Paul de Nooijer (1943-2025)

Paul de Nooijer (1943-2025) was een experimenteel filmmaker van de buitencategorie. Samen met zoon Menno en echtgenote Françoise maakte hij ruim honderd films. In typerende stop-motionstijl sneed hij op speelse wijze onderwerpen aan als sterfelijkheid, man-vrouwverhoudingen, de scheidslijn tussen erotiek en porno, de corrumperende werking van commercie en de valkuilen van de maatschappelijke omgang.

Het laatste kunstje heette de documentaire die Jacomien Kodde in 2016 maakte over Paul en Menno de Nooijer. Vader Paul was toen net gediagnosticeerd met kanker in vergevorderd stadium, waarmee het einde in zicht leek van een oeuvre dat vijftig jaar experimentele film en fotografie omvat. Die titel bleek voorbarig. Want zes jaar later presenteerden de De Nooijers in Eye Filmmuseum twee boeken met een gezamenlijke omvang van bijna 1300 pagina’s en drie nieuwe films.

Een daarvan heette Bye Bye. In deze korte film zien we Paul de Nooijer afscheid nemen van een gezelschap mannen en vrouwen van verschillende leeftijden. Hij maakt aanstalten om per fiets weg te rijden, maar het opstappen wil maar niet lukken. Hij keert zich nog eens om, treuzelt, schuifelt wat onduidelijk heen en weer en kan zich niet losrukken. Uiteindelijk loopt het afscheidscomité door en laat hem achter, met een steeds zachtere afscheidsgroet op de lippen. Uiteindelijk heeft het na Bye Bye nog drie jaar geduurd voordat De Nooijer daadwerkelijk het leven heeft verlaten. Hij is 82 jaar oud geworden.

Bye Bye is typerend voor De Nooijers werk. Een bloedserieus onderwerp wordt neergezet met de nodige humor en zelfspot. Met een beperkte handeling en zo mogelijk nog beperktere dialoog weet hij grote emotionele zeggingskracht op te wekken. Je voelt de onherroepelijke eenzaamheid van het levenseinde maar moet ook glimlachen bij zoveel onhandig verzet tegen de onvermijdelijkheid.

De Nooijers eigenzinnige oeuvre hebben we deels te danken aan Frans Zwartjes. Van de nestor van de Nederlandse experimentele cinema kreeg hij les tijdens zijn opleiding tot industrieel ontwerper in Eindhoven. Met Zwartjes maakte hij ook zijn eerste film, Moving Stills (1972). In de zeven minuten durende film, die in 2018 nog te zien was op het IFFR, worden statische foto’s van De Nooijers vrouw Françoise met montage en broeierige lichteffecten tot leven gewekt.

De Nooijer was toen al een paar jaar actief als fotograaf. Hij maakte extreem gestileerde composities met perspectivische vertekeningen. Als voorloper van de geënsceneerde fotografie baande hij in Nederland het pad voor onder andere Teun Hocks en Erwin Olaf. Collega-kunstenaars konden zijn pionierswerk wel waarderen – er is een foto bekend van Ed van der Elsken die op een stuk karton ‘Niets is mooier dan een De Nooijer’ heeft geschreven – maar museumconservatoren konden er moeilijk mee uit de voeten. Zoals vaker gebeurt met Nederlandse wegbereiders kwam de waardering pas nadat buitenlandse instellingen De Nooijer hadden uitgenodigd voor solotentoonstellingen. Dat De Grasstrijker (1977) in 2021 door het Nederlands Fotomuseum werd opgenomen in de eregalerij van de Nederlandse fotografie is een vorm van verlaat eerherstel.

De Nooijer had de fotografie toen allang ingeruild voor film. In het Zeeuwse gehucht Baarsdorp, waar hij begin jaren ’80 met Françoise en zoon Menno heen was verhuisd, bouwde hij decors in de woonkamer met bloemetjesbehang. In de 8mm-films die hij hier opnam speelde hij zelf steevast de hoofdrol, vaak met gangsterhoed of het gepoederde gezicht van een mimeartiest. Van jongs af aan vervulde Menno de rol van aangever en tegenspeler. Françoise liet zich casten als muze en model.

De Nooijers echtgenote was ook het financiële brein achter het familiebedrijf. Als producent wist zij zonder noemenswaardige subsidie meer dan honderd films te realiseren. De Music Non Stop-bumpers voor MTV en videoclips voor Golden Earring – N.E.W.S. en Something Heavy Going Down (allebei 1984) – brachten ongetwijfeld wat geld in het laatje, maar de meeste producties hebben een hoog doe-het-zelf-gehalte en werden gemaakt met minimaal budget.

Toch zien ze er niet goedkoop uit en zijn ze nog steeds de moeite van bekijken waard. Het vroege werk leunt flink op improvisatie en moet het hebben van één of twee kleine ideetjes. Maar vanaf het moment dat Menno – die beeldhouwkunst in Tilburg en fotografie in Michigan heeft gestudeerd – als volwaardig partner optreedt, worden de films technisch complexer en gaat dans een grote rol spelen. Constante is de stop-motiontechniek die het geheel een ritmisch gevoel geeft en bijdraagt aan de absurdistische sfeer waar De Nooijer patent op heeft.

De films van het duo De Nooijer duren dertig seconden tot dertig minuten. Maar in 1997 presenteren ze hun eerste en enige speelfilm, Exit, die wordt geselecteerd als openingsfilm van Filmfestival Zeeland en later ook vertoond wordt op het IFFR. “Onze korte films zien we min of meer als schetsen voor deze lange film”, stellen vader en zoon in een interview met De Filmkrant. “De korte films hebben we altijd gemaakt met het idee om ze een keer samen te voegen in een groot geheel.”

Zoals Paul de Nooijer in Het laatste kunstje stelt dat “al ons werk over onszelf gaat”, zo biografisch is ook zijn speelfilmdebuut. In Exit speelt hij een vijftigjarige fotograaf die terugkijkt op een sleutelmoment uit zijn leven. Zijn jeugdige versie, gespeeld door Menno, bereidt een tentoonstelling voor maar kan het lucratieve aanbod niet afslaan om een videoclip te regisseren voor een beroemde Amerikaanse rockster (een rol van Barry Hay). De artistieke compromissen bezorgen hem echter een depressie en een onverwerkt jeugdtrauma speelt ook nog eens op.

“Gewone kijkers zullen er nogal wat moeite mee hebben”, oordeelde de VPRO Gids over de film zonder dialoog. Dit zuinige commentaar was niets vergeleken met de commotie die ontstond rond Stripshow 1850. In deze elf minuten durende film uit 2004 kleden een jongen en een meisje in Zeeuwse klederdracht elkaar langzaam uit. Na de première tijdens het Nederlands Film Festival verhuisde het werk naar het Zeeuws Museum in Middelburg, waar de lokale SGP-fractievoorzitter zo verontwaardigd was dat hij probeerde de vertoning te verbieden. Dat lukte niet en Stripshow 1850 groeide uit tot publiekslieveling.

Het alternatieve volkslied voor Zeeland dat De Nooijer in 2023 als opdrachtwerk maakte voor een anti-kernenergiegroep bracht het niet zover. Hij had eerder politiek geëngageerd werk gemaakt als Stop Action Faces (1993) over AIDS en The Greenhouse Effect (1992) over het milieu. Maar de tijden waren inmiddels veranderd en de gevoeligheden toegenomen terwijl De Nooijer er nog steeds geen doekjes om wond. De zangers in de film worden van onderaf aangelicht met ziekelijk blauw schijnsel en met stopmotion wordt een epileptische aanval gesimuleerd. De opdrachtgevers, die onbekend wilden blijven, waren er niet erg over te spreken en hebben het werk op de plank gelegd.

Niet lang daarna maakte De Nooijer zijn allerlaatste film, Is Heaven Blue? #2 (2023). In een mix van fotografie, animatie en film worden leven, verval en dood samengevat in iets meer dan een kwartier. De gezichten en lichamen van vader, moeder en zoon vertonen sporen van veroudering en slijtage. Er komt een einde aan samenleven en samen maken. Het afscheid is nu echt definitief. Bye Bye, Paul de Nooijer.