Zombieland

Zombies meppen

Zombieland

Wat maakt een nerd als Columbus (Jesse Eisenberger) geschikt om als een van de weinigen ongeschonden een zombie-apocalyps te doorstaan? Simpel: de combinatie van smet- en pleinvrees die zijn karakter tekent, zorgde ervoor dat hij onbesmet bleef met het zombievirus – in Ruben Fleischers Zombieland uitgelegd als ‘gekkemensenziekte’.

Columbus is overigens niet zijn echte naam; niemand gebruikt nog hun echte naam in Zombieland, voorheen Amerika. De schaarse overlevenden noemen zich naar hun geboorteplaats. Want, zo legt Tallahassee (Woody Harrelson) uit, als je mensen bij naam kent ga je je maar aan ze hechten, en dat is funest.

Niet voor niets is nummer 7 op Columbus’ lange lijst regels voor het overleven in Zombieland: ‘reis licht’. Net als in Up in the Air (Jason Reitman, 2009) moet de bagage zo gering mogelijk blijven, zowel in het praktische als het intermenselijke verkeer.

En dus leren Columbus en Tallahassee dat je af en toe ook iemand moet vertrouwen, dat er een plek is voor vriendschap en misschien zelfs liefde, tijdens de omzwervingen die ze samen met de zussen Wichita (Emma Stone) en Little Rock (Abigail Breslin) maken door de kleurrijke wrakstukken van de wereld. Weinig nieuws onder de zon; uiteindelijk is Zombieland simpelweg een Amerikaanse versie van de Britse romantische zombie-komedie Shaun of the Dead (Edgar Wright, 2004).

Waarom werkt het dan toch? Door het hoge tempo, de grote grapdichtheid, de effectieve zombiesmerigheid, de cameo van een niet nader te noemen Hollywood-grootheid. Maar vooral door de bizarre manieren waarop de hordes zombies omgelegd worden, met als climax een uitgerekte sequentie op een pretpark met creatief gebruik van diverse achtbanen en reuzenraden.

Van Columbus’ tientallen genummerde regels voor het overleven in Zombieland zien we er uiteindelijk slechts tien in beeld. De rest is ongetwijfeld voer voor de onvermijdelijke sequel, die voor 2011 op de rol staat.


Zombieland is vanaf 13 maart 2010 verkrijgbaar op dvd (Sony).