LIFF 2025: Bonkers!-competitie

In de knel

The Ugly Stepsister. Still: Marcel Zyskind

Ook op deze jubileumeditie van het Leiden International Film Festival schiet de Bonkers!-competitie weer heerlijk alle kanten op. Al is er ook in een deel van de films een rode draad te ontdekken.

De American Indie Competitie van het Leiden International Film Festival (LIFF), dat dit jaar de twintigste editie viert, is de laatste jaren een tikje meer is opgeschoven richting grotere namen en films die ook een reguliere release krijgen. Daarmee is de Bonkers!-competitie steeds meer de plek om te struinen naar het soort verborgen parels dat je alleen op dit soort festivals vindt. “Soms absurd, soms schokkend, maar altijd goed, of in ieder geval goed voor een stevige discussie achteraf”, vat het LIFF het zelf samen.

De competitie telt dit jaar dertien films, met onder meer een pythonjacht in Florida (The Python Hunt), een obsessieve stoelenbouwer (Incomplete Chairs), en onwetende Amerikanen die verzeild raken in ruraal Argentinië (Magic Farm). Wat opvalt is dat een flink deel van de films thematisch of qua locatie de beknelling opzoekt.

Twee films spelen zich vrijwel volledig af in een auto. In Hallow Road van Babak Anvari, die furore maakte met Under the Shadow (2016), krijgen twee ouders laat op de avond een telefoontje van hun dochter Alice. Die heeft ergens op een verlaten bosweg een meisje aangereden dat uit het niets de weg oprende. Terwijl vader en moeder in de auto springen en naar haar toe racen, houden ze via de telefoon contact met hun dochter. Maddie instrueert haar dochter het aangereden meisje te reanimeren en met Alice op mute ruziën zij en Frank over de vraag of de politie gebeld moet worden.

Gaandeweg kruipen er steeds meer onverklaarbare elementen de film in. Wanneer Alice bij het meisje gaat kijken, klinken er vreemde geluiden en Alice roept uit dat “haar gezicht verandert”. Een vrouw met een ijzig kalme stem stopt bij Alice en bemoeit zich op verontrustende wijze met het gesprek. Die op iets bovennatuurlijks wijzende elementen blijven helaas wat te vaag. Daar staat het sterke acteren van Rosamund Pike en Matthew Rhys tegenover, die de film dragen als koppel dat verscheurd wordt tussen logica en emotie.  

It Ends

Die tegenstelling speelt ook op in It Ends, speelfilmdebuut van Alexander Ullom, zoals ook in beide films de vraag terugkomt of ergens een afslag is gemist. Een viertal vrienden rijdt ’s avonds in een Jeep Cherokee op een bosweg die maar door blijft lopen. Wanneer ze uitstappen om zich te oriënteren, worden ze belaagd door een uit de bossen stormende horde agressieve mensen. Na de eerste schok is er de stapsgewijze realisatie van hun situatie: ze bevinden zich op een eindeloze weg. Hun behoefte aan eten en slaap (en seks) is verdwenen. Ze kunnen op de tel af negentig seconden achtereen buiten de auto verblijven voordat die meute verschijnt.

Het is knap hoe de film dit ogenschijnlijk beperkte gegeven oprekt tot een speelfilm, al trekt het hier en daar. Hoewel de vier wel zoeken naar een uitweg, focust It Ends (vooral na een flinke sprong in de tijd) verfrissend genoeg primair op hoe ze zich aanpassen aan dit bizarre bestaan.

Van auto’s naar een slaapkamer: LifeHack is een film die zich volledig afspeelt op het computerscherm van Kyle, een tiener die een grotendeels online leven leidt. Samen met drie internetvrienden speelt hij videogames en haalt pranks uit met internetoplichters. Wanneer hij leest over een Elon Musk-achtige techmiljardair met rechtse sympathieën, ontstaat het idee voor een bitcoin-heist. Hoewel de vorm hier en daar wat wringt, weten de makers de spanning gedurende de hele speelduur hoog te houden.

Secret Mall Apartment

Van slaapkamer naar appartement: de documentaire Secret Mall Apartment gaat over een groepje kunstenaarsvrienden dat in 2003 in het plaatselijke winkelcentrum een verborgen, loze uitsparing ontdekt en besluit er een appartementje in te richten. Een artistieke verzetsdaad tegen hoe dat winkelcentrum een nabijgelegen kunstenaarsenclave verdringt.

Vier jaar lang wonen ze er. Ze slepen er meubels naartoe, een televisie en zelfs cementblokken waarmee ze de enige open kant van het ‘appartement’ afsluiten (inclusief deur en eigen sleutel). De film is gebouwd rond de beelden die de vrienden destijds zelf maakten, maar dat materiaal is eigenlijk net te karig. Dus is de film ook een portret van die alternatieve kunstscene in Providence, Rhode Island, en van Michael Townsend, initiatiefnemer van het winkelcentrumappartement en van meer van dat soort guerrilla-achtige kunstprojecten.

Van krappe locaties naar knellende thematiek in het Noorse horrorsprookje The Ugly Stepsister (Den stygge stesøsteren), waarin Emilie Blichfeldt het sprookje van Assepoester binnenstebuiten keert. In plaats van op de bloedmooie Assepoester met haar glazen muiltjes, focust de film op een van die jaloerse, ‘lelijke’ stiefzussen.

Elvira (geweldig gespeeld door nieuwkomer Lea Myren) onderwerpt zichzelf aan gruwelijke cosmetische ingrepen om te voldoen aan het schoonheidsideaal, waaronder een middeleeuws aandoend masker om haar neus te ‘corrigeren’ en het op haar oogleden laten naaien van langere wimpers (gelukkig is er net een nieuwe pijnstilling ontdekt, een zeker wit poeder gedestilleerd uit cocabladeren). Ergens in de film legt een vrouw haar uit dat je de buitenkant moet aanpassen zodat die bij de binnenkant past, “want het is de binnenkant die telt”, en drukt haar vervolgens een lintwormeitje in handen. De film is net iets te traag en repetitief maar het is effectief hoe Blichfeldt via onder meer een paar gruwelijke bodyhorror-momenten het korset van vrouwen(zelf)haat steeds strakker aantrekt.

If I Had Legs I’d Kick You

Geen bodyhorror maar minstens zo benauwend is If I Had Legs I’d Kick You van Mary Bronstein, een film die akelig dicht op de huid van een door Rose Byrne gespeelde moeder kruipt. Vanaf het eerste moment zie en voel je dat ze mentaal op knappen staat. En dat is nog voordat een overstroming een gat in het plafond slaat en moeder en dochter moeten uitwijken naar een hotel. Linda’s dochter zien we niet in beeld. Of alleen als een paar van een stoel bungelende voeten of in eten grijpende handen. Horen doen we haar wel. In de vragen waarmee ze haar moeder onophoudelijk bestookt. En in de piepjes van haar sondevoeding; een jaar eerder is het meisje door een niet nader genoemde aandoening gestopt met zelf eten.

Byrne, in vrijwel elk shot in beeld, is fenomenaal. Net als andere recente films als Nightbitch (Marielle Heller, 2024) en boeken als Chouette (Claire Oshetsky, 2024) toont If I Had Legs I’d Kick You moederschap als iets dat kan voelen alsof het zijn klauwen in je zet. Maar de paar momenten dat er iets openbreekt op het gezicht van Linda, en in de film, is dat ook altijd dankzij het kind. Tot en met het ontroerende laatste beeld.


Leiden International Film Festival | 9 t/m 19 oktober 2025 | Trianon, Kijkhuis en diverse andere locaties, Leiden