Julie Bertuccelli over The Tree
'Het moest niet té fantastisch worden'
Julie Bertuccelli (foto: Lex de Meester/Film by the Sea)
Ruim zeven jaar zitten er tussen depuis qu’otar est parti…, het speelfilmdebuut van Française Julie Bertuccelli, en haar nieuwe film the tree. Net als haar eersteling draait de nieuwe film om de thema’s rouw en verlies: een moeder en haar vier jonge kinderen moeten in de Australische outback zien om te gaan met het verlies van hun echtgenoot en vader. Daarbij speelt de gigantische Moreton Bay vijgenboom in hun tuin een bepalende rol.
Elk gezinslid heeft in the tree zijn eigen rouwproces: de zestienjarige Tim wordt versneld onafhankelijk; jongste zoon Charlie stopt met praten; moeder Dawn (Charlotte Gainsbourg) stort volledig in. En de achtjarige Simone stelt dat ze de stem van haar vader hoort in de boom. Regisseur Julie Bertuccelli kwam bij the tree via een omweg: eigenlijk wilde zij Il barone rampante (‘De baron in de bomen’) van de Italiaanse schrijver Italo Calvino verfilmen. "Dat gaat over een jongetje dat na een ruzie met zijn ouders in een boom klimt en er nooit meer uitkomt. Maar voor zijn dood had Calvino bepaald dat zijn boeken nooit of te nimmer verfilmd mogen worden, dus dat ging niet door. Dat idee van het leven in een boom bleef echter bij me hangen, misschien omdat ik als kind ook veel in bomen zat. Uiteindelijk wees mijn nicht me op het boek My father who art in the tree van de Australische Julie Pascoe."
Toch is the tree stiekem ook nog een beetje een Calvino-verfilming, lacht Bertuccelli. "Ik merkte dat sommige scènes, bewust of onbewust, toch terugkwamen. Het moment dat de boom gekapt dreigt te worden en Simone weigert om er uit te komen, bijvoorbeeld, is in Pascoe’s boek maar heel kort. Maar dat was precies het idee dat mij intrigeerde. De twee kinderen die in de boeken centraal staan hebben bovendien eenzelfde vechtlust en vastberadenheid, en hetzelfde uitzichtspunt op de wereld: als een spion hun omgeving aanschouwend, verborgen in hun boom. Het plezier dat uit kan gaan van het feit dat jij mensen ziet die jou niet kunnen zien, heb ik als kind ook ervaren."
Wortelvertakkingen
Omdat de rechten van de film al verkocht waren, werd the tree uiteindelijk een Frans-Australische coproductie. "Dat maakte het ook ineens veel makkelijker om de film in Australië op te nemen. Het boek speelt zich niet voor niets in die omgeving af: de elementen zijn zó aanwezig, de mens zó nietig. En deze boom hadden we nergens anders kunnen vinden." Het gigantische gevaarte overheerst de gehele tuin van de familie, en dringt zich ook steeds duidelijker op om en in hun huis. "Het was een bestaande boom, waar de setverzorgers alleen een paar kunstmatige wortelvertakkingen aan hebben toegevoegd. De film moest zich afspelen op het snijvlak van fantasie en realisme. Alles kan beide kanten op geïnterpreteerd worden: je kunt geloven dat het meisje echt de stem van haar vader hoort, maar ook dat het gewoon de wind in de takken is. Ik was er waakzaam voor niet té fantastisch te worden."
Veel van dat effect, die Bertuccelli een "impressie van surrealisme" noemt, zit hem in de subtiele geluidsband. "We probeerden van alles: we vervormden stukjes menselijke stem tot ze klonken als de wind, of vulden de vorm van een spraaktimbre met het geluid van ruisende bladeren. maar dan verknipt en vervormd." Wat het extra lastig maakte was dat de boom op verschillende momenten en voor verschillende personages een ander karakter heeft — soms is hij sprookjesachtig, soms juist beangstigend. "Uiteindelijk lag de oplossing daarvoor toch vooral in de ogen van de acteur; de boom blijft hetzelfde."
Nieuw begin
Filmen in Australië betekende ook dat Bertuccelli ver van haar eigen land aan het werk ging. "Maar dat heb ik juist ervaren als een verademing. Het gaf me de kans een nieuw land te ontdekken; niet als een toerist, waar ik een hekel aan heb, maar echt als een inwoner. Ik wilde ook dat de film aan zou voelen alsof hij was gemaakt door een Australiër, zo getrouw mogelijk de details van die samenleving in het weefsel van de film opnemen. De kunst was daarbij om zo direct bij dat land betrokken te zijn, dat je daaraan kunt ontstijgen om het universeel te maken."
De afstand tot haar eigen vertrouwde omgeving had bovendien parallellen met het rouwproces van de karakters. "Het was een nieuw begin waar ik alleen voor stond. Ik moest omgaan met de geschiedenis van dit nieuwe land, zoals je ook om moet gaan met de herinneringen aan de overledene."
Onderbewuste
De film is opgedragen aan Bertuccelli’s echtgenoot Cristophe, die overleed toen zij aan de adaptatie van de film schreef. "Hij was al ziek toen ik aan het scenario begon, maar — en dat klinkt misschien heel naïef — ik had er nooit bij stil gestaan dat hij zou kunnen sterven; zo dacht ik er gewoon niet over na. Dus toen hij overleed vond ik het bijna absurd dat ik juist dit verhaal had gekozen, alsof mijn onderbewuste me erop had willen voorbereiden. Een tijd lang heb ik toen niet aan de film kunnen werken, het was te moeilijk. Maar toen ik de draad weer oppakte, merkte ik dat het mijn creativiteit steunde. Dat is ook wat ik in de karakters van the tree en mijn vorige film depuis qu’otar est parti… zo bewonder: ze weten hun verlies en hun verdriet te gebruiken om iets nieuws te creëren."
Bertuccelli is begrijpelijkerwijs terughoudend over het onderwerp. "Begrijp me goed: het is niet dat ik er niet over wil praten; zijn dood is onderdeel van mijn leven. Maar de film is, hoewel er natuurlijk veel van mijn eigen ervaringen en die van mijn kinderen in zijn verwerkt, absoluut geen autobiografie. Ook daarom was het fijn dat het verhaal zo ver van mijn eigen leefomgeving speelt. Ik wil dus niet te veel stilstaan bij die vergelijking, omdat ik wil vermijden dat het publiek geraakt worden door mijn verhaal in plaats van het verhaal dat ik vertel."
Joost Broeren