Thuiskijken – 6 april 2017

  • Datum 06-04-2017
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Kwaidan

Een selectie uit de videotheek van nieuwe, interessante en curieuze films die niet in de bioscoop zijn uitgebracht. En films opnieuw uitgebracht op dvd.

Ugetsu monogatari en Kwaidan
Ladies Vengeance

Twee toonaangevende distributeurs brachten onlangs ieder een betoverende, klassieke spookvertelling uit. Melancholie-bloedende meesterwerken, in de greep van duivelse vrouwen en de ijzeren vuist van het noodlot.

Ugetsu monogatari

Het Westen heeft de femme fatale, Japan de duivelse moeder. Het is een archetype met een eeuwenoude traditie: de ideale vrouw is een troostende moeder, die zodra ze haar seksualiteit laat zien verandert in een duivel. De vrouw ‘wordt aanbeden als moedergodin, maar als het matriarchale masker wordt weggerukt, verschijnt er een angstwekkende demon’, schrijft Japan-kenner Ian Buruma in De spiegel van de zonnegodin. Dit vrouwmonster dat mannen verovert, verslindt en tot waanzin drijft, speelt de hoofdrol in een hele reeks Japanse films: Onibaba (Shindo Kuroneko), L’empire du sens (Oshima Nagisa) en Woman of the dunes (Hiroshi Teshigahara). Recent zijn twee klassiekers op dvd verschenen die passen in deze traditie: Ugetsu monogatari (uitgave Criterion) en Kwaidan (The Masters of Cinema). Twee lyrische, betoverende en hartverscheurend melancholische films over gedoemde mannen en spookachtige vrouwen, en het noodlot dat hen met ijzeren greep omhelst.
Ugetsu
monogatari (1953) is een van Kenji Mizoguchi’s grote meesterwerken, een glasheldere en elegante vertelling over hebzucht en verlangen naar dat-wat-er-niet-is, vloeiend gefotografeerd in oogverblindend zwart-wit. Een eenvoudige pottenbakker die droomt van welvaart ruikt in de chaos van een dreigende oorlog zijn kans: nu kan hij geld verdienen om zijn vrouw de jurk te schenken die ze verdient! Zij waarschuwt hem: wees tevreden met wat je hebt: mij, een veilig thuis. Toch neemt hij afscheid, de waarschuwing in de vorm van een onheilszwangere nevel negerend. De pottenbakker heeft geluk: hij verdient stapels zilverlingen, en ontmoet een droomvrouw. Maar wij zien, of nee, voelen: die vrouw, die kan niet echt zijn. Misschien is ze wel een geest, was haar seksuele honger te taai om te sterven.
Terwijl de pottenbakker zijn dagen vult met passie, kruipt het noodlot dichterbij.
Met enkele trefzekere, maar verwoestende scènes verbeeldt Mizoguchi de barbarij en de kwetsbaarheid van de mens: een aanranding door dronken soldaten, vluchtelingen in een nachtelijk bos. De dreiging van oorlog vult de geluidsband. Ondanks al die grote onderwerpen — hebzucht, oorlog, liefde, noodlot — en de aanwezigheid van het bovennatuurlijke, is Ugetsu monogatari een wonder van intimiteit en menselijkheid.

Psychedelisch
Kwaidan
(1964) van regisseur Masaki Kobayashi (van de samoerai-klassiekers Harikiri en Samurai rebellion) is een veel explicietere spookvertelling. Hier mengt het bovennatuurlijke zich veel nadrukkelijker in het aardse bestaan dan in Ugetsu monogatari, waar de twee haast terloops in elkaar overvloeiden. Kobayashi begeleidt het afdalen van het bovenaardse met paukenroffels en trompetgeschal. Kwaidan (letterlijk spookverhalen) is een tot in abstractie gestileerde, psychedelisch gekleurde verzameling verhalen waarin doodgewone mensen (mannen) worden bezocht en belaagd door (vrouwelijke) bezoekers van Gene Zijde. Zo is er een sneeuwgeest die mannen met haar bevroren adem het levenslicht uitblaast (in het onderdeel The snow maiden, op deze disk voor het eerst volledig te zien) en een angstaanjagende, tot leven gekomen bos inktzwart haar dat de man die haar ooit verliet tot waanzin drijft.
Kobayashi maakt geen geheim van zijn achtergrond als schilder. Kwaidan is gestileerd als een theaterdecor, met hallucinerend gekleurde achtergronden, zorgvuldig nagebouwde natuurlandschappen en uitgekiende belichting. In een vloek verandert een goudwarm gekleurd huishouden in een sneeuwwit, spookachtig verlichte vriescel; vanuit een gloeiend rode lucht kijken boze ogen dreigend neer op door het noodlot verpletterde schepsels. Tijdens een climax kan de camera, die al die tijd strak en statisch stond opgesteld, langzaam beginnen te hellen, als door een plotselinge ziekte geveld. De score is pure avant-garde, met natuurgeluiden die tot surrealistische hoogte worden uitvergroot.
De uitgave van Criterion, vorig jaar door de toonaangevende website ‘dvd beaver’ tot schijf van het jaar verkozen, komt vergezeld met een tweeëneenhalf uur durende docu over Meester Mizoguchi, en enkele korte, uitstekende interviews. Cameraman Kazuo Miyagawa (Rashomon) vertelt hoe 70% van de film met een kraan is gefilmd, ook de ogenschijnlijk statische scènes met de geest: een haast onzichtbare wiebeling zorgt voor een desoriënterende effect. Helaas mist de uitgave van Masters of Cinema zulke extra’s, maar hij ziet er voortreffelijk uit. Het is niet alleen de eerste volledige, drie uur durende versie (met zo’n 20 minuten extra), maar ziet er ook veel beter uit dan Criterion-editie uit 2000, die last had van opgepompte kleuren.
De Japanners hebben er een woord voor: ‘mono no aware’, wat zoiets betekent als de triestheid van alle dingen. Het leven als een peilloos diep tranendal. Die tot schoonheid gesublimeerde melancholie maakt deze films zo hartverscheurend mooi.

Rik Herder
Ugetsu monogatari
(Kenji Mizoguchi) en Kwaidan (Masaki Kobayashi) zijn te koop op import-dvd.

Glas op celluloid
Arbeider en kunstenaar

De magie van het glasblazen is vaak gefilmd. Een boek en een dvd brengen de pioniers tot leven.

Glas op celluloid. Nederlandse cineasten en de glasfabrieken

Soms komt een filmpublicatie uit onverwachte hoek. Neem het boek met dvd Glas op celluloid. Onderwerp is de glasindustrie, zoals die in de loop der jaren door vooraanstaande filmmakers in beeld is gebracht. Je kunt aan alles merken dat de auteurs-samenstellers Johan Soetens (gepensioneerd directeur van de Leerdamse glasfabrieken) en Job Meihuizen (directeur van het Leerdamse glasmuseum) vooral glasmensen zijn. Maar dan wel op een manier die de filmgeschiedenis een dienst bewijst. Bijna de helft van het op de dvd voorkomende materiaal hebben ze gevonden in oude kasten van fabrieken her en der in het land. Vooral dankzij hun inspanningen is het behouden.
De zes documentaires die op de dvd staan geven een mooi filmhistorisch overzicht. Er staat werk op van pionier Willy Mullens (1918), industriefilmer Otto van Nijenhoff (1932), fotograaf en filmer Emiel van Moerkerken (1941), de Polygoon-studio (1946) en Bert Haanstra (2 x 1958). Volgens de auteurs viel aan de periode daarna geen eer te behalen: het werd allemaal minder na Haanstra’s tien minuten durende Oscarwinnaar Glas. Een paar dagen na verschijning bleek dat de wereld doordraait: Regisseur Robin Lutz kreeg op een festival in Los Angeles een prijs voor zijn korte film Glas in Leerdam. Waarmee wel weer blijkt dat de glassector nooit een originele naam heeft kunnen bedenken: in de titels van alle voornoemde films komt het woord glas voor, of het woord Leerdam, of allebei.
Feit blijft dat Haanstra’s Glas een hoogtepunt was, en het aardige in de waardering die de samenstellers ervoor hebben is dat ze niet de nadruk leggen op de veelbesproken filmische kwaliteiten. In hun ogen toont Glas op onovertroffen wijze de magie van het glasblazen, het gaat ze om de ‘glaservaring’.

Sonoretta
De andere films bekijken ze vooral op hun documenterende waarde. Die blijkt enorm groot te zijn. Ze wijzen aan hoe er een halve eeuw van technologische geschiedenis, ontwikkeling van arbeidsomstandigheden en cultuurgeschiedenis in is vastgelegd. Vooral ook cultuurgeschiedenis, want in deze films wordt mooi zichtbaar dat glas meer is dan industrie of ambacht. Het is een vorm van toegepaste kunst waarvoor je alleen maar bewondering kunt hebben.
Over de filmische ontwikkeling die in de zes achtereenvolgende documentaires te zien is zou meer te zeggen zijn dan de samenstellers in hun boek doen. Er is bijvoorbeeld een groot verschil tussen de films van Mullens uit 1918 en Van Nijenhoff uit 1932. In de laatste wordt veel nadrukkelijker en bewuster gebruik gemaakt van kadrering en montage. Sinds 1928 hadden vooral Cor Aafjes, Jo de Haas, Joris Ivens en Jan Jansen de esthetiek van de avant-garde benut om de industrie in beeld te brengen. In zijn glasfilm doet Nijenhoff niet voor hen onder. Emiel van Moerkerken, die naast fotograaf en filmer een prominent surrealist was, laat zich in zijn film over de Kristalunie in Maastricht van zijn meer alledaagse kant zien. De vorm ervan is weinig opzienbarend, maar doordat hij de arbeider-kunstenaar in het middelpunt plaatst, krijgt zijn werk toch een eigen karakter. Filmhistorisch van belang is verder dat Van Moerkerken het zeldzame Sonoretta-systeem gebruikte, met direct bij het beeld gesynchroniseerd opgenomen geluid, bijna twintig jaar voor dit een gangbare methode werd. De Polygoon-film is de zwakste van de zes, een vlees-noch-visproduct, al is er weer een stadium in de ontwikkeling van de glasindustrie mee vastgelegd.
Jammer is dat op de dvd juist de scherpte van Haanstra’s Glas te wensen over laat en de kleur ervan niet optimaal is. Op de dubbele VHS ‘Het beste van Bert Haanstra’, die in de jaren negentig door de regisseur zelf werd samengesteld, is de kwaliteit van het Oscarwinnende filmpje veel beter. Maar die VHS is allang uitverkocht. De kwaliteit van de andere films is uitstekend.

Hans Schoots
Johan Soetens en Job Meihuizen, Glas op celluloid. Nederlandse cineasten en de glasfabrieken. Boek plus dvd. Uitgeverij De Bataafsche Leeuw. 32,50 euro.

De Grabbelton

Deze maand in de ramsjbakken: kunstzinnige erotiek, seriemoord en andere randverschijnselen voor een luttele 17 euro.

The Voyeur (1994) en P.O. Box (1995) — Tinto Brass (Fame, 5 euro)
Alleen toegankelijk via dvd: de erotische films van de Italiaanse vrijfilmer Tinto Brass (1933), die als protégé van Joris Ivens en Roberto Rossellini zijn filmstijl ontwikkelde. Voor hij in de jaren ’80 definitief de erotiek tot werkterrein verkoos, maakte hij films die op de festivals van Berlijn, Venetië en Cannes zijn vertoond. Giovanni ‘Tinto’ Brass werkte onder andere voor de legendarische producent Dino de Laurentiis (Barbarella), regisseerde films met het acterende koppel Franco Nero en Vanessa Redgrave en Caligula met Peter O’Toole. Het had weinig gescheeld of Brass had A clockwork orange geregisseerd en de nooit gerealiseerde sequel Barbarella goes down. Die voorgeschiedenis maakt zijn huidige erotische films het aanzien waard. Want behalve zijn zwak voor de vrouwelijke achter- en onderkant getuigen zijn grotendeels aan jarretels opgehangen komedies van een klassieke scholing die hem geliefd maakt bij ‘connaisseurs’. Zo wordt het bloot in het gedubte P.O. Box geduid onder verwijzing naar Fellini en een scène uit The postman always rings twice. Een college over voyeurisme in de kunst onderbreekt de pikanterieën in The voyeur. De van creativiteit en tegendraadsheid getuigende, maar met kunstlullen gevulde films maken vooral nieuwsgierig naar het eerdere werk van Brass.

The voyeur

Roberto Succo (2001) — Cédric Kahn (V&D, 4 euro)
Van de Franse filmer Cédric Kahn (1966) is alleen Les gens normaux n’ont rien d’exceptionnel (1993) in Nederland uitgebracht. Ten onrechte, want Roberto Succo is een ijzingwekkende thriller die met zijn bijna documentaire oog en gebrek aan psychologisering Michael Haneke naar de kroon steekt. De prachtige fotografie contrasteert met de wandaden van de seriemoordenaar, de knapheid van de dader met diens gebrek aan moraal, de montage desoriënteert eerder dan dat hij verbanden schept, de hoge horizon in de kaders werkt benauwend, en een schoolbel klonk nog nooit zo angstaanjagend. Niet voor niets draaide de film in de competitie van Cannes.

De inbreker (1972) — Frans Weisz (V&D, 3 euro)
Dat het hier om een digitaal geremasterde versie gaat, zoals de hoes claimt, is overdreven. Maar Rijk de Gooyer en de vermaarde vechtsporter Jon Bluming zijn achter alle krassen en kabels nog prima te herkennen als bloedgoeie kruimeldief ‘Glimmie’ en diens maatje ‘de Bonk’. Nadat een rijke stinkerd ze op de Wallen is komen vragen zijn verdwenen stiefdochter Fanny (Willeke van Ammelrooy) te zoeken, passeert een parade van schimmige types de revue. Hoewel de logica soms ver te zoeken is en er voor spanning te vaak wordt vertrouwd op teksten als ‘we zijn de lul als we die Fanny niet heel snel vinden’, barst De inbreker van de aangename verrassingen. De Gooyer ontstijgt onder regie van Frans Weisz zijn typetje, er is een schuchtere strip-act door Van Ammelrooy als Rosita Hispanita en een toffe Kever-achtervolging over de grachten. Oer-Amsterdamse hartstochtelijkheden als ‘godgloeiende godver’ en ‘je kan in het gehakt zakken’ doen de rest.

Karin Wolfs

Everything is illuminated
Liev Schreiber
Het niet in de bioscoop uitgebrachte Everything is illuminated is het scenario- en regiedebuut van de Amerikaanse acteur Liev Schreiber, momenteel te zien als de aardse vader van duivelse Damien in The Omen 666. In Everything is illuminated laat hij de dikbebrilde Amerikaanse verzamelaar Jonathan (Elijah ‘Frodo’ Wood), die op zoek is naar de jeugdliefde van zijn grootvader, instappen bij Alex. Deze als Brugman lullende Oekraïner weet elke Engelse uitdrukking te verbasteren tot een op de lachspieren werkende variant. De rol wordt met sjeu vertolkt door de in de Oekraïne geboren Eugene Hutz, in het dagelijks leven frontman van de gipsy punkband Gogol Bordello. De band mag in de film ook nog even komen opdraven, net als Jonathan Safran Foer, de schrijver van het veel geprezen en gelezen boek waarop de film is gebaseerd, die even met een bladerblaas-apparaat door het beeld stiefelt. Verder is er een mooie rol weggelegd voor de oude Russische acteur Boris Leskin, die regelmatig als taxichauffeur opduikt in Hollywoodproducties. Ook dit keer mag hij achter het stuur — van een Trabant — als Alex z’n hartstochtelijk mopperende ‘blinde’ opa. Het reisgezelschap wordt gecompleteerd door een seniele teef luisterend naar de naam Sammy Davis Junior junior. Alleen Elijah Wood verveelt als een playmobielerig in het pak gehesen jong dat aan het slot nog enkele plastieke tranen laat. Halverwege slaat de komedie op La vita è bella-achtige wijze om naar een tragedie over de shoah, waarbij de film nogal zwaar op stilistische kunststukken leunt. Beelden worden stilgezet en verkleurd, en het verhaal is in overbodige hoofdstukken geknipt. Beter werken de na oneliners ingezette polkadeuntjes en de surrealistisch gefotografeerde landschappen van cameraman Matthew Libatique (Requiem for a dream). Dat het nogal zoeken was naar een eenduidige stijl, blijkt verder uit de gesneuvelde absurdistische scènes die als extra’s zijn toegevoegd. Storend is de schandalig luie ondertiteling, die de poëtische schoonheid van essentiële passages als ’the home for forgetfull dogs’ meedogenloos samenknalt tot ‘asiel’.
Karin Wolfs
Te koop op dvd (Warner)

Dumplings
Fruit Chan
Dumplings maken is een gezellig gebeuren in China. Op zondagen komen familie en vrienden bij elkaar en dan maken ze, terwijl er vrolijk gekletst wordt, grote hoeveelheden ‘jiaozi’, zo meldt mijn trouwste kookboek. Om verder te gaan met: U kunt met de standaardvulling van varkensvlees en Chinese kool variëren: de kool kan vervangen worden door spinazie of bieslook, terwijl het vlees ook van lam of rund mag zijn.
Wat er precies in de knoedels zat die de bezoekers van het afgelopen Cinemasia festival voor aanvang van de film Dumplings van Fruit Chan aangeboden kregen is niet bekend; wel wie ze aanbood: de verrukkelijke Bai Ling, de kok Mei in de film die zou volgen. Mei is bekend vanwege haar allerbeste knoedels. Vulling? Kool. En vijf maanden oude mensenembryo’s, liefst jongetjes. Niks potentieverhogend, levenselixer! De heerlijke Bai Ling speelt een 63-jarige vrouw, het mensenvlees houdt haar jong. Dat wil de verlopen soapactrice Mrs. Lee ook. Haar man (een haast onherkenbare Tony Leung) ziet haar namelijk niet meer staan. Ze komt voor het eerst bij de schoonheidsspecialiste, kauwt en slurpt de zachte deegrolletjes naar binnen en neemt moeizaam haar eerste schreden op het pad van kannibalisme.
Zeggen ze niet dat mensenvlees zeer verslavend is? Net als de zoektocht naar je schoonheidsideaal? In ieder geval: het werkt. Langzaam wordt Mrs. Lee (Miriam Yeung) in de film ook verrukkelijk. Prachtig is het camerawerk van Christopher Doyle — die je wel voor een boodschap Hongkong in kan sturen — als zij na een rijke maaltijd de slaapkamer van haar man binnenkomt: haar huid glimt, haar figuur straalt en haar blik zit vol met zelfvertrouwen. En er is geen chemisch element voor aan te pas gekomen. Puur natuur.
Dumplings maakte eerst onderdeel uit van de episodenfilm Three… extremes (binnenkort op dvd) maar werd uiteindelijk als volwassen kind ter wereld gebracht in een 91 minuten durende versie. Opvallend verschil tussen de twee versies: in de ene eet de verrukkelijke Mrs. Lee haar eigen kind op, en in de ander dat van haar mans maîtresse.
Mike Naafs
Te huur en te koop op dvd (A-Film)

Happy endings
Don Roos
Happy endings is een ensemblestuk over de modder waar we allemaal tot onze enkels in staan. Er is een homoseksuele tiener die wordt gechanteerd door weergaloze ijskoningin Maggie Gyllenhaal, er is een vrouw die niet weet wat ze met haar leven aan moet en haar flirt met een Mexicaanse masseur verruilt voor het maken van een derderangs documentaire met een snotneus die te veel met z’n hand in z’n broek zit, er is een rijke papa die wordt bedrogen door Maggie Gyllenhaal, er zijn twee mannen met twee vriendinnen verwikkeld in een kwestie over gestolen sperma, Gyllenhaals vriendin duikt ook op de inmiddels verlaten rijke papa en uiteindelijk worden de meeste mensen gelukkig. Raar? Niet echt. Want Happy endings zijn niet alleen de climaxen na een full-body massage maar ook het lot van de meeste mensen in dit verhaal. Ze modderen allemaal maar wat aan, uit eigenbelang. De film heeft een paar sterke personages — Gyllenhaal voorop — maar de subplotjes zijn bepaald niet allemaal even boeiend. Toch blijft de film overeind, omdat de personages allemaal op een of andere manier met elkaar zijn verbonden en de spanning van het ene verhaal de voorspelbaarheid van het andere overtreft. De regisseur vond blijkbaar dat de kijker aan het handje genomen moest worden want tussen de verhalen door krijgen we op zwart scherm steeds tekst en uitleg over wat we zien gebeuren. Tekst en uitleg kregen we van regisseur Roos ook in 1998 in The opposite of sex, toen in de vorm van de betweterige voice-over van de hoofdpersoon. Happy endings had zonder toelichting gekund maar het stoort niet echt. Thematiek en vorm van de film bewegen zich ergens tussen Soderberghs Full frontal en Andersons Magnolia. Niet dat elk ensemblestuk met Magnolia moet worden vergeleken, maar Happy endings vertoont gewoon veel gelijkenissen. Alleen, Anderson deed het beter. Kopen, als je van Californische relatiedrama’s met knipogen en hakkelende hoofdpersonen houdt.
Ronald Rovers
Te koop op dvd (Paradiso)

The business
Nick Love
The business is zo ongelofelijk slap dat de jubelende quote op de dvd-cover mij een beetje dubieus over kwam. ‘More cocaine than Casino, more guns than GoodFellas, more swearing than Scarface’ kwijlt Fort Magazine over The business. Vijf sterren krijgt de film van het blad. Maar Fort Magazine bestaat helemaal niet. Online is er niets over te vinden. Ik kan me vergissen maar volgens mij is dit een vorm van oplichting. Die quote is trouwens een groteske overdrijving, want zoveel cocaïne, wapens en gevloek zijn er helemaal niet. The business wil een Britse gangsterfilm zijn die nou eens niet in Zuid-Londen speelt maar aan de Spaanse costa’s. Regisseur Nick Love imiteert Lock, stock and two smoking barrels maar die titel zou hier eigenlijk niet eens genoemd mogen worden, zo ver blijft The business achter bij die film. De acteurs zijn saai, de grappen zijn flauw, bijna elke zin is een cliché, elk personage is een stereotype en de locaties zijn ongeïnspireerd bijeengeraapt. Love wilde de film een jaren tachtig sfeertje geven maar ook daarin zit geen enkele subtiliteit: iedereen in Fila-sportkleding en met kapsels, Rolexen en auto’s uit die tijd, Duran Duran, Frankie goes to Hollywood, Blondie op de radio, Margareth Thatcher op tv etc etc. En voor wie het nog niet duidelijk was, ligt een van de gangsters aan de rand van een zwembad met een kubus te stoeien. Lachwekkend maar zo is het helaas niet bedoeld. Eigenlijk moeten we deze kolommen niet besteden aan dit soort onzin maar The business bereikt een nieuw dieptepunt in filmkitsch. Compleet met overbodige voice-over en na het slot van de film nog een wat-ging-iedereen-na-dit-verhaal-doen-sequentie. Alsof we dat willen weten.
Ronald Rovers
Te koop op dvd (A-film)

Ook op dvd

Selected shorts
Ja, we bevinden ons hier in Leuven, België voor het jaarlijkse kortfilmfestival. We hebben kort tijd en daarom is het onmogelijk om alles te benoemen wat er hier gebeurt, maar we zullen er een aantal zaken voor u uitlichten, te beginnen met de programmering. Er zijn dit jaar drie hoofdprogramma’s: bekroonde Europese kortfilms, de beste Vlaamse kortfilms van het afgelopen jaar en een compilatie van prijswinnende animatiefilms.
Eerst maar de thuisgrond: Vlaanderen. Hier is de kortfilm groot. In 2004 vierde het Internationale Kortfilmfestival Leuven zijn tiende editie. De vereniging achter het festival — Fonk Vzw — runt daarnaast ook nog de bioscoop Cinema ZED, het openluchtfilmfestival Terrasfilms en het documentaire filmfestival Docville. Ze zitten met een kleine ploeg in een gebouw hier om de hoek in Leuven, het kunstcentrum STUK. Dit is de 11e editie van het festival en het wist tot nu toe een recordaantal van 6925 toeschouwers te bekoren.
Goed, tot zover de cijfers. Wat tonen de kortfilms hier over Vlaanderen? Nou, dat is een plek waar jointjes worden gerookt en meisjes begluurd door prettig gepukkelden in De laatste zomer, waar een middelbare man in een crisis zit en wordt gevolgd met een videocamera door zijn zusje, ik bedoel: neef, in Love’s lost and happiness, waar een gefrustreerd klein jongetje zijn irritante opa probeert af te maken in Dag opa en waar een reclamejongen een groeiende tatoeage laat zetten in Forever, waarna zijn leven instort.
Net als bij ons, eigenlijk.
Ook hier proberen ze af en toe Amerika na te doen, zoals in The one thing to do, waarin twee agenten huurling Serge Henri Valcke moeten inrekenen op Corsica, een oefening in jaren zeventig gangstercamerawerk. En ook hier zijn veel van de filmmakers studenten of ex-studenten, die de kortfilm als speeltuin beschouwen. Er is zelfs een halve Nederlandse inbreng, want Joke Liberge studeerde af aan de NFTVA en draait hier met het hemelse Meander, over vijf adolescenten op een zwoele zomerdag aan het water. Een film als een onvergetelijke droom.
Dat brengt ons bij de vraag: hoe roep je met kortfilm een lange herinnering op? Daarvoor schakelen we over naar het Europese programma. Je kan bijvoorbeeld een zelfmoordterroristenmusical maken (7:35 de la mañana). Je kan zes mensen een appartement insturen en ze muziek laten maken met de daar aanwezige dingen, zoals in het Zweedse Music for one appartement and six drummers. Of je kan de filmgeschiedenis als een voortrazend voertuig beschouwen en met veel knip en plakwerk — met dank aan Adobe software — James Bond en Humphrey Bogart in elkaar laten smelten, zoals in Fast Film.
Goed filmen is onthouden worden. Zeker onthouden zal ik die zes bejaarde communisten, die in United we stand op hun jaarlijkse trektocht door de Noorse natuur een jong meisje tegenkomen dat vastzit in het moeras. Ze vormen gebroederlijk een menselijke keten om haar eruit te halen, om er vervolgens achter te komen dat ze zelf vastzitten. Terwijl ze gezamenlijk de Internationale zingen zakken ze steeds verder weg.
Ai, ik hoor dat we door de tijd zijn, het animatieonderdeel kan daardoor niet meer aan bod komen, spijtig, maar niet onoverkomelijk, want Fonk Vzw brengt ook een dvd-serie onder de naam Selected shorts uit. En daarop zijn vele hoogtepunten van de afgelopen jaren te vinden zijn, zodat u daar thuis uw eigen kortfilmfestival kan samenstellen. Vanuit hier in Leuven, gegroet!

Mike Naafs
Te koop op dvd (Filmfreak)

Meander

Geschreven door