Thuiskijken – 29 april 2015

  • Datum 29-04-2015
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Les parapluies de Cherbourg

Deze maand op MUBI
Canneswinnaars

De Filmkrant en VOD-platform MUBI presenteren elke maand een gezamenlijk filmprogramma. Filmkrantlezers kijken bovendien drie maanden gratis. Vanwege het filmfestival van Cannes dat plaatsvindt van 13 tot 24 mei deze maand vijf films die prijzen wonnen op het festival.

Rosetta
Jean-Pierre & Luc Dardenne, 1999 | Drie prijzen won Rosetta in 1999 in Cannes: de Gouden Palm voor regisseurs Jean-Pierre & Luc Dardenne, de prijs van de oecumenische jury, en de prijs voor beste actrice voor debutant Émilie Dequenne in de titelrol. De centrale scène van de film verklaart alle drie. Wanneer Rosetta’s enige vriend Riquet, op wiens baantje het straatarme meisje aast, dreigt te verdrinken, kijkt ze eerst toe. Ongemakkelijk lang staart ze naar de spartelende jongen, die wij alleen horen omdat de Dardennes hun rusteloze camera op haar gezicht gericht houden. De Dardennes verdienen hun Palm voor hun destijds vernieuwende hyperpersoonlijke stijl, inmiddels veelvuldig nageaapt. De oecumenische jury valt voor haar (im)morele afweging, afgedwongen door de kapitalistische mangel waarin ze vastzit. En Dequenne verdient haar prijs vanwege haar intens fysieke invulling van de rol, een meisje dat constant wil vluchten en daarom de hele wereld met een bom agressie benadert. Vrijdag 1 mei | Joost broeren

Farewell My Concubine
Chen Kaige, 1993 | Chen Kaige’s Farewell My Concubine is audiovisueele overweldigend. Op de planken van de Peking Opera kan men zijn ogen en oren de kost geven: met exotische make-up, een geweldige choreografie en betoverende muziek vertolken jeugdvrienden Cheng Dieyi en Duan Xiaolou het lyrische operastuk Farewell My Concu­bine zeer overtuigend. Hoewel prachtig geënsceneerd zijn het niet de operascènes die het meest indruk maken in deze Gouden Palm-winnaar (de enige Chinese film die de prijs ooit kreeg toegekend). Juist de momenten daarbuiten, waarin Dieyi theater en realiteit met elkaar verwart, blinkt Farewell My Concubine echt uit. In starre shots wordt de lijdensweg van Dieyi, die in het operastuk concubine speelt, met maximaal effect vertolkt. Het zijn close-ups als in Dreyers La passion de Jeanne d’Arc (1928): ze overstijgen hun kaders. En als de eerste traan over de wang rolt, levert dat meer drama op dan alle elementen van de Peking Opera bij elkaar. Vrijdag 8 mei | Hugo Emmerzael

Les parapluies de Cherbourg
Jacques Demy, 1964 | Gouden Palm-winnaar Les parapluies de Cherbourg betovert door muziek, kleur, gracieuze camerabewegingen en het bitterzoete liefdesverhaal tussen Geneviève (een jonge Catherine Deneuve) en garagist Guy. Demy’s volledig gezongen musical (ook de dialogen) is vanaf het begin bewust kunstmatig. Ook het kleurenpalet — van kostuums tot decor — is fel aangezet, met de nadruk op schakeringen tussen roze en paars.
Het specifieke universum van Demy kondigt zich meteen al aan in de opening, als we een beeld zien van grauwe kasseien waarop gestaag regen valt en er kleurige paraplu’s in beeld verschijnen die een choreografie aangaan.
Wat Demy’s ‘cinéma enchanté’ werkelijk uniek maakt, is het laten samensmelten van de kunstmatige vorm met een inhoud die behoorlijk realistisch is en emotionele waarachtigheid nastreeft. Precies zoals de kleurige paraplu’s — zinnebeeld van het artificiële, de liefde en verbeeldingskracht — in de openingscredits samengaan met grijze kasseien: symbool van de harde werkelijkheid van iemand die in het leger moet en naar de oorlog in Algerije wordt gestuurd. Vrijdag 15 mei | André Waardenburg

Entre les murs
Laurent Cantet, 2008 | Francois Marin (Francois Begadeau) is een sympathieke docent werkzaam in de Parijse banlieus. Aan het begin van het schooljaar voert hij een semantische discussie met zijn leerlingen. Wat betekent ‘succulent’ (smakelijk)? Vertwijfelde blikken komen hem tegemoet. Waarop Marin verduidelijkt: een cheeseburger is smakelijk. Cherif is het niet met hem eens: cheeseburgers zijn smerig. Marin betrapt zijn leerling erop dat hij de definitie van het woord nu kent. ‘Het kwartje’ is bij hem ‘gevallen’. Dalla komt snel met een volgende vraag: Wat betekent dat? Dat het kwartje is gevallen? Marin zoekt telkens naar onorthodoxe methodes om zijn boodschap over te brengen. Het zijn deze kleine tafereeltjes die het verhaal van Entre les murs (2008) zo authentiek maken. Gecombineerd met de regie van Laurent Cantet, die de dyna­miek tussen het lerarenteam en de schoolkinderen op geloofwaardige wijze in beeld brengt. De terechte winnaar van de Gouden Palm in 2008. Vrijdag 22 mei | Omar Larabi

Dancer in the Dark
Lars von Trier, 2000 | Selma zal door een erfelijke ziekte blind worden en heeft er alles voor over om haar zoon dat lot te besparen. Lars von Triers Dancer in the Dark won in 2000 de Gouden Palm. Hoofdrolspeelster Björk, die Selma speelde, werd gelauwerd als beste actrice. Deze melodrama-musical is een duet van Von Trier en Björk waarin ze de kracht van muziek, verbeelding en vriendelijkheid bezingen. Het middelpunt van de film vormt een musicalnummer waarin de hoofdpersoon tegelijk afscheid neemt en een ode brengt aan het zien. ‘I’ve seen it all — there is no more to see!’. Hartverwarmend en hartverscheurend. En Palm d’Or waardig. Vrijdag 29 mei | Sacha Gertsik

Iedere vrijdag kiest de Filmkrant een nieuwe film uit het aanbod van MUBI, die vervolgens dertig dagen te zien is | Filmkrantlezers kijken de eerste drie maanden gratis naar alle films op MUBI.com | Daarna kost een abonnement €4,99 per maand | Op mubi.com/filmkrant wordt de MUBI-­film van de week elke donderdag nog eens extra uitgelicht

Over ondertitels
In en uit de mal

De digitalisering van de filmwereld levert ook ondertitelaars nieuwe uitdagingen. In dit tweede deel van een korte serie: templates.

Vertalen is hooguit de helft van het werk van de ondertitelaar. Ook voor dit vakgebied geldt: timing is alles. Het zogenaamde ‘spotten’ van de ondertitels, bepalen wanneer de tekst in en uit beeld gaat, is minstens zo belangrijk als het correct vertalen. Een slecht getimede titel voelt raar aan, zelfs als de kijker niet kan benoemen waarom. En een héél slecht getimede titel kan de clou van een grap al weggeven voor hij is uitgesproken.

Avengers: Age of Ultron

Maar ondertitelaars zien zich sinds de vroege jaren nul steeds vaker geconfronteerd met zogenaamde templates: voorgespotte bestanden die alleen nog maar vertaald hoeven te worden. Dat scheelt, in theorie, de helft van het werk, en dat scheelt weer geld voor de opdrachtgever. Zeker als die zijn product in heel veel verschillende talen wil laten vertalen. "Dan is zo’n ready-steady template natuurlijk procesmatig heel interessant", erkent ondertitelaar Frank Bovelander van Subs Media.
Maar vertalers zijn er lang niet altijd blij mee, want spotten is taal- en cultuur­­gevoelig: het ritme van de Neder­landse taal vereist een andere spotting dan, pakweg, Frans of Hindi. "Je krijgt vaak te maken met een heel andere manier van spotten", zegt Bovelander. "Die lijkt uit te gaan van een taal met veel minder leestekens, waardoor hele lappen tekst in anderhalve of twee seconden moeten passen. En ze maken een titel voor elk woordje, zelfs als alleen ‘yes’ of ‘no’ wordt gezegd. Als je dat strikt volgt, krijg je veel te veel titels. Alleen maar lezen, lezen, lezen."
Bovelanders advies aan zijn collega’s? Houdt voet bij stuk. "Ik heb met verschillende opdrachtgevers al bedongen dat ik flink mag huishouden in hun templates. Zo heb ik net Avengers: Age of Ultron gedaan. Daar mag ik van Disney, waar ze sowieso veel aandacht voor de vertaling hebben, gewoon een eigen spotting op loslaten. We zijn in Nederland terecht best trots op hoe we het hier doen, dus ik ben dan blij om toch wat te kunnen goochelen."

JB

Joe Dante over Burying the Ex
‘Jij bent toch die horrorman?’

Joe Dante liet zich met Burying the Ex opnieuw verleiden tot een horrorkomedie vol speelse genreverwijzingen. "Ik probeer de vlam zo lang mogelijk brandende te houden."

Door Hugo Emmerzael

Een bescheiden trendje in horrorland: relatiefilms met zombies. Dacht je van je ex af te zijn, keert hij of (meestal) zij terug uit de dood. Op het afgelopen Imagine Film Festival waren al twee films met die verhaallijn te zien: Life After Beth en Clinger, beide van debuterende regisseurs. Ondertussen draaide op het filmfestival van Brussel een variant gemaakt door een veteraan in de horrorkomedie: Joe Dante, nog altijd gevierd vanwege Gremlins. De Filmkrant sprak de maestro over Burying the Ex.

Joe Dante op de set van The Hole

Er zat bijna zes jaar tussen uw vorige film The Hole en Burying the Ex. In de tussentijd regisseerde u veel voor televisie. "Als je maar eens in de vijf jaar een speelfilm regisseert, moet je toch op de een of andere manier je kat zien te voeren. Ik heb geen luxueuze levensstijl, maar ik moet wel overleven."

Hoe verliep de terugkeer naar speelfilmregie voor u? "Het voelde praktisch hetzelfde als televisie maken! We hadden voor Burying the Ex maar een krap schema en weinig geld. We schoten de film in twintig dagen met twee camera’s, net zoals we vaak ook voor televisie draaien."

U zei ooit dat u het enige publiek bent voor uw films. "Ik kan het voor niemand anders maken!"

Burying the Ex

Waarom koos u er dan voor om Alan Trezza’s scenario te verfilmen? "De situatie sprak me aan. Ik kon meevoelen met die jongen in een relatie die niet goed voor hem is, terwijl hij daar niets van zegt omdat hij bang is het meisje pijn te doen. Als hij afscheid van haar had genomen, waren zijn problemen opgelost."

Al zou dat niet zo dramatisch zijn… "Nee, en nu komt ze ook nog eens terug uit de dood en komt hij niet van haar af! Ik vond het een leuk gegeven en ik vond de personages goed geschreven. En het hielp dat zijn scenario economisch is."

Veel van uw films zijn te bekijken als gecureerde horrortentoonstellingen, vol verwijzingen naar hoogtepunten van het genre. Burying the Ex is geen uitzondering. "Ik kan het niet weerstaan…"

Zaten die verwijzingen al in Trezza’s script of komen ze uit uw koker? "Alan had er al verwijzingen naar onder andere The Night of the Living Dead en I Walked with a Zombie in zitten. Ik heb daarna nog gezocht naar meer films die op de een of andere manier commentaar geven op gebeurtenissen in de film, zoals Mario Bava’s The Whip and the Body. Dat was nog best lastig, want we konden lang niet alle filmfragmenten betalen."

Is het verwijzen naar andere films zo duur dan? "Absoluut! Veel studio’s vragen tienduizend dollar voor een clip van een minuut. Om je af te schrikken, zodat je niet eens de moeite neemt. Daarom hebben we sommige filmposters in de film zelfs digitaal moeten aanpassen om ze onherkenbaar te maken."

Als je al die cinefiele lagen van de film afpelt, blijft eigenlijk een simpele romantische komedie over. Voelt u zich het meest op uw gemak binnen een duidelijk gedefinieerd genre? "Het punt is: als genre­filmmaker ben ik verkoopbaar. Als ik zou voorstellen om een liefdesverhaal te maken, dan zou men zeggen: ‘Heb je dat wel eens eerder gedaan? Nee? Jij bent toch die horrorman? Waarom maak je dan geen horrorfilm?’ Daarom breng ik elementen van zulke genres naar een verhaal als dit."

Hoofdpersonage Max is een verzamelaar van oude filmspullen, een liefhebber van het oude. Zijn vriendin is een milieublogger, een product van de moderne wereld. Daardoor lijkt er een spanning te zitten in deze film tussen oud en nieuw, analoog en digitaal. Gaat dit conflict u aan? "Zeker. Ik sta met één voet in het verleden, en de ander in het heden. Ik omarm nieuwe technologieën, maar ik zie ook wat er daarbij verloren gaat. Een deel van mijn films zal bijvoorbeeld ongetwijfeld verloren gaan, omdat er geen kopieën meer bestaan. Net zoals filmcultuur steeds meer verloren raakt. Een deel van mijn aanhoudende succes is dat mensen als kind één van mijn films zagen en daardoor geïnspireerd raakten. Welke films komen er nu nog uit die dat kunnen doen? Transformers 3? Ik denk het niet."

Baart dat u zorgen? "Niet per se. Maar het is wel een reden dat ik bijvoorbeeld werk van Ray Harryhausen wil laten zien in mijn films. Hij maakte die praktische special effects helemaal in zijn eentje, zonder CGI. Ik bedoel, de originele King Kong? Niets anders komt daarbij in de buurt! Misschien kunnen mensen zulke dingen steeds minder waarderen, maar ik probeer de vlam zo lang mogelijk brandende te houden."

Burying the Ex | Verenigde Staten, 2014 | Regie Joe Dante | Met Anton Yelchin, Ashley Greene, Alexandra Daddario | Op dvd, blu-ray en vod, Remain in Light

Child of God
Rondhangen met een necrofiel

In Child of God zoekt allesdoener James Franco naar een nieuwe manier om het uitgebeende proza van Cormac McCarthy om te zetten naar beelden. Twee uur in het gezelschap van een necrofiele seriemoordenaar.

De openingscredits van Child of God zijn veelzeggend. ‘A Story by Cormac McCarthy’ is het enige dat vermeld wordt voordat de titel in beeld komt. En dus niet, zoals gebruikelijker zou zijn geweest, ‘A Film by James Franco’. Het tekent het project dat de zeer productieve Franco (vooral bekend als acteur maar inmiddels ook schrijver, beeldend kunstenaar, muzikant, en dus filmmaker) met zijn eerste speelfilms lijkt te hebben ondernomen: grote werken uit de Amerikaanse literatuur zo getrouw mogelijk omzetten naar cinema.
En dan niet alleen getrouw in het verhaal dat wordt weergegeven, maar ook getrouw aan de stijlkenmerken van de betreffende roman. Child of God emuleert McCarthy’s uitgebeende stijl in puur functionele beelden zonder enige opsmuk. Ze vertellen het verhaal van Lester Ballard, met een intense lichamelijkheid gespeeld door Scott Haze. Uitgestoten door zijn gemeenschap in het landelijke Amerika van de jaren 1960, glijdt de schijnbaar geesteszieke Ballard af van zwerver tot holenmens, seriemoordenaar en necrofiel. McCarthy noch Franco zijn echter gericht op verklaringen van zijn gestoorde persoonlijkheid. In plaats daarvan dwingen ze ons simpelweg om tijd door te brengen met Ballard, iets dat niemand anders doet.
Een jaar geleden besprak ik op deze pagina’s al Franco’s William Faulkner-verfilming As I Lay Dying, gemaakt na Child of God maar eerder uitgebracht. Beide films maakten hun debuut in 2013 op een prestigieus festival: As I Lay Dying in de Un Certain Re­­gard-sectie van het filmfestival van Cannes; Child of God in competitie in Venetië. Beide werden met middelmatige kritieken ontvangen en verdwenen daarna redelijk geruisloos, om in Nederland alleen op dvd te verschijnen. En beide zijn interessant in hun pogingen een zeer idiosyncratische literaire stijl om te zetten naar een idiosyncratische visuele stijl.
Om zichzelf af te leiden van zijn Holly­wood­­carrière studeerde Franco de afgelopen jaren literatuur, en zijn eerste stappen als regisseur lijken vooral uitlopers van die ambitie. Het zijn bijna meer academische exercities dan films. Child of God is daarin met zijn voice-overs en fragmenten tekst in beeld wat traditioneler en minder expliciet dan As I Lay Dying, waarin uitgebreid gebruik werd gemaakt van split screen om de gefragmenteerde perspectieven uit het boek weer te geven. Die groei maakt hoe dan ook nieuwsgierig naar Franco’s verfilming van Faulkner’s The Sound and the Fury, die in 2014 uitkwam maar Nederland nog niet bereikte.

JB

Child of God | Verenigde Staten, 2013 | Regie James Franco | Met Scott Haze, Tim Blake Nelson, Jim Parrack | Te zien op dvd en vod

Inside No. 9, seizoen 2
Heilige huisjes

Joe Dante combineert horror en komedie in films vol genreverwijzingen. Reece Shearsmith en Steve Pemberton doen exact hetzelfde in hun televisieseries, maar dan een stuk Britser. Het tweede seizoen van hun serie Inside No. 9 is weer smullen.

In de televisiewereld is de ‘bottle show’ een bekend gegeven. Een aflevering die zich (vrijwel) geheel afspeelt op één locatie, meestal de al bestaande sets van een serie, zodat hij goedkoop geproduceerd kan worden. Vanwege de per definitie afwijkende vorm, en het feit dat schrijvers zich door de beperking vaak meer dan in andere afleveringen richten op karakterontwikkelingen, zijn de resulterende afleveringen vaak geliefd onder fans van de serie.
Schrijvers, regisseurs en acteurs Reece Shearsmith en Steve Pemberton (twee van de vier makers achter de geroemde zwartkomische BBC-reeks The League of Gentlemen) maakten zo’n ‘bottle show’ als onderdeel van hun reeks Psychoville. Dat beviel ze zo goed dat ze nadat die serie werd stopgezet kwamen met Inside No. 9, een anthologie die alleen maar bestaat uit bottle shows. Inmiddels maakten ze, verdeeld over twee seizoenen, twaalf op zichzelf staande grie­zel­­komedie­afleveringen, die enkel gemeen ­hebben dat ze zich afspelen op huisnummer 9. Maar die huizen gaan van gotische horror-herenhuizen tot simpele bijstandsflatjes, en van moderne glas-en-staal architectuur tot een knus bejaardentehuis.
De zes afleveringen van dat eerste seizoen speelden zich grotendeels in real-time af, met een theatrale eenheid van tijd en handeling. In het tweede seizoen, dat in maart en april op de BBC werd uitgezonden en nu in Engeland op dvd is verschenen, nemen de twee iets meer vrijheid met hun concept. Nummer 9 kan ook een treincoupé zijn, of (in de meest ingenieuze aflevering van de zes) een werkhokje op een telefonische hulplijn, of zelfs een houten hutje in de zeventiende eeuw waar een heksenjacht gaande is. En ook de eenheid van tijd wordt hier en daar losgelaten, bijvoorbeeld in de aflevering ‘The 12 Days of Christine’, die met hinkstapsprongen door het leven van het titelpersonage springt.
Shearsmith en Pemberton schrijven opnieuw alles, regisseren soms, en spelen meestal ook elk een hoofdrol. Wat de afleveringen dan ook vooral gemeen hebben, is hun volstrekt eigenzinnige gevoel voor humor, dat ook The League of Gentlemen en Psycho­ville kenmerkte. Het laveert van subtiele woordgrappen tot slapstick en platte vulgariteit, en wordt telkens weer doorsneden met oprecht griezelige horrorelementen die een sterke liefde voor en grote kennis van het genre verraden.

JB

Inside No. 9 | Groot-Brittannië, 2015 | Regie Reece Shearsmith, Steve Pemberton | Te zien op import-dvd (r2), 2Entertain/BBC

Import

Hoogtepunten uit het internationale aanbod voor thuiskijkers, gese­lecteerd door Boudisque (boudisque.nl). De beste Nederlandse releases vindt u iedere week op filmkrant.nl.

Chaplin: The Mutual Comedies | In 1916 tekende Charlie Chaplin voor een recordbedrag bij filmstudio Mutual. In de daaropvolgende anderhalf jaar zou hij twaalf van zijn beste en bekendste korte films voor de studio produceren, waaronder The Rink en The Immigrant. De twaalf films zijn nu voor het eerst in high-definition verzameld. bR, rB | BFI

The Stranger | Het is een wat vreemd verjaardagscadeau: distributeur Odeon kalefaterde ter ere van Orson Welles’ 100ste verjaardag de minst favoriete film van de regisseur zelf op. Welles maakte zijn derde film naar verluidt vooral om te bewijzen dat hij binnen een budget kon werken, maar het resultaat kent evengoed vlagen van genialiteit. dvd+br, r2/B | Odeon

Tip Top | In zijn vierde speelfilm in vijftien jaar vermengt voormalig filmcriticus Serge Bozon in de hedendaagse voetsporen van de nouvelle vague opnieuw diverse genres. Voor Tip Top gaan screwballkomedie en politiethriller in de mixer, met wat vleugjes koloniale politiek en SM voor de goede orde. dvd/br, r1/A | Kino Lorber

Paper Moon | Peter Bogdanovich’ nieuwste film She’s Funny That Way, die in juli in de Nederlandse bioscopen te zien zal zijn, werd in de jaren negentig bedacht als vehikel voor actrice Tatum O’Neal. Zij werd in 1973 geïntroduceerd in Paper Moon, de tweede samenwerking van Bogdanovich en haar vader Ryan O’Neal. dvd+br, r2/B | Eureka

The Confession | Gebaseerd op de autobiografie van de Tsjechische ambtenaar Artur London vertelde thrillermaestro Costa-Gavras na het succes van Z dit verhaal van een communistische ambtenaar die wordt gedwongen een bekentenis af te leggen. Onder de extra’s onder meer een korte achter-de-schermen documentaire van Chris Marker. dvd/br, r1/A | Criterion

Geschreven door