Guillaume Canet over LES PETITS MOUCHOIRS

'Je kabbelt voort tot de schok komt'

  • Datum 22-12-2010
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Guillaume Canet

Een film maken met een groep vrienden (en zijn geliefde, actrice Marion Cotillard) óver een groep vrienden is niet eenvoudig, vertelt acteur en regisseur Guillaume Canet. ‘Ze moesten hecht zijn maar daar ook plotseling mee kunnen ophouden.’

Ondanks het succes van uw vorige film ne le dis à personne heeft het vier jaar geduurd tot les petits mouchoirs. Toch vrij lang ja, dat klopt. Ik heb een aantal films gemaakt als acteur en ben vervolgens begonnen aan een heel ander scenario dan les petits mouchoirs. Na een tijdje merkte ik dat het niet meer aansloot bij waar ik stond in het leven, dat ik behoefte had een persoonlijker verhaal te vertellen. Ik was op vakantie geweest en realiseerde me dat je twee weken met je beste vrienden kunt optrekken zonder werkelijk te zeggen wat je voelt. Je hebt maar een week of twee met elkaar en wilt het niet verpesten door het achterste van je tong te laten zien. Ik wilde al langer een film over een vriendengroep maken en door die vakantie zag ik dat daar een mooi thema lag: de petits mouchoirs, hoe je alle dingen die je niet wilt confronteren opzij schuift en met een zakdoek bedekt zodat je kunt doen alsof ze er niet zijn.

Dit is het soort film waar acteurs merkbaar veel plezier in hebben. Is het, zeker met acteurs van dit kaliber, lastig om afstand te bewaren en je daarin niet te laten meeslepen? Heel lastig, vooral omdat de meesten van hen ook vrienden van me zijn. Ik wilde dat de warmte die binnen een vriendengroep bestaat tijdens de opnamen voelbaar zou zijn, dat ze hecht waren. Het probleem was dat ze daar niet plotseling mee konden ophouden als ik ze serieus aanwijzingen wilde geven. Om ze ongehinderd te laten werken, heb ik elke scène in zijn geheel laten spelen. Ik filmde in één take met meerdere camera’s. Na afloop zat iedereen echter nog in het plezier van de scène en moest ik ze doen inzien dat we niet op vakantie waren. Tegelijkertijd was die sfeer ook precies wat ik voor ogen had, dus het was soms een rare ervaring.

De film begint met een lang, ononderbroken shot van vier minuten. De eerste scène moest een metafoor zijn voor de hele film. Het moest een zekere lamlendigheid uitstralen en plotseling eindigen. Zo leiden we ons leven, nietwaar? Je kabbelt voort zonder jezelf werkelijk vragen te stellen, totdat er een bepaald schokmoment komt. Daarnaast moest ook het personage van Ludo meteen duidelijk zijn: iemand die zijn leven in nachtclubs slijt en zich plotseling helemaal alleen voelt. Om zes uur ’s ochtend realiseert hij zich dat hij geen vrienden om zich heen heeft.

De muziek bestaat volledig uit bestaande liedjes: Bowie, Creedence, Antony and the Johnsons, etc. Ik wilde niet dat een componist zijn eigen emoties aan de film zou toevoegen. Ik wilde de muziek gebruiken die ik bij het schrijven van het scenario beluisterde. Als ik eenmaal een scène op bepaalde muziek heb geschreven, kan ik me daar niet meer van losmaken. Ik draai dat nummer dan op de set, zodat ook de acteurs dat ritme meekrijgen. De liedjes die je in de film hoort zijn als de cd die ze tijdens die vakantie beluisteren.

Maar mensen reageren op verschillende manieren op dezelfde muziek. Uiteraard. Dat subjectieve zocht ik juist. Bepaalde scènes zullen je raken en andere minder. Uiteindelijk zijn het mijn eigen emoties die ik met het publiek probeer te delen. Ik verwacht niet dat iedereen met alles meevoelt.

Tom Mes