Thuiskijken – 30 december 2016

PERFORMANCE

Een selectie uit de videotheek van nieuwe, interessante en curieuze films die niet in de bioscoop zijn uitgebracht. En films opnieuw uitgebracht op dvd.

Britfilms

Stones- en Jagger-fanaat Boudewijn Büch ging er destijds twee keer per dag naartoe, zo schreef hij althans in Brieven aan Mick Jagger (Arbeiderspers, 1988). performance — eindelijk op dvd — is echter veel meer dan de debuutfilm van een grote rockster.

Filmmaatschappij Warner Bros. nam toen de naam Mick Jagger viel meteen de distributie op zich, zo geilden ze op het idee een film met de controversiële Stones-zanger in de hoofdrol (in die tijd haten ouders hem nog). Nee, het maakte niets uit, dat regisseur Donald Cammell nooit een film had gemaakt en co-regisseur/cameraman Nicolas Roeg ook niet en dat de producent nooit had geproduceerd, laat staan dat Jagger nimmer had geacteerd. Maar het leverde wel iets heel anders op dan de a hard day’s night-achtige slapstick die de filmbonzen wellicht hadden verwacht.

Hippierockster
Maakt niet uit, want binnen het bijzonder kleine rijtje films-met-acterende-rocksterren-die-wél-de-moeite-waard-zijn neemt performance (1970) een voorname plek in. Uitgangspunt: wat gebeurt er wanneer je een Britse gangster — op de vlucht voor zijn maten — laat bivakkeren in het huis van een op z’n retour zijnde hippierockster die daar een ménage à trois onderhoudt. In de visie van Cammell (die het scenario schreef) ontliepen die twee werelden elkaar niet veel qua narcisme en rücksichtslosheid. En konden ze gemakkelijk in elkaar overvloeien.
Aardig punt, maar bij het terugzien valt vooral de razend knappe, almaar aandachtvragende montage op. Alleen het begin al: terwijl de titels lopen volgt de camera drie minuten lang een Rolls Royce rijdend door een Engels landschap; die shots worden versneden met die van elders rollebollende blote lijven, waarvan er een aan gangster Chas (James Fox) toebehoort. Nog zo’n maf gecomponeerde scène: terwijl Chas & kornuiten in een garage een chauffeur in elkaar slaan en diens Rolls met zoutzuur overgieten, zien we tussendoor een exterieur shot van de dichte garagedeur waarvoor een melkboer een fles achterlaat. Alsof de filmmakers willen zeggen: de wereld draait gewoon door ondertussen. Ook zijn Cammell en Roeg de hele film door bijzonder inventief in de weer met spiegels.

Vitamine B-12
performance geldt tegenwoordig in eigen land als een van de beste Britse gangsterfilm aller tijden. Da’s gek, want alleen de eerste 35 actierijke minuten kunnen als zodanig worden aangemerkt. Zodra Chas onderduikt in het huis van de zweverige rocker Turner (Jagger), neemt het tempo af en gaat het vooral om het psychologische spel tussen de twee mannen en de demonische schoonheid Pherber (Anita Pallenberg). Het is een film die je rustig binnen korte tijd een paar keer tot je kunt nemen want telkens valt weer iets nieuws te ontdekken. Ja, de eerste keer let je vooral op de acterende muzikant (speelt hij nu wel of niet min of meer zichzelf?) en sla je steil achterover van de spuit die Pallenberg ergens achteloos in haar bil zet (Vitamine B-12 beweert ze in de film en de extra documentaire, uh-huh). De volgende keer let je weer meer op het spel van aristocratisch acteur James Fox als keiharde Cockney-gangster die gaandeweg evolueert.
Donald Cammell zou performance nooit meer overtreffen en in 1996 zelfmoord plegen, Nicholas Roeg zou drie jaar later zijn carrière jumpstarten met het even baanbrekende don’t look now. Hun debuutfilm blijkt met de jaren alleen maar beter geworden.

Ivar Snoep

performance (Donald Cammell en Nicholas Roeg, Groot-Brittannië, 1970, 105 minuten, import, Warner Home Video).

Meer Britpopfilms op dvd

the man who fell to earth
David Bowie casten als buitenaards wezen, hoe kom je erop. Niettemin duizelingwekkend gecomponeerde sciencefiction, zij het wat onsamenhangend hier en daar. De scène waarin alien Bowie zijn ware identiteit onthult aan zijn aardse vriendinnetje, is onvergetelijk. (Nicholas Roeg, 1976)

brimstone & treacle
Sting blijkt verontrustend diabolisch in deze filmadaptatie van Dennis Potters tv-toneelstuk. In de meest shockerende scène verkracht hij de in coma liggende dochter van het echtpaar bij wie hij zich naar binnen heeft gepraat. Terwijl hij over de eindtitels de jaren 30-deun ‘Spread a little happiness’ zingt. (Richard Loncraine, 1982)

buster
Comic relief na alle voorgaande zwarte kost. Phil Collins neemt na wat figurantenrolletjes als kind en een schurkenrol in een ‘Miami Vice’-aflevering eindelijk een hoofdrol op zich: die van gemoedelijke bankrover. Jammer alleen dat hij ook meteen de soundtrack wilde volspelen. (David Green, 1988)

When a woman ascends the stairs

Noodlotsmelodrama

Een ingetogen, ontroerend melodrama over een bar-hostess in naoorlogs Japan laat ons kennismaken met de grootmeester van de kitchen sink à la Japanese: Mikio Naruse.

Regisseur Mikio Naruse (1905-1969) geniet veel respect, maar weinig bekendheid. In Japan wordt hij regelmatig bij de ‘grote vier’ geschaard (Ozu, Mizoguchi en Kurusawa), maar in het Westen is hij een grote onbekende. Nu een deel van het enorme oeuvre van de man (zo’n 90 titels) op dvd wordt uitgebracht komt daar verandering in. Criterion doet een duit in het zakje met when a woman ascends the stairs, nadat Eureka eerder al volume 1 van hun Naruse box uitbracht; eind dit jaar volgt het tweede deel van dit staaltje cinematografische gerechtigheid.
Naruse’s onbekendheid wordt deels verklaard doordat hij niet zo’n herkenbare eigen stijl heeft als Ozu, en niet zo’n virtuoos was als Kurusawa, die ooit zijn assistent was. Mikio Naruse heeft een sobere, tot op het bot ingetogen stijl, en zijn specialiteit is het genre van de ‘shomin-geki’: de Japanse variant van het kitchen sink drama. De beslommeringen van het dagelijks leven, de tol van het werk en de kosten van armoede, dat is zijn vak. Het lot van de vrouw, in Japan steeds klem tussen ondergeschikt zijn in het huwelijk of onafhankelijk maar in de marge, is zijn hoofdthema. Gedetailleerde, haarscherp geobserveerde portretten, vol compassie en in alle rust ontvouwd en altijd met een sombere, pessimistische boodschap.

Loonslavernij
In when a woman ascends the stairs (1960) richt hij zijn blik op de wereld van de bar-hostesses: professionele animeermeisjes die de Japanse salaryman na een dag van keihard loonslavernij moeten vermaken. Het einddoel van de avond is niet betaalde seks, maar een zo hoog mogelijke drankrekening. Whisky, cognac en andere dure westerse drank vloeit dan ook rijkelijk. In Japan staat deze schimmige wereld al eeuwen bekend als de ‘mizu shobai’: letterlijk waterhandel. Vroeger sloeg dit vooral op bars en geisha’s, maar tegenwoordig valt de hele vermaaksindustrie eronder.
Een van Tokio’s 16.000 hostessess is Keiko, een prachtige, gracieuze vrouw die niet drinkt en met niemand naar bed gaat — vandaar dat alle mannen als een blok voor haar vallen. Sinds haar man is overleden heeft ze bezworen nooit meer met een ander te gaan, en houdt ze zich met een ijzeren discipline staande: een vrouw moet niet los zijn, dat is mijn regel, legt ze uit aan een jonge, flierefluitende collega. In onze business moet je iedere man als geliefde behandelen, doceert ze, je kan niet slechts van één man houden.
Keiko (prachtig ingetogen rol van Hideko Takamine) is de dertig gepasseerd, en moet zich gaan beraden op haar toekomst. Maar veel keus heeft ze niet: de mogelijkheden voor een vrouw alleen in Japan zijn minimaal. Haar eigen bar beginnen, met alle financiële risico’s van dien, of zich verbinden aan een van haar vaste klanten, die voor haar in de rij staan? Eindelijk stabiliteit, maar ook een leven van afhankelijkheid achter het aanrecht. Mikio Naruse toonde eerder al dat beide opties even slecht zijn. In repast (1951) gaat het om de tergende herhaling van het huisvrouwelijk bestaan — koken en wassen, koken en wassen. En in flowing (1956) wordt (alweer) een weduwe gedwongen te werken in een marginaal geishahuis, waar prostitutie wel erg dichtbij komt.
Traag maar onverbiddelijk ontvouwt zich het ontroerende verhaal van Keiko. Welke kant ze ook opgaat, het geluk lijkt haar niet gegund. when a woman is niet zozeer ingetogen als wel ingesnoerd. Japan biedt amper ruimte om te ademen, vertelt Naruse, die Keiko inkadert in kleine, afgesloten ruimtes. Als ze maar een klein beetje bewegen, botsen ze al tegen de muur, zei hij ooit over zijn karakters. Prachtig droevige stof dus voor een klassiek noodlotsmelodrama.

Rik Herder

when a woman ascends the stairs (Mikio Naruse, Japan, 1960, 11 minuten, import, Criterion en Eureka — Masters of Cinema).

Top 10 import dvd’s

old joy
Tiger Award-winnaar, en door Film Comment tot één van de beste films van het afgelopen jaar benoemd. Twee uit elkaar gegroeide vrienden (Daniel London en Wil Oldham, ook bekend als singer-songwriter Bonnie ‘Prince’ Billie) gaan weekendje wandelen in de bergen van Oregon. Verstilde, meditatieve film over vriendschap en de dingen die voorbij gaan.

idiocracy
Mike Judge, maker van kantoor-klassieker office space (en vader van Beavis en Butthead) vermengt opnieuw vette humor met snedige sociale satire in deze sci-fi komedie. Niet al te snuggere average Joe (Luke Wilson) wordt ingevroren en ontwaakt 500 jaar later in een toekomst waarin de bevolking door overmatige (media)consumptie zo dom is geworden dat hij met gemak intelligentste persoon ter wereld is.

peeping tom
Afgeladen SE editie van voyeurisme-klassieker die al ontelbare malen op de operatietafel van (freudiaanse) filmwetenschappers is gelegd. Maar laat dat u niet weerhouden: dit is een bloedstollende thriller met (post)modern-perverse ondertoon. Filmer vermoordt vrouwen om hun doodsangst met zijn camera te vereeuwigen.

kansas city
Een van Altman’s minder geliefde films, deze ode aan zijn geboortestad. In de Depressie van de jaren dertig is Kansas City een broeinest van crime en corruptie. Het niet al te sterke verhaal wordt verhuld door de heerlijke doorrookte soundtrack vol jazzgrootheden.

quai des brumes
Sombere, poëtische pre-noir (1938) van Franse meester Marcel Carné (les enfants du paradis) over eenzame zielen die in de armen van liefde, wraak en het noodlot lopen. Een deserteur op de vlucht naar het buitenland ontmoet in mistige havengebied een 17-jarige schone, maar er zijn meer mannen die haar willen.

wim wenders box
Voormalig auteur die al jaren de weg kwijt is wordt geëerd met box met maar liefst tien schijven. Naast de grote klassiekers (himmel über berlin, der amerikanische freund, paris, texas) ook minder bekend werk als der scharlachrote buchstabe (1973) en room 666 (1982).

the commissar
Door machthebbers jarenlang verboden, deze Sovjet-klassieker uit 1967 van Aleksandr Askoldov. Vrouwelijke, hoogzwangere officier ten tijde van de burgeroorlog in de jaren ’20 wordt gedwongen ondergebracht bij een Joods gezin. Gerestaureerd en voorzien van extra’s, deze mooie uitgave van Artificial Eye.

jonestown
In 1978 pleegden 900 leden van de Amerikaanse Peoples Temple kerk, aangezet door charismatische voorganger Jim Jones, collectief zelfmoord in de jungle van Guyana. De zwarte, politieke filmmaker Stanley Nelson deed er gedegen filmisch onderzoek naar. Deze grootste massa-suicide uit de recente geschiedenis is hier minder bekend dan de zelfmoord van Branch Davidians in Waco, Texas — ook onderwerp van een uitstekende docu.

third part of the night
Debuut van Andrzej Zulawski, de voormalig assistent van Poolse grootmeester Andrzej Wajda, over de Duitse bezetting van Polen biedt een apocalyptisch beeld van de verschrikkingen van de Nazi’s.

films of raul ruiz
Drie films uit drie decennia van het ontzagwekkend grote en brede oeuvre van de Franse Chileen verzameld in 1 box: trois vies & une seule mort (1996), les trois couronnes du matelot (1983) en l’hypothèse du tableau volé (1979), zijn eerste Europese succes.

Rik Herder

Deze lijst is samengesteld uit de collectie van Boudisque. Voor meer informatie: boudisque.nl

ALEXANDER NEVSKY
Sergej Eisenstein
Ook in 1242 wisten de Russen hoe ze die vuile nazi’s in de pan moesten hakken. Ze dragen harnassen en hebben het IJzeren Kruis nog niet tot swastika omgebogen, maar verder is alles SS aan de Teutoonse troepen die in Sergej Eisensteins eerste (en door hem zelf gehate) publieksfilm het Russische rijk proberen te bedwingen. Ze voelen zich superieur, heulen met de kerk en plegen hun vuurtjes met onschuldige kinderen te stoken. Slechts één man kan de opstand tegen deze fascistische barbaren leiden en dat is, natuurlijk, Alexander Nevsky (circa 1220-1263). Wanneer de Teutoonse strijdkrachten oprukken heeft deze prins een slechte reputatie vanwege zijn vriendelijke opstelling naar het boze Mongoolse volk, maar tegelijkertijd staat ook de overwinning op Zweden op zijn cv en ziet hij er in tegenlicht supergoddelijk uit. De eerste helft van de film besteedt Sergej Eisenstein voornamelijk aan de redevoeringen waarmee Nevsky zijn voor- en tegenstanders verenigt, en aan de voorbereidingen van het beslissende gevecht. Die scènes inspireerden hem nauwelijks tot interessante shots of montage-experimenten, en in vergelijking met pantserkruiser potemkin (1925) of het tweeluik ivan de verschrikkelijke (1944/1958) is alexander nevsky (1938) conventioneel en saai. De status van meesterwerk ligt aan de tweede helft, die wordt opgeslokt door de veldslag met de Duitsers op de besneeuwde steppe. Prachtig hoe Eisenstein de oprukkende Duitsers filmt als een dikker wordende streep aan de horizon, en zich later zelfs met een schokkende handcamera tussen de honderden schermutselaren wurmt. Deze eindeloze massascène werd met zijn zorgvuldig geregisseerde chaos een handboek voor iedere cineast die na Eisenstein oorlogje wilde spelen, en maakt nog steeds veel indruk. Behalve de climax: wanneer de soldaten door het ijs zakken en wanhopig van de ene schots naar de andere springen, lijkt het wel een vooroorlogse versie van Zeskamp, met rubberen zwembadmatten als surrogaat-ijs. ‘Degene die met een zwaard naar Rusland toekomt, zal sterven door het zwaard.’ Aldus de moraal van dit verhaal, dat van Stalin in alle Russische bioscopen moest draaien zodat iedereen wist wat hem bij een Duitse invasie te doen stond. Anno 2007 is nevsky een propagandafilm om bietensoep bij te koken en soms heel aandachtig naar te kijken — hoe mooi hij ook op dvd is overgezet.
Kevin Toma
Te koop op dvd (Moskwood)

FIND ME GUILTY
Sidney Lumet
Een halve eeuw na zijn rechtbankklassieker twelve angry men (1957) staat 80-plusser Sidney Lumet, de grand old man van het meestal in New York geplaatste en bij voorkeur waargebeurde justitie-drama (serpico, dog day afternoon), nog steeds met beide benen in de rechtbank. Dit keer voor het waargebeurde verhaal van italo-maffioso Jack DiNorscio, die midden jaren ’80 de show stal tijdens het langste maffia-proces in de Amerikaanse geschiedenis door te bedanken voor een advocaat en te besluiten zichzelf — recht uit het hart — te verdedigen. Saillant detail: de overambitieuze aanklager destijds was de inmiddels voormalig burgemeester van New York Rudolph Giuliani — die zich sinds kort mengt in de strijd om het Amerikaans presidentschap. Lumet maakt er een prachtig, humorvol kat en muis-spel van zoals alleen hij dat kan: van smakeloze charme versus bloedeloze beredeneerdheid, van smokkelende underdog versus smetteloze overheid, van een ietwat onhandige David tegen een onwaarschijnlijk zelfverzekerde Goliath. En met elk ondeugend sprongetje van de muis en elke gevaarlijke haal van de kat, laat Lumet duidelijker doorschijnen dat morele zuiverheid geen kwestie is van de wet aan je zijde weten, maar van loyaliteit voelen tot in je kleinste vezels. Niet toevallig dat Lumet gebruik maakt van volkse wijsheden en gezegdes om waarheden van onwaarheden te scheiden. "De man die zichzelf vertegenwoordigt, heeft een dwaas als cliënt," zeggen rechters en advocaten. Lumet stelt het ter discussie. Ook niet toevallig wordt een valse getuige ontmaskerd met een verkeerd gebruikte quote van een beroemde filosoof. DiNorscio tracht ondertussen de jury een andere bril op te zetten met zijn bijna-lijfspreuk: "Ik ben geen gangster, ik ben een grappenmaker." Maar de mooiste verrassing van de film zit ‘m misschien wel in het spel van actieheld Vin Diesel, die — voor het eerst mét haar! — de verrassende rol van DiNorscio vertolkt. Dat hij ondanks zijn tijdelijk aangemeten buikje, opgeplakte rimpels en wijkende haargrens geen moment een geloofwaardige vijftiger neerzet, leidt gek genoeg nauwelijks af van zijn overtuigende, geconcentreerde, no-nonsense spel als ontwapenende underdog. Maar ook dat is natuurlijk wel aan acteursregisseur Lumet besteed, die elke rol persoonlijk caste. Het gros van de dialogen — en de onderbroekenlol — komt overigens rechtstreeks uit de originele verslagen van het proces.
Karin Wolfs
Te koop en te huur (Universal)

F FOR FAKE
Orson Welles
Daar staat ie dan, op zijn eigen treinstationset: de reusachtige Orson Welles. Cape om, hoed op, de onvermijdelijke sigaar in de hand, als een uitgedijde Harry Potter in een wijsgerige bui. Welles de poseur, de charlatan, de magiër gaat ons een lesje filmmaken geven. Een ander soort film noemde hij het zelf, zijn laatste zelfstandige, onafhankelijke kunstje: f for fake (1974). Gedraaid op Ibiza en Tobago, maar vooral verteld vanuit de montagekamer, met honderden films achter zijn rug, tovert Welles een verhaal tevoorschijn over een meestervervalser met wel vijftig namen, de meest bekende zijnde de fabuleuze Elmyr de Hory. Hongaarse adel. Iemand die moeiteloos een Picasso of een Matisse namaakte en volgens eigen zeggen de kunstwereld al zeer vaak bedonderd heeft. In zijn schaduw: de journalist Clifford Irving, die deze feiten eigenlijk zegt en ze ook opschrijft in de bestseller Fake!, een boek dat zowel een ontmaskering van de vervalser inhoudt, als een erkenning, want nu hoeft die arme Elmyr niet meer onbekend te sterven. En als derde in de kamer: de reusachtige Welles. Hij beschouwt de twee en overpeinst de consequenties, zo ver als zijn brein reikt, al draaiend aan zijn Moviola. Wat zijn de feiten? Zoals die in het boek staan? Of waren dat slechts de beschikbare feiten? Was die Irving eigenlijk ook geen vervalser? Fake? En bestaan er in de kunstwereld wel feiten over wat echt is en niet? Of telt alleen de mening van de experts, de orakels van deze tijd? En maakt het mij überhaupt wat uit?
Verleidelijk is het allemaal wel, deze act, zeker als avonturier en filmproducent Howard Hughes ook nog eens onverwacht komt binnenvallen. Persoonlijk ook: ‘I started at the top and have been working my way down ever since’, zegt Welles op een gegeven moment, in zijn karakteristieke kampvuurtimbre, als een verhalenverteller die weet wanneer hij de spanning op moet voeren.
Toch doet het trucje van de magiër uiteindelijk gedateerd aan. Doorzichtig. Hij probeert ons naar de ene hand te laten kijken en dan flikt hij iets met de andere, maar wij zien in één oogopslag beide handen. Alles is nep in een verhaal, dat is allang bekend.
Mike Naafs
Te koop op dvd (import, Eureka — The Masters of Cinema)

Extra’s

Monsters and madmen

Het boekje als extra bij een dvd is nooit echt een succes geworden — behalve bij het Amerikaanse kwaliteitslabel Criterion, dat nog altijd een publicatie met essays en achtergrondinformatie bij belangrijke nieuwe titels levert. monsters and madmen is geen uitzondering: een schitterende uitgave met twee boekjes en vier films van producenten Richard en Alex Gordon, te weten the first man into space (Robert Day, 1959), the atomic submarine (Spencer C. Bennet, 1959) en the haunted strangler en corridors of blood (1958 en 1959, Robert Day) met de legendarische Boris Karloff in de hoofdrol. Juist bij de Karloff-films is het boekje een parel. De illustratie op het omslag is prachtig, met een mix van felle rode, witte, gele en zwarte kleuren. Op de voorgrond ligt een vrouwelijk slachtoffer, verleidelijk getekend met een lichaam van rood, omlijst door witte lijnen. En op de achtergrond de wilde ogen van het monster: Karloff.
Binnen is er nog meer moois: een origineel affiche voor een double feature van the haunted strangler en corridors of blood. Beide waren gemaakt met lage budgets, maar de marketing was zo kundig, dat je zou denken dat het om blockbusters ging. De slogan luidt ‘Horror-ama!’, en Karloff heeft niet, na het grote werk als monster van Universal, het einde van z’n carrière bereikt, maar is nog steeds ‘koning van de monsters!’, en ‘Karloff in z’n meest angstwekkende rol’. Nog meer mooie motto’s bij corridors of blood: een film vol ‘lijkenpikkers’, ‘wrede schoonheden’ en de ‘bloedstollende experimenten van Dokter Bolton!’ Nou, dit is eenvoudig ‘meer shock en angst die je ooit zult zien!’
Dit materiaal levert het bewijs dat Karloff na frankenstein en the mummy een superster was die met een Schwarzenegger is te vergelijken. Neem de reeks foto’s die als extra op de dvd’s is opgenomen. Ze laten een aantal bioscoopfoyers in New York zien ten tijde van de release van the haunted strangler. Mensen stonden in de rij voor Karloff. En terwijl ze wachtten, konden ze naar gigantische filmposters of de ‘lobby cards’ kijken. En naar Karloff, superster Karloff.
Filmschrijver Maitland McDonagh (o.a. Film Comment) bewijst in een van de essays dat Karloff met strangler en corridors misschien wel z’n beste werk heeft geleverd, omdat hij in tegenstelling tot de Universal-jaren in beide films de kans had zonder maar een streepje make-up het personage van de gentleman ghoul te creëren. Dat is een perfecte omschrijving van Karloff. Omdat regisseur Day in het geval van strangler geen cent te makken had, moest Karloff al het werk doen. Hij speelt de rol van een schrijver die gelooft dat een man onschuldig werd opgehangen. Tijdens z’n onderzoek verandert hij zelf in een monster. Om die transformatie uit te beelden, had Karloff slechts zijn eigen lichaam tot z’n beschikking. En het werkt perfect, juist door de combinatie van Karloffs mimiek en Day’s meesterlijke manipulatie van belichting en cameravoering waardoor een donkere, dreigende sfeer ontstaat.
McDonagh wijst er verder op dat de films Karloff niet alleen op een hoogtepunt laten zien, ook representeren ze een wisseling van de wacht. In corridors speelt de jonge Christopher Lee een klein rolletje — slechts luttele jaren voordat hij zelf een legendarisch monster zou worden, in de eerste Hammer-film, the curse of frankenstein (1957).

Gawie Keyser
Te koop op dvd (import, Criterion)

Geschreven door de Filmkrant