richtte hij zijn eigen Chizu Studio op, omdat hij zelf alle touwtjes bij het maken van zijn films in handen wilde hebben. Het heeft uitstekend uitgepakt, met het Oscargenomineerde Mirai als (voorlopig?) hoogtepunt.


lab111.nl