Jonathan Millet over Ghost Trail

'Het is een spionagethriller op menselijke schaal'

Jonathan Millet

Voor zijn fictiedebuut Ghost Trail verpakt documentairemaker Jonathan Millet een grotendeels waargebeurd verhaal over een ondergronds netwerk dat Syrische oorlogsmisdadigers opspoort in een benauwende surveillancethriller. “Alles wat ik als documentairemaker leerde over pijn, trauma en verlies, kon ik hierin kwijt.”

Hamid heeft de oorlog in Syrië overleefd, maar dat heeft hem veel gekost. Hij was een van de duizenden die werden opgesloten in Bashar al-Assads gevreesde Sednaya-gevangenis, waar de politieke vijanden van het regime werden gemarteld en geëxecuteerd. Hamid doorstond dat, maar verloor zijn vrouw en dochter, die omkwamen bij een bombardement.

Dit alles zien we niet, maar ontdekken we geleidelijk in Jonathan Millets Ghost Trail (Les fantômes). De film begint wanneer deze gepijnigde man door Syrische soldaten in de woestijn wordt gedumpt.

Millets speelfilmdebuut kruipt in het brein van de getraumatiseerde Hamid, die zich heeft aangesloten bij een ondergronds netwerk dat Syrische oorlogsmisdadigers opspoort, in de hoop ze daarna voor het gerecht te brengen. Zo kwam hij op het spoor van de man die hem martelde in Sednaya en volgde dat naar Straatsburg. Zijn obsessieve blik is inmiddels gefixeerd op Harfaz, een kalme scheikundestudent die zijn tijd voornamelijk doorbrengt in de universiteitsbibliotheek. Is dit de wrede beul van Sednaya?

Millet destilleert een spionagethriller uit Hamids benauwende tunnelvisie – is hij nu echt uit op rechtvaardigheid, of toch op wraak? Tegelijkertijd is Ghost Trail gestoeld op grillig realisme: Millet is van oorsprong oorlogsfotograaf en documentairemaker en baseerde zijn grotendeels waargebeurde scenario op jarenlange research naar dit soort geheime netwerken.

Ghost Trail

“Ik had ontzettend veel materiaal om mee te werken, dus het was een uitdaging om de kijker een zo uniek mogelijk perspectief te bieden”, vertelt Millet in Cannes, waar de film draaide in zijprogramma Semaine de la critique. “Ik wil dat het publiek in het brein van het hoofdpersonage terechtkomt, dat je de wereld door zijn ogen gaat zien. Dat vereiste een specifieke manier van de wereld om hem heen vangen in beeld en geluid. Hamid heeft lang in de gevangenis gezeten. In die duisternis heeft hij anders leren horen, ruiken en zien. Zijn zintuigen staan op scherp, en ik wil dat je dat voelt.”

Deze netwerken opereren in het grootste geheim. Hoe kreeg je daar toegang toe? “Dat kostte veel tijd. Ik werkte eerst aan een documentaire over oorlogsvluchtelingen, waarvoor ik veel mensen uit Syrië heb gesproken over de verwoesting in hun levens rond 2015 en 2016. Daar pikte ik geruchten op over mensen die op bewijs jagen, oorlogsmisdadigers opsporen en gerechtigheid zoeken. Daar ben ik anderhalf jaar lang ingedoken. Toen wist ik: dat is de film die ik wil maken. Alles wat ik als documentairemaker leerde over pijn, trauma en verlies, kon ik erin kwijt.”

Als freelance fotograaf en filmer bracht je eerder onder meer de impact van oorlogen in kaart. Wat voor invloed heeft dat werk op jouw regie gehad? “Het was mijn filmopleiding: leren hoe je mensen filmt, hoe je de werkelijkheid in beeld brengt, hoe je iemands vertrouwen wint. Voor een kleine ngo heb ik onder meer veel tijd in Syrië doorgebracht, waardoor ik ook een persoonlijke connectie heb met dit verhaal. Voor Ghost Trail schoten we veel op echte locaties, zoals het azc in Straatsburg en een vluchtelingenkamp in Jordanië. Mijn productieteam, dat vooral fictie gewend is, zei: dat gaat nooit lukken, laten we die plekken op sets nabouwen. Maar ik zei: geef me wat tijd, ik praat met mensen, drink een kop thee, hoor hun verhalen aan en leg uit wat ik met deze film wil doen. Uiteindelijk is het ons gelukt om op die locaties te filmen, met de echte bewoners in beeld.”

Dat realisme vermeng je met stilistische ambitie. Neem alleen al het openingsshot, waarin Hamid en andere gevangenen achterin een afgesloten truck zitten en het scherpe zonlicht van de Syrische woestijn door de gaten in de tarp geleidelijk het beeld doorklieft. “Dat shot is ontzettend belangrijk voor me, omdat het direct duidelijk maakt dat je in deze film geen totaaloverzicht krijgt. Als kijker moet je een beetje meebewegen met het hoofdpersonage en je verbeeldingsvermogen aan het werk zetten. Vooral het geluidsspoor hint op de subjectiviteit van het shot: je hoort het geluid van een onderzeeër, wat dat gevoel van vastzitten benadrukt. Als kijker zit je immers ook gevangen in het brein van Hamid.”

Een interessant detail is dat de leden van het netwerk met elkaar afspreken via een online schietspel dat zich in oorlogsgebied afspeelt.  “Ik kan nu doen alsof ik allemaal geniale filmische ideeën heb, maar ook dit is uit de werkelijkheid gegrepen. Ironisch genoeg is een online oorlogsgame als Call of Duty de veiligste plek om te spreken over bombardementen, terrorisme en moord. Een geweldig, maar ook gruwelijk idee. Wij hebben overigens een eigen videogame gebouwd waar de acteurs ook echt doorheen konden bewegen. Als we daadwerkelijk Call of Duty hadden gebruikt, was het volledige budget van de film daaraan opgegaan.”

In de kern is dit een spionagefilm.  “Absoluut, dit moest in een genrefilm verpakt worden. Het moet als een ademloze rit voelen waarin je geen tijd hebt om naar lucht te happen. Ik wilde de ernst van de missie vangen, zodat je voelt wat voor risico’s ze lopen. En bovenal: de intensiteit van het achtervolgen. Ik maakte een spionagethriller op menselijke schaal. We zien alles vanuit Hamids perspectief. Dat perspectief is misschien beperkt, maar wel spectaculair. De climax van de film is een strijd in woorden en blikken tussen de twee personages die tegenover elkaar aan tafel zitten. Dat is de scène. En het publiek moet dan denken: dit is de grootste strijd die ik ooit heb gezien.”

Dan moet ik aan Al Pacino en Robert De Niro in Heat denken. “Ongetwijfeld zweefde die film ergens rond in mijn onderbewustzijn. Wat Heat mij heeft geleerd is dat je niet bang hoeft te zijn om dingen lang te laten duren. Als je de suspense te pakken hebt, maakt het niet uit hoelang het duurt. De slotscène in Ghost Trail duurt twaalf minuten, en ik ben er ontzettend trots op.”

Harfaz is een fascinerende antagonist. Misschien heeft hij ondenkbare wreedheden begaan, maar of dat echt zo is blijft gissen. Hoe was het om die balans tussen bad guy en mens van vlees en bloed te vinden? “Het is essentieel dat de kijker evenveel weet als het hoofdpersonage. Dus alles wat je over Harfaz weet, is vanuit Hamids perspectief. Aan het begin van de film krijg je alleen een shot van de achterkant van Harfaz’ hoofd, van dik vijf meter afstand. Die ambiguïteit vind ik ontzettend spannend. Is dit de schurk of niet? Wat vind ik zelf van hem? Zou hij dit kunnen doen? Uiteindelijk gaat de film niet over Harfaz. Het gaat over wat Hamid over hem weet en denkt te weten. Het is een film over projectie.”


Ghost Trail is te zien op IFFR 2025 en draait vanaf 10 april 2025 in de bioscoop.