Thuiskijken – 3 februari 2017
Een selectie uit de videotheek van nieuwe, interessante en curieuze films die niet in de bioscoop zijn uitgebracht. En films opnieuw uitgebracht op dvd.
Ook een rustige Neil Young rockt nog steeds in de vrije wereld, zo is te zien in Jonathan Demmes sobere maar doeltreffende concertregistratie heart of gold.
Wie Neil Young een beetje volgt, weet dat hij twee gedaanten heeft: de gitaarbeul, als een bezetene over het podium stampend onderwijl boze vuist-in-de-lucht-liedjes brullend als ‘Rockin’ in the free world’ en recentelijk ‘Let’s impeach the president’; of de in zichzelf gekeerde, bijna verlegen bard die gevoelige liedjes rondstrooit terwijl hij zacht een akoestische gitaar aanslaat. In heart of gold, vernoemd naar Youngs allergrootste hit, treffen we laatstgenoemde incarnatie.
Høken
Een ingetogen en voorbeeldig gefilmde concertregistratie dus, heel anders dan we gewoon zijn van Bernhard Shakey, zoals Young zichzelf noemt zodra hij zich met film onledig houdt. Geen ontregelende elementen als de star wars-achtige wezens die over het toneel zwalken in de concertregistratie rust never sleeps uit 1979 of een onnavolgbaar plot zoals in Youngs eerste speelfilm human highway van drie jaar later. Geen verkapt commentaar op Amerika, waar ’s mans laatste op 8mm gefilmde project greendale (2003), naar de gelijknamige concept-cd, bol van stond. En nee, ook niet alleen maar knoestige kerels die om de haverklap met elkaar op z’n Amerikaans aan het høken slaan, zoals in de grofkorrelige tourdocumentaire year of the horse (1997) van Jim Jarmusch. In heart of gold gaat het enkel en alleen om de muziek, uitgevoerd door Young én een troep begeleidende mannen en vrouwen — waaronder zijn eega én countrykoningin Emmylou Harris — die in aantal soms de veertig passeren.
Levensbedreigend
Het maakt daarbij niet uit dat Young eerst heel zijn voorlaatste plaat wil spelen alvorens aan de greatest hits te beginnen. ‘Prairie wind’ blijkt namelijk te zijn opgenomen in de week die lag tussen de diagnose van en de operatie aan een levensbedreigend aneurysma in zijn hersenen. Die wetenschap maakt dat een lied met een titel als ‘Falling off the face of the earth’ even later keihard binnenkomt. Hier zingt een man die ruw is geconfronteerd met zijn eigen sterfelijkheid. En die van anderen, zoals blijkt wanneer hij met een luchthartige anekdote refereert aan de dementie van zijn net overleden vader ter introductie van de titelsong.
Bovendien is het geheel vastgelegd door Jonathan Demme, een klusje dat de regisseur even tussendoor heeft gedaan terwijl hij werkt aan een all out komedie en een documentaire over de bewoners in New Orleans, post-Katrina. Demme staat ook als rockfilmer nog altijd in hoog aanzien, vooral dankzij stop making sense, waarmee hij in 1984 de hele westerse wereld aan de Talking Heads kreeg. Daarin paste hij zich qua beeldtaal aan aan de schokkerige, springerige en hortende ritmen van David Byrne en de zijnen. In heart of gold houdt Demme zich meer op de vlakte met lange shots, heel veel close ups en zelfs fade outs voor elk nummer. Eén overeenkomst met sense is er wel degelijk: het bij het concert aanwezige publiek blijft buiten beeld, want ‘als filmkijker wil ik het gevoel hebben dat de artiest speciaal voor mij optreedt’, zo liet de regisseur nog eens weten tijdens Film by the sea, waar hij een lifetime achievement award ontving.
Moederziel alleen
Het indrukwekkendste moment bewaart Demme voor de aftiteling: een in één shot vanuit de coulissen gedraaide scène waarbij Young moederziel alleen en unplugged voor een volkomen lege zaal een nummer speelt. Ok, die truc komt rechtstreeks uit Scorceses the last waltz, maar zet hier opnieuw het contrast scherp met het rijke geïnstrumenteerde aanbod van even daarvoor. Wie daarna hongerig is naar meer kan terecht op dvd twee voor interviews en docu’tjes over de gitaren en de repetities. Ook fijn: een korte zoek-de-verschillen-opname van Young uit 1971, waarbij hij te gast is in de tv-show van Johnny Cash.
Ivar Snoep
Te koop op dvd (Paramount)
Kurosawa verfilmt Dostojewski
Idioot!
Akira Kurosawa’s lievelingsfilm is het raadselachtige, zelden geziene the idiot. Drie van de oorspronkelijke vier uur dwangmatige boekverfilming zijn nu op dvd te aanschouwen.
De Rashomon was de grootste poort van Kyoto, de oude hoofdstad van Japan. Vijfendertig meter breed, tien meter diep en vijfentwintig meter hoog. Gebouwd in 789. Akira Kurosawa baseerde zijn naam- en faamfilm uit 1950 op twee korte verhalen van de kortlevende Japanse schrijver Ryunosuke Akutagawa (1892-1927): rashomon en in het bos, van de eerste nam hij alleen de titel en de locatie over — en van de tweede de vorm: verschillende perspectieven op een en dezelfde gebeurtenis, zoals later verteld. Verder selecteerde Kurosawa van de in totaal zeven perspectieven uit het verhaal, waaronder de geest van de dode, er maar vier én introduceerde hij een baby als deus ex machina.
Lievelingsboek
Dat wilde hij voor zijn volgende project anders doen. Dankzij het enorme succes in binnen- en buitenland mocht hij van studio Shochiku zo’n beetje alles maken wat-ie maar wilde en dat deed hij dus ook: een 266 minutieuze minuten durende verfilming van Dostojewski’s De idioot, een van zijn lievelingsboeken. Van de eerste tot en met de laatste bladzijde. Daar was de studio niet zo blij mee. Na één screening namen ze de film van Kurosawa af en sneden er 100 minuten uit, in een poging om er nog het beste van te maken. Dat werd niet veel. the idiot (hakuchi, 1951) verdween in de vergetelheid totdat hij vorig jaar door de Masters of Cinema reeks op dvd werd uitgebracht. Wie de film nu kijkt — de 166 minuten durende versie welteverstaan, want hoeveel Kurosawa ook nog in latere jaren geprobeerd heeft om de weggesneden negatieven te vinden, ze blijven onvindbaar — die ziet een uiterst merkwaardige film.
Ongrijpbaar
Eerst iets over het boek. Elk personage in die ongrijpbare roman verandert welhaast constant van karakter en dat zegt wat in een boek van 790 bladzijden met vele, vele uitweidingen over de karaktertrekken van de hoofdpersonages; het vertellen met verklarende levensgeschiedenissen waar Dostojewski zo in excelleert. Nooit kan je als lezer denken: oh, maar zo’n persoon is Natasja Filipovna, want voor je het weet is ze weer iemand anders. Idioot inderdaad, door de katalyserende hoofdpersoon gaan ze zich allemaal idioot gedragen, in de zin van zijn beroemde epilepsieaanvallen die "hoewel hij ze zich kon herinneren, toch maar heel weinig op een bevredigde manier kon uitleggen, omdat hij zich van een heleboel dingen toen geen rekenschap had gegeven."
Feeëriek
Dus: wat toe doen voor Kurosawa? Hoe dit in Zensnaam integraal te verfilmen? Hij verplaatste het verhaal naar het meest noordelijke eiland van Japan, Hakkaido, dat in klimaat het meest lijkt op Rusland — er ligt of valt altijd sneeuw in de film — en hij concentreerde zich op gezichten. Vooral Setsuko Hara, een vaste actrice van Ozu, als de Japanse Natasja Filipovna, de vrouw die de waarheid en eerlijkheid in de idioot Kameda (Masayuki Mori) ontdekt en daardoor haar ondergang tegemoet gaat, is verbazingwekkend. In één scène kan ze binnen zes minuten minstens acht keer van innerlijke emotie veranderen in haar gezicht. Ook het tempo dat Kurosawa voor deze film nastreefde om al die afdalingen in de kerkers van de menselijke ziel te kunnen volgen, is goed voelbaar, zeker in het tweede gedeelte, dat het minst ongeschonden uit de geschiedenis is gekomen. Vaak lijken de personages in trance, staren ze naar onbekende plekken in de verte, of lopen ze feeëriek door de sneeuw, gedragen conversaties met elkaar voerend, over de peilloze draaikolken van de hartstocht.
Maar het zijn juist veel van die zinnen van Dostojewski die eruit gehaald zijn- ironisch genoeg vaak met rigoureuze wipes, een karakteristieke techniek voor Kurosawa, die in de film soms pijn aan de ogen doen. Zeker voor Kurosawa. Want tot het einde toe hield de maker van onder andere ikiru en red beard vol, dat dit zijn meest geliefde project was. Idioot.
Mike Naafs
Te koop op dvd (import, Masters of Cinema/Eureka)
Extra’s
Wat staat er eigenlijk allemaal nog meer op de dvd? In de rubriek Extra’s kijken we verder dan de hoofdfilm.
‘The greatest decade in the history of mankind is over. And we have failed to paint it black’, zo verwoordt hippiefloeperd Danny (Ralph Brown) de melancholieke conclusie van withnail & i (1987). De film begint ook al niet bijster opwekkend: boezemvrienden Withnail (Richard E. Grant) en ‘I’ (Paul McGann) zitten zonder drank en om een delirium te voorkomen zoekt eerstgenoemde zijn toevlucht tot een flesje aanstekervulling (‘I demand to have some booze!’). De twee zijn jonge acteurs, op zoek naar een doorbraakrol, maar ook op zoek naar de volgende fles om hun kommervolle bestaan in hun Londense afbraakwoning te ontvluchten. Het einde van de jaren zestig nadert en de twee beseffen op een keerpunt in hun leven te staan, maar waar, hoe en waarom hun moment gaat plaatsvinden is een mysterie. De innige vriendschap tussen de twee wordt op de proef gesteld wanneer ze een tijd op het platteland doorbrengen in de boerderij van Withnails excentrieke oom Monty (Richard Griffiths). Na een roerige tijd weet I uiteindelijk wat hem te doen staat — een beslissing nemen die erg pijn gaat doen.
withnail & i is een meesterwerk en één van de beste Britse films aller tijden. Daarvan is geen woord overdreven. Tussen de twee zojuist beschreven sleutelscènes bevindt zich een film van grote rijkdom waarin de toeschouwer elke kijkbeurt opnieuw kan verdwalen; de complexiteit van vriendschap werd zelden met zoveel humor en weemoed verbeeld als in deze tour de force van regisseur Bruce Robinson, die het geheel van een sterk autobiografisch stempel voorzag. Zo baseerde hij de figuur van Withnail op een dierbare vriend waarmee hij in een soortgelijke positie vertoefde. Bovendien werkte Robinson in 1968 als jonge acteur mee aan Franco Zeffirelli’s romeo and juliet en werd zeer tegen zijn zin door de bronstige Italiaan begeerd — een meelijwekkend lot dat ook I in de film treft wanneer de zwaarlijvige homo Monty hem met allerlei subtiele en minder subtiele toespelingen (tijdens het koken: ‘Can you apply your talents to the meat?’) in bed tracht te krijgen.
withnail & i is nu verkijgbaar als een 3 dvd-set in een tinnen doos, vol, met excuus voor mijn superlatieven, schitterend bonusmateriaal. Allereerst is de puike soundtrack-cd bijgesloten en valt er hard te lachen om het boekje vol trivia van Thomas Hewitt-McManus, schrijver van het standaardwerk Withnail & I: Everything you ever wanted to know but were too drunk to ask. Daarnaast natuurlijk veel aandacht voor de reden waarom de film (waarvan David Fincher een maniakale fan is) nog steeds zo extreem populair is in Engeland. Al het excessieve drank- en drugsmisbruik, garant voor een stortvloed aan krachttermen en memorabele citaten (een katerige Grant: ‘I got a bastard behind me eyes… I feel like a pig shat in my head’), wordt geïllustreerd met het hilarische ‘The drinking game’. Let op, dit is een serieuze zaak en alleen geschikt voor verwoede innemers, inclusief voorbeelden van hoe het moet, waaronder een zwaar zuipende en vloekende Grant (die als geheelonthouder een in alle opzichten briljante acteerprestatie levert). Verder te zien zijn enkele featurettes, en men kan luisteren naar twee commentaarkanalen, met McGann en Brown en Robinson, alle drie erg goed op dreef. Godverdomme, wát een film. Open die fles!
Mike Lebbing
Te koop op dvd (import, Anchor Bay)
IL DESERTO ROSSO
Michelangelo Antonioni
In plaats van een woestijn, een dorre en grenzeloze leegte, is het sluitstuk van Antonioni’s beroemde vierluik over vervreemding en onmogelijkheid tot communicatie eerder een woestenij. Een door mensenhanden gestructureerde chaos van machines, schoorstenen, koeltorens, loodsen en gifmeertjes, een sissend, dreunend, kil en mistig industrieterrein kortom, waar het inderdaad net als in de woestijn eindeloos dwalen is als je sowieso de weg kwijt bent. Monica Vitti gunt Antonioni in zijn eerste kleurenfilm na l’avventura (1960), la notte (1961) en l’eclisse (1963) nog één keer de rol van tot op het bot gedeprimeerde bourgeoisvrouw die een nogal droefgeestig contact met de werkelijkheid onderhoudt. Sinds een ernstig auto-ongeluk heeft Giuliana veel moeite aanwezig te zijn, zoals echtgenoot en fabriekseigenaar Ugo het verwoordt, maar diens werkvloer is nu ook niet bepaald de ideale omgeving voor een gezwind geestelijk herstel: in welke richting Giuliana ook schuifelt, overal stuit ze op buizen die haar als slangen lijken te willen wurgen, op installaties die naar haar grijpen, elektriciteitsmasten als klauwen, muren zonder einde en schepen die nergens heen vertrekken. De enige persoon bij wie Guiliana hulp meent te kunnen zoeken, de met Ugo bevriende ingenieur Zeller (Richard Harris), ziet haar slechts als een scharrel en kan onmogelijk de broodnodige troost bieden. Dus blijft ze dwalen als een neurotische Alice in Wasteland, geplet en weggedrukt door de welig tierende industriële agressie. Je kunt het haar bijna niet aandoen de film nóg een keer te kijken, maar wat is de sfeer sterk, wat smeken de beelden in alle lelijke schoonheid om herhaling. Maar dan moet je ook wel een dvd hebben als die van het Duitse Kinowelt: haarscherp, krasvrij en zo bont als Antonioni’s verbleekte wereld het toelaat. Het bonusmateriaal bestaat uit een kort filmpje over het belang van filmrestauratie en twee compilaties van Italiaanse bioscoopjournaals. De ironische voice-over stelt Antonioni voor als ‘Italië’s meest duistere en intellectuele cineast’, terwijl Vitti de camera mag betoveren met haar onvergelijkbare oogopslag en de ene prijs na de andere in ontvangst neemt. De dvd bevat behalve de Duitse nasynchronisatie ook het Italiaanse geluidsspoor, en enkel Duitse ondertitels.
Kevin Toma
Te koop op dvd (import, Kinowelt)
SPL
Wilson Yip
spl (sha po lang) is een politie-thriller die drie populaire Hong Kong genres naadloos vervlecht: de macho politiefilms van Johnny To, het melodrama van John Woo’s heroic bloodshed en de man-tot-man gevechten van de martial arts film. Het resultaat is opwindend vermaak van de hoogste plank, en het fonkelend bewijs van de door infernal affairs ingezette revitalisatie van de locale filmindustrie die zo lang in diepe malaise verkeerde.
Het verhaal — stoere agenten die het in hun strijd tegen een meedogenloze boef niet zo nauw nemen met de wet — stelt weinig voor, maar de uitwerking is heerlijk. Nachtelijk Hong Kong glimt en blinkt als geborsteld staal, de macho mannen hebben harde blikken maar kleine hartjes (een poppig weesmeisje en pasgeboren baby spelen een essentiële bijrol). De actiescènes — daar gaat het natuurlijk allemaal om — zijn spaarzaam en kort, maar zeer enerverend. De gevechtschoreografie is een lust voor het oog: prachtig opgebouwd en virtuoos geënsceneerd. En, in tegenstelling tot de meeste Amerikaanse actiescènes, glashelder gefilmd: in lange, onversneden en vaak wijde shots die alles laten zien.
Grootste troef van spl is de titanenstrijd tussen twee legendes uit de Hong Kong-cinema: Donny Yen en Sammo Hung. Yen, die ook de actiechoreografie voor zijn rekening nam, is sinds het vertrek van Jet Li Hong Kong’s grootste actiester (de knokpartij tussen beide oud klasgenoten in hero was de meest vurige uit die film); Sammo Hung is een old school veteraan die sinds de jaren zestig aan een kleine 150 producties meewerkte, zowel voor als achter de camera. De vonken-spattende eindstrijd tussen de aantrekkelijke Yen als onkreukbare diender in strak lederen colbert en de corpulente Hung als monsterlijke crimineel zullen heel wat gejuich in de locale bioscopen hebben veroorzaakt. Sammo Hung is ondanks zijn leeftijd en omvang één brok agressie en gevaar; de meer gedecideerde Donnie Yen is even superieur met als zonder wapen. Een daverende slotakkoord van, vooruit, een moderne actieklassieker.
Rik Herder
Te koop en te huur op dvd (Asiamania)
THE MAKING OF THE LORD OF THE RINGS
Costa Botes
Toen Martin Scorsese collega auteur George Lucas een rondleiding gaf op de reusachtige gangs of new york-set in de Cinecitta studio’s, kon de Californische techniekfreak het niet laten een sneer te maken naar zijn snelpratende generatiegenoot: waarom nog al die dure decors timmeren, als je ze ook veel goedkoper virtueel kan bouwen? Scorsese antwoordde dat voor hem niets boven ouderwets handwerk gaat. Wie de platte, gevoelloze sprookjeswereld van de laatste star wars-films naast Scorsese’s van haat en passie doorbloede stadsslachtveld legt, kan niet anders dan Marty gelijk geven. Zo slecht is CGI blijkbaar dus nog steeds.
Het immense succes van de lord of the rings trilogie is deels te danken aan de natuurlijke, ademende, geloofwaardige wereld die Peter Jackson van het fantasie-epos wist te maken. Hij vertrouwde niet alleen op de tovenaars van zijn eigenhandig opgebouwde WETA studio’s, maar benutte de Nieuw-Zeelandse buitenlocaties ten volle en liet een heel leger van timmerlieden, ijzersmeden, piepschuimsnijders en harnas-hakers een heerlijke nieuwe wereld bouwen.
Dit leger ambachtslieden krijgt een welverdiend eerbetoon in (alweer) een nieuwe editie van de rings dvd: de Special Limited Edition. Hierop staat naast de reguliere en (superieure) extended editie (samen op een dubbellaags, dubbelzijdig schijfje) een maar liefst vijf uur durende making of van regisseur Costa Botes. Botes, die eerder met zijn vriend Jackson de geniale mockumentary forgotten silver maakte, filmt amper het werk van de regisseur en heeft vooral oog voor het ouderwetse handwerk dat al meer dan een eeuw lang het sterrenstof van de cinema is.
Neem nou de grote boom tussen de Hobbit-hutten: gewoon een boom, zou je zeggen. Maar in dit exemplaar hebben tien man anderhalve week lang groene blaadjes gehangen. Met de hand, stuk voor stuk, een kwart miljoen in totaal. Neem de honderden maliënkolders: twee kerels hebben anderhalf jaar non stop ringetjes zitten naaien. Of die enerverende duik van de camera in de grotten van Isengard waar orks uit modder worden gekneed: dit duizelingwekkende shot komt niet zomaar uit de computer, maar bestaat uit vier echte, achter elkaar geplakte miniatuursets. Botes’ liefdevolle making of is een monument voor het Gesamtkunstwerk van de cinema, en verplichte kost voor George Lucas en al die andere CGI evangelisten.
Rik Herder
Te koop op dvd (A-Film)
Ook op dvd
THE DEATH OF MR. LAZARESCU
Een man gaat dood. En dat een hele film lang. En daar bleef het publiek in Cannes (bekroond met de Prix un certain regard) en Rotterdam ademloos naar kijken. Omdat het pijnlijk was en precies en zo eindeloos dat het vanzelf weer spannend werd. Aan de tweede film van Roemeen Christi Puiu is duidelijk te zien dat hij eigenlijk een schilder is. Geen schilder van licht op celluloid, zoals veel filmmakers, maar een schilder die de tijd op zijn palet heeft gesmeerd en in lange, beheerste streken voor ons op het filmdoek aanbrengt. Niet voor niets roept deze film Jacques Rivettes portret van een schilder in la belle noiseuse (1991) in de herinnering, al duurde die nog 100 minuten langer dan de tweeëneenhalf uur van the death of mr. lazarescu (moartea domnului lazarescu). De tocht van de oude Lazarescu langs nachtdokters en ziekenhuizen wordt een Odyssee tussen ademtocht en ademtocht, net zo spannend en menselijk als E.R. Want ja, die laatste aanbeveling komt van de regisseur zelf.
Dana Linssen
The koop op dvd (import, Tartan)
THE OTHER
Wie dacht dat M. Night Shyamalan de subtiele griezelfilm-met-een-twist heeft uitgevonden, moet beslist naar Robert Mulligans the other (1972) kijken: op het eerste gezicht het onbekommerde verhaal van het jongetje Niles dat gemakkelijk wegdroomt van zijn lome leven op een Amerikaanse boerderij in de jaren dertig. Schijnbaar onschuldig is ‘Het spel’ dat Niles regelmatig speelt, een soort zelfhypnose waarmee hij uit zijn lichaam kan treden. Maar waarom dragen Niles en tweelingbroertje Holland altijd dezelfde kleren, en praat verder niemand met Holland? En heeft Niles de dood van zijn vader wel verwerkt? Sommige dubbele bodems blijven beter verborgen dan andere, maar profiterend van het sterke camerawerk en de prima score van Jerry Goldsmith treft Mulligan precies de juiste American Gothic-sfeer. Wat Niles mankeert — behekst, bezeten, psychotisch? — is wellicht een kwestie van interpretatie, en dat maakt the other niet alleen zo spannend, maar ook rijker dan nakomelingen als the excorcist (1973) en the omen (1976).
Kevin Toma
Te koop op dvd (import, Eureka)
BLOC PARTY
Dave Chappelle, een in de VS immense populaire stand up-komiek met eigen show op lachkanaal Comedy Central, organiseert een gratis buurtconcert in de Brooklyn in de beste traditie van de blocparty’s uit de begindagen van de hiphop. Alleen treden nu de grootste rap en R&B sterren op: Erika Badu, Kanye West en The Fugees doen allemaal mee. En hebben het reuze naar hun zin: zelden zie je supersterren zo ontspannen back-, en zo gedreven on stage bezig. Muziek wordt afgewisseld met achter-de-schermen jamsessies, waarin Chappelle met achteloos gemak de muzikanten aan het lachen krijgt, en een trip naar zijn geboortedorp — een gat in Ohio. De sympathieke komiek nodigt her en der mensen uit voor zijn concert: zwarte hangjongeren, lelieblanke omaatjes en een complete drumband. Regisseur Michel Gondry (eternal sunshine) maakt er een lekker rommelige concertfilm met een prettig huiskamergevoel van. En de hier nog onbekende Chapelle is met zijn goedlachse stijl een verademing tussen zijn meer cynische collega’s.
Rik Herder
Te koop op dvd (A-Film)
Dvd van het jaar
Wat vindt u de beste dvd van het jaar? De langst verwachte release, de mooiste extra’s, of gewoon de fijnste film om eindelijk (nog eens) te zien? Alles mag: Nederlandse en internationale uitgaven, recente dvd-premières of re-releases, zolang het maar in 2006 is uitgebracht. Stuur je beste dvd vóór maandag 11 december naar dvd@filmkrant.nl. De uitslag wordt bekend gemaakt in het januarinummer van de Filmkrant. Onder de inzenders wordt een dvd-box van Eric Rohmer verloot.