Martijn Blekendaal over The Invisible Ones

‘Het hoeft niet licht te zijn, maar er moet wel lucht in zitten’

Martijn Blekendaal Foto: Finbarr Wilbrink

Met The Invisible Ones, een filmisch onderzoek naar onzichtbaarheid en superhelden, morrelt Martijn Blekendaal aan de basisprincipes van de jeugddocumentaire. “Ik ga altijd mee in de realiteit van mijn personages. Als jij hier in deze lege stoel een man ziet zitten, dan is die er. In film kan ik hem zelfs laten zien.”

The Invisible Ones kun je het best in de bioscoop gaan zien. Niet uit principe, maar omdat je met televisie de interactieve verrassing die regisseur Martijn Blekendaal heeft ingebouwd niet kunt nabootsen.

Het is een klein voorbeeld van hoe Blekendaal de grenzen van de jeugddocumentaire oprekt in dit verhaal over onzichtbaarheid, superhelden en onzichtbare superhelden.

Ik spreek met hem af in Het Ketelhuis, maar Blekendaal dacht bij Eye Filmmuseum te moeten zijn. Hij racet door de regen naar de juiste locatie. “Ik ben best een kluns; ik verpruts dingen en maak onnozele fouten”, verzucht hij na aankomst. “Dat vond ik vervelend, tot ik de slapstick van Buster Keaton ontdekte. Zijn films gaan erover dat het niet erg is om te vallen, dat je erom kunt lachen. Ze hebben een bepaalde raadselachtigheid, Keaton onderzoekt wat er allemaal met het medium mogelijk is. Er is een geniaal shot in Steamboat Bill, Jr. [1928] waarin hij het beeld komt binnenvallen. Ik snap nog steeds niet hoe het werkt.”

Ik ontmoette de documentairemaker een paar weken eerder al tijdens de Filmeducatie Kennisdag in Eye. Hier maakte Blekendaal zich in een keynote hard voor meer aandacht voor de jeugddocumentaire, een onderontwikkeld genre dat onderaan de ladder van de filmhiërarchie bungelt. Blekendaal pleit voor meer experiment. Hij maakte zelf onder andere De man die achter de horizon keek (2018), een jeugddocumentaire over conceptueel kunstenaar Bas Jan Ader, die vijftig jaar geleden verdween toen hij in z’n eentje de Atlantische Oceaan probeerde over te varen. Die film staat haaks op wat gangbaar is.

“Nog steeds overheerst de aanname dat kinderen alleen geïnteresseerd zijn in hoofdpersonages die ook kind zijn en daardoor zie je steeds dezelfde verhalen”, verzucht Blekendaal. Die vooronderstelling klopt niet. Sterker nog, zo creëer je weerzin tegen het genre. “Wanneer ik mijn zoons voorstel om naar de film te gaan, zeggen ze: ‘Toch geen documentaire, hè?’ Documentaires hebben een saai imago en ze zijn soms ook saai. Daarnaast gaan kinderen niet in hun eentje naar de film, dus je moet iets maken wat ook leuk is voor volwassenen. Daarom vraag ik me de hele tijd af: wat zou de Martijn van negen jaar oud leuk vinden? En de Martijn van dertien? En de Martijn van nu?”

Tijdens IDFA 2021 presenteerde Blekendaal een tienpuntenmanifest. “Toen ik dat schreef, dacht ik dat het belangrijkste probleem lag bij de randvoorwaarden voor jeugddocumentaires. Inmiddels weet ik dat alle partijen een rol spelen. Festivals programmeren gelukkig voor een jong publiek ook documentaires die niet specifiek voor kinderen gemaakt zijn, dat maakt het aanbod diverser. En er is inmiddels meer aandacht voor de jeugddocumentaire, ook bij het Filmfonds. Ze worden bijvoorbeeld langer, zodat ze geschikt zijn voor de bioscoop. Het is nu aan de makers om het genre door te ontwikkelen.”

The Invisible Ones

Niet de enige
Dan rijst de vraag: wat kan een jeugddocumentaire allemaal zijn? The Invisible Ones bevat fragmenten uit de jarentwintigfilms van Buster Keaton en locatiebeelden van Los Angeles die de stad portretteren als een soort Gotham City uit Batman.

De film opent intiem, met een jeugdherinnering van Blekendaal zelf. Toen hij als jongen van kleur opgroeide, werd hem door andere kinderen toegebeten: “Jij hoort hier niet.” Het maakte dat hij onzichtbaar wilde zijn. “Het staat in geen verhouding tot de ervaringen van mijn personages”, relativeert Blekendaal. “Die moesten uit zelfbehoud onzichtbaar worden. Maar het maakt wel duidelijk waarom ik deze zoektocht begon.”

Het is eng om zijn eigen verhaal te delen, maar het is belangrijk voor Blekendaal, omdat kinderen van kleur zich erin kunnen herkennen. “Bij een testvertoning van mijn korte film De ietsnut [2013] zat er één zwart jongetje in de zaal. Die kwam na afloop naar me toe en zei: ‘Ik wist niet dat zwarte mensen ook films maken’. Daar doe ik het voor, dat is het al waard. Herkenning kan voor empowerment zorgen. Die wetenschap is het belangrijkste in The Invisible Ones: je bent niet de enige.”

In The Invisible Ones zien we mensen die zich onzichtbaar hebben moeten maken om te overleven. Zoals meneer Eljon en mevrouw Walvisch, die als kinderen tijdens de Tweede Wereldoorlog ondergedoken zaten. En de Palestijnse Mohammed, die vanwege zijn geaardheid Gaza moest ontvluchten. De negentienjarige Samir moest zich schuilhouden voor zijn gewelddadige ouders. Samir wilde ook in de film onherkenbaar blijven. Blekendaal toont hem onder zijn dekbed, als pratende, lege stoel en als zwevende gamecontroller.

Dat laatste doet hij door Samir een groen pak aan te trekken, zodat hij hem – als een omgekeerd greenscreen – kan wegpoetsen in de montage. “Aanvankelijk moest Samir niets van het onzichtbaarheidspak hebben, dus toen moest ik het zelf aan. Naarmate hij zich meer op z’n gemak voelde, wilde hij ook wel. We hebben er veel lol mee gehad. Normaliter wordt zo’n pak in fictiefilms gebruikt, in gecontroleerde omgevingen met gelijkmatig licht. Ik gebruikte het overal, ook buiten. Een gespecialiseerd bedrijf zag ons materiaal en vond een deel ervan onbruikbaar. Uiteindelijk heeft een stagiair een avond zitten pielen en die kreeg ook bij dat deel de verdwijning voor elkaar.”

Ontdekkingstocht
Blekendaal onderzoekt via zijn personages hoe het voelt om onzichtbaar te zijn, wat het met je zelfbeeld doet en welke superkrachten het je geeft, maar hij stopt daar niet. Hij vraagt een clubje wetenschappers om in een kelder onderzoek te doen naar hoe je iemand onzichtbaar kunt maken én duikt in hoe onzichtbaarheid in de filmgeschiedenis getoond wordt.

Dit laatste leidt tot prachtige video-essayistische compilaties, waarbij hij bijvoorbeeld oude Batman-animaties combineert met opnamen van Douglas Fairbanks in The Mark of Zorro (Fred Niblo, 1920).

“Ik ben een filmliefhebber en beschouw iedere film als een ontdekking”, legt Blekenaal uit. “Ook het maken van films is een ontdekkingstocht. Wat is jeugddocumentaire en wat is film? Wat is zichtbaar maken en onzichtbaar maken? Hoe doen andere filmmakers dat? Ik stel mezelf allemaal vragen en die zitten vervolgens ook in de film. De term ‘essay’ klopt in die zin ook, die komt van het Franse woord essaier, ‘proberen’. Het was uitproberen en in de montage bekijken en ontdekken: wat betekent dit?”

Met The Invisible Ones onderzoekt Blekendaal ook hoe je een film maakt die kinderen aanspreekt. Hij gebruikt snelle, soms bijna TikTok-achtige montage en deelt de vertelling op in kleine verhaaltjes. In voice-over geeft hij commentaar en parafraseert zijn personages. Ondertiteling is een drempel voor kinderen, daarom schoot hij in de rol van verteller: “Zo kunnen ze zich volledig op het beeld richten.”

Elke scène heeft zijn eigen stijl. “Mevrouw Walvisch is een heel kleine vrouw en ze voelt zich helemaal niet sterk, terwijl haar kracht wel uit haar verhaal spreekt. Daarom zet ik tegenover haar kleine postuur haar naam in gigantische letters. Met contrasten houd je kinderen wakker.”

Licht en lucht
Blekendaal is ervan overtuigd dat bijna ieder onderwerp geschikt is voor jongere kijkers. Maar wat maakt dan een goede jeugddocumentaire? “Ja, dat ben ik dus nog aan het uitzoeken.” Blekendaal denkt hardop na. “Wat voor mij werkt, is speelsheid in de vorm en een urgent onderwerp. Het hoeft niet licht te zijn, maar er moet wel lucht in zitten. En dynamiek en afwisseling in de vertelling.”

Naast Keatons stille films zien we in The Invisible Ones ook fragmenten uit een vroege verfilming van H.G. Wells’ roman The Invisible Man (1897) door een Spaanse voorloper van Keaton, Segundo de Chomón. Chomóns The Invisible Thief (1909) laat de magie van film zien: een zwevende wandelstok, een leeg driedelig pak, een servies dat zichzelf inpakt. “De leukste ontdekking vond ik dat de suggestie van onzichtbaarheid iets heel simpels kan zijn, omdat je verbeelding het werk doet”, zegt Blekendaal. “De illusie van onzichtbaarheid is makkelijk gemaakt. Film is hét instrument om dat tastbaar te maken. Verbeelding heeft iedereen en deze magie ligt binnen handbereik. Dat vind ik ontroerend. En hoopvol.”


The Invisible Ones is 4 september 2025 te zien in de bioscoop | The Invisible Thief, Steamboat Bill Jr. en The Mark of Zorro zijn gratis te zien op Archive.org.