Vergeten zilver – 16 maart 2016
Revolutionaire stoeipoes

Tina Aumont
Wanneer je opgroeit in de filmwereld en je ziet er geweldig uit, is je kostje vaak gekocht. Omdat haar vader acteur Jean-Pierre Aumont was en haar moeder actrice Maria Montez, lag het voor de hand dat Tina Aumont actrice werd; ze was zelfs in Hollywood geboren. Ze was geen rasactrice, geen type dat in elke film wilde vlammen en haar ego bevestigd wilde zien. Aumont (1946-2006) was meer het type actrice waar Fellini graag gebruik van maakte: een pion, een poppetje met mooie grote ogen dat je kan manoeuvreren tussen de camera en de belichting. Haar eerste belangrijke rol was dan ook in fellini — satyricon (1968), hoewel ‘rol’ een groot woord is in een film die voornamelijk om adembenemende plaatjes en een decadente sfeer draait. Datzelfde jaar was ze veel beter op dreef in de vervreemdende spaghetti-western l’uomo, l’orgoglio, la vendetta/man, pride and vengeance, een losse adaptatie van Prosper Merimée’s opera Carmen, waarin ze Franco Nero en Klaus Kinski van het doek speelt en volledig om haar vinger windt.
Van die typecasting kwam Aumont daarna eigenlijk niet meer los. Maar dat gaf niks. De mooie Tina bleef voornamelijk werken in de destijds nog florerende Italiaanse filmindustrie en werd een graag geziene gast op hippe feesten. Daar kwam ze in aanraking met drugs en daar lustte ze wel pap van. De tijd leek rijp voor verandering — ook in de cinema. In krankzinnige films als Tinto Brass’ l’urlo maakte ze indruk als een revolutionaire stoeipoes die met het eindeloos herhaalde mantra ’to break, broke, broken’ de andere acteurs aanspoort de gevestigde orde te bestormen.
Rollen in commerciële films (torso) of artistieke thrillers (cadaveri eccellenti) regen zich aaneen. Maar zoals het ook tijdgenoten als Sylvia Kristel verging: wanneer de rimpels en de kilo’s komen, krimpt het aanbod van filmrollen. Natuurlijk zag Fellini daar weer een mooi voorbeeld van schoonheid in verval in en zo speelde Aumont haar laatste rol van betekenis in fellini’s casanova, in 1976. Drugs- en alcoholgebruik begonnen inmiddels hun tol te eisen en om de rekeningen te betalen nam ze zelfs rollen aan in Z-films als holocaust 2: the memories, delirium and the vendetta, een gedrocht van een film waar je met een grote boog om heen wil lopen, hoewel ondergetekende moet bekennen nog wel de Nederlandse videoversie op een rommelmarkt te hebben gekocht.
Arme Tina. De Franse regisseur Jean Rollin, zelfverklaard liefhebber van mooie vrouwen en al lang een groot fan van Aumont, gaf haar als eerbetoon nog een rol in zijn poëtisch bedoelde maar toch vrij belabberde les deux orphelines vampires/the two vampire orphans (1997). Daar kreeg hij spijt van. Aumont verscheen stomdronken op locatie en tuimelde met haar kostuum achterover een modderig meertje in. De koek was op. Gesloopt door een leven waarin ze van filmsets naar drugsfeestjes holde, overleed ze op haar zestigste aan een longembolie. Maar zoals je na een wild feest wel eens denkt: gelukkig hebben we de foto’s nog. Nee, beter, we hebben de dvd’s nog, en al zijn ze digitaal, die mooie, donkere, mysterieuze ogen van Tina Aumont zullen hun bekoring nooit verliezen.
Mike Lebbing
FELLINI — SATYRICON en FELLINI’S CASANOVA zijn te koop op dvd.