Thuiskijken – 20 december 2017

Black Mirror

 

Charlie Brooker en Annabel Jones over Black Mirror
‘Technologie is niet inherent kwaadaardig’

De makers van Black Mirror, scenarist Charlie Brooker en producent Annabel Jones, laten in hun Netflix-serie een huiveringwekkende toekomst zien vol technoparanoia. Maar ze hameren er ook op dat de mens zelf verantwoordelijk is voor zijn omgang met technologie. ‘In beginsel is technologie geen slecht fenomeen.’

Door Omar Larabi

Scenarist, satiricus en journalist Charlie Brooker won afgelopen voorjaar een Emmy Award voor de Black Mirror-aflevering San Junipero, uit het derde seizoen. Het verhaal speelt zich af in een soort gesimuleerde, pijnloze wereld, waarin bejaarde mensen en overledenen zich in het lichaam uit hun jeugd kunnen uitleven. In het vierde seizoen van Black Mirror wordt opnieuw gezinspeeld op een aanpassing van de aloude definitie van sterven: mogelijkerwijs worden we in de nabije toekomst na ons aardse leven getransponeerd naar een binaire hemel of hel, waar ons een tweede leven te wachten staat, en waar ons geheugen samen met ons bewustzijn zal worden vereeuwigd in the cloud.

Freak
Maar zo ver gaat Brooker nog net niet, in het vierde seizoen. Hoewel de eerste tekenen van zo’n kentering al zichtbaar worden. Ook in de huidige maatschappij gaan de digitale en fysieke wereld al moeiteloos in elkaar over, zo vertelt hij: “Je hebt verschillende identiteiten; verschillende versies van jezelf. Je hebt een kantoorzelf, een familiezelf, een onaangename-etentjeszelf en in toenemende mate een online-zelf.” Die laatste sub-identiteit heeft volgens de Brit wel wat weg “van een performance”. Mensen verschuilen zich in positieve en negatieve zin achter hun online ik, dikwijls een personage.
Producent Annabel Jones legt uit dat het probleem in Black Mirror dan ook steevast ligt bij de gebruiker, en niet bij het product: “In beginsel is technologie geen slecht fenomeen, we zijn vrijwel allemaal bereid het te omarmen. In de serie onderzoeken we echter de omgang met technologie door gemankeerde individuen, die onder druk staan.” Brooker vult aan: “Technologie is niet inherent kwaadaardig.” Hij spreekt uit eigen ervaring, als early adopter en fanatiek gebruiker van apps, smartphones en allerlei andere digitale en elektronische parafernalia. “Ik ben nogal een freak. Ik bedenk denkbeeldige applicaties die ellendige dingen toestaan.”

Chantagemiddel
Zo zien we in het nieuwe seizoen opnieuw, maar in een andere vorm, hoe compromitterende foto’s worden ingezet als chantagemiddel, en hoe grote techbedrijven aan de wieg staan van dubieuze software. Zoals in de aflevering Arkangel: een portret van een moeder en haar dochter waarin de vraag centraal staat in hoeverre het gevaar in de buitenwereld kan worden ingedamd door surveillance en zelfcensuur, zonder dat het leven daardoor minder onbevangen wordt. Dit door Jodie Foster geregisseerde, bijzonder vormgegeven televisiedrama, staat qua stijl en toon volledig op zichzelf, zoals we gewend zijn van Black Mirror.
Ook in het door Toby Haynes (Dr. Who) geregisseerde USS Callister is een zekere eigenheid zichtbaar: de aflevering met de lengte van een speelfilm is gesitueerd in outer space. Jones licht toe: “Dit is een komisch stuk met enkele naargeestige momenten, gefilmd in de duisternis.” Brooker vult aan: “Ik wil het seizoen zo onvoorspelbaar mogelijk maken door uiteenlopende afleveringen in diverse genres te maken. Black Mirror is geen Mad Men waarbij elke aflevering moet aanvoelen als een aflevering van Mad Men. Bij ons is het omgekeerde waar.” Het mes snijdt echter ook aan twee kanten door deze benadering: niet alle afleveringen zijn even doeltreffend.
Als Brooker daarentegen beetheeft, en er zijn elk seizoen wel een paar triomfen, dan laat hij niet meer los. De succesverhalen uit eerdere jaargangen, waarin afleveringen de (toekomstige) werkelijkheid welhaast benaderen, zijn talrijk: “Soms lijken verhaallijnen op ontwikkelingen die jaren later zichtbaar worden. Maar ik hoop van harte dat niets van seizoen 4 in ons dagelijkse leven belandt.” Black Mirror speelt zich per slot van rekening af in een dystopie, waarin technoparanoia — de al dan niet onredelijke angst voor technologie — vroeg of laat werkelijkheid wordt. Ondanks of dankzij het standpunt van de makers dat de mens zelf verantwoordelijk is.

Kwinkslagen
De technologie gaat ook in Black Mirror, hoe je het wendt of keert, toch een eigen leven leiden, met de komst van kunstmatige intelligentie. Dat lijkt de volgende stap voor Brooker, die zichzelf steeds opnieuw moet zien uit te vinden, om zijn authentieke kwinkslagen te kunnen blijven vertellen. Het zwarte scherm waarnaar de titel verwijst is immers allang niet meer uitsluitend een televisie of smartphone; het is ook een synoniem voor implantaten in onze oogkassen die virtual reality mogelijk maken zonder bril, waardoor videogames kunnen worden geprojecteerd op een zwart doek in ons brein.
Brooker vertelt hoe de serie de titel is voorbijgestreefd: “Er zijn steeds minder beeldschermen te zien en het wordt steeds meer hightech. Oorspronkelijk stond Black Mirror voor een uitgeschakeld scherm, maar nu kan het van alles zijn.” Ondanks de gewichtige onderwerpen is de serie ook een bron van vermaak: “Ik wil voorkomen dat de kijker zich verveelt.” Dan komt de satiricus in Brooker boven. Hoe zou hij een wereld zonder technologie ervaren? “Ik denk dat het verschrikkelijk zou zijn, een terugkeer naar het leven in de modder, nee dat is echt geen pretje.”

Black Mirror (seizoen 4) | | Verenigde Staten, 2017 | Showrunner Charlie Brooker | Te zien op Netflix vanaf 29 december

Brawl in Cell Block 99
Heart of Darkness met meer gebroken kaken

S. Craig Zahler komt na zijn niet te onderschatten debuut Bone Tomahawk met een nog lompere, bloederigere en nog betere knokfilm, met een ongebruikelijke hoofdrol voor komisch acteur Vince Vaughn.

Bradley Thomas begint zijn dag niet lekker in Brawl in Cell Block 99, de tweede speelfilm van scenarist en regisseur S. Craig Zahler (Bone Tomahawk). De kale spierbundel — een ongewone rol voor komisch acteur Vince Vaughn — verliest eerst zijn baan en komt er daarna achter dat zijn vrouw vreemdgaat. Zijn oplossing is net zo onverstandig als voor de hand liggend: Bradley wordt (weer) drugsdealer om een baby bij zijn vrouw te kunnen bekostigen.
Het is niet bepaald een opening om over naar huis te schrijven. Al is er één moment waarin doorschemert hoe de rest van deze geweldige pulpfilm zal verlopen: wanneer Bradley al het slechte nieuws verwerkt, begint hij als een bezetene op de auto van zijn vrouw te rammen. Hij blijkt een bonk testosteron die als het moet door elke pijngrens heen kan slaan. Nou wil het net dat in de tweede akte zijn vrouw (met ongeboren baby) wordt gekidnapt. Hij kan haar alleen maar redden door in een zwaarbeveiligde gevangenis een of andere Christopher te vermoorden. Zo begint Bradley’s afdaling in een modern-Amerikaanse versie van Dante’s Inferno, waarin hij zichzelf steeds dieper in de krochten van een megagevangenis knokt.
Er zit een videogame-logica in het scenario van Brawl in Cell Block 99, waardoor Bradley steeds een level verder komt in de gevangenis om zijn einddoel — het titulaire vuistgevecht in celblok 99 — te bereiken. Hij begint in The Fridge, niet de meest sjofele plek, maar vergeleken met zijn latere, obscuurdere verblijven blijkt het het Hilton onder de gevangenisverblijven te zijn. Er is werk, een boksprogramma en een school. Bradley krijgt een chocoladereep van de eerste gevangene die hij leert kennen. En passant wordt zijn penis door het medisch personeel ook nog eens met een A-minus beoordeeld.
Maar het is Zahler niet om The Fridge te doen. Brawl in Cell Block 99 is een race naar het duistere heiligdom van deze gevangenis. “Een gevangenis in de gevangenis”, zoals de sigaarrokende dictator van die plek het noemt. Net als het Amerika van Bone Tomahawk is het een illustere, wetteloze omgeving, waar geweld heer en meester is. Daar leven Vaugh en Zahler zich uit met martelwerktuigen, stroomstoten en brute vuist-op-vuist-gevechten. Ondanks het lompe scenario verheffen de kalme, weids geschoten shots Brawl in Cell Block 99 tot een smaakvolle knokfilm die af en toe dicht bij arthouse komt. Zie het als Heart of Darkness met de gevangenis als jungle, en aanzienlijk meer gebroken kaken.

Hugo Emmerzael

Brawl in Cell Block 99  | Regie S. Craig Zahler | 132 minuten | Met Vince Vaughn, Jennifer Carpenter, Marc Blucas | Te zien op dvd (Universal) vanaf 17 januari

She’s Gotta Have It
Een staalkaart voor onze tijd

In een tiendelige Netflix-serie geeft Spike Lee zijn dertig jaar oude speelfilmdebuut She’s Gotta Have It met succes een facelift voor deze tijden van #blacklivesmatter en #metoo.

Wat er al niet uit die algoritmes van Netflix komt rollen. Blijkbaar werd er vaak genoeg gezocht op Spike Lee’s lowbudget-speelfilmdebuut She’s Gotta Have It uit 1986 om een hedendaagse remake in serievorm te billijken. Het is een welkom weerzien: in tijden van #blacklivesmatter en #metoo is het verhaal van Nola Darling nog altijd uiterst actueel.
Net als de film draait de serie om Nola (hier een glansrol voor DeWanda Wise) en de mannen (en een enkele vrouw) die om haar heen cirkelen. Nola is de ‘she’ uit de titel; de ‘it’ die zij hebben moet is seks.
De vrijgevochten Nola onderhoudt relaties met drie mannen: zelfingenomen model en fotograaf Greer Childs, hipster-fietskoerier Mars Blackmon en bankier Jamie Overstreet.
In grote lijnen vertellen de tien afleveringen van de nieuwe serie (allemaal door Lee geregisseerd) exact hetzelfde verhaal als de film. Maar Lee en het arsenaal aan (vooral vrouwelijke) scenaristen trekken dat dertig jaar oude verhaal succesvol naar het heden, en gebruiken de ruim drie keer zo lange speelduur om alle personages, en in de eerste plaats Nola zelf, meer reliëf te geven dan ze in de film hadden.
Dat verschil zit hem niet in de eerste plaats in de plot of dialogen — behoorlijk wat scènes en teksten komen direct uit de film. Het verschil zit hem in het perspectief. In 1986 keek Lee naar Nola met een mannelijke blik. Hoe sterk haar personage ook is, ze blijft in de film het object — daar getuigt ook de titel van. In 2017 kijken we echt door Nola’s ogen, en zijn de personages die om haar heen cirkelen haar (lust)objecten.
De frisheid die de film destijds had, ging de serie nooit evenaren. Lee is inmiddels zestig jaar oud, heeft dertig jaar meer ervaring als filmmaker, en zijn eigenzinnige stijl is doorgedrongen tot de mainstream. Maar daar staat tegenover dat hij als maker ook dertig jaar wijzer is, en de extra ruimte van deze serie ten volle weet te benutten voor subtiele en scherpe observaties over zijn land en zijn wijk, Fort Greene, Brooklyn, New York. She’s Gotta Have It 2017 biedt zo een ongeëvenaarde staalkaart van wat het allemaal kan betekenen om zwart en/of vrouw en/of minderheid te zijn in hedendaags Amerika.

Joost Broeren-Huitenga

She’s Gotta Have It | Verenigde Staten, 2017 | Regie Spike Lee | Met DeWanda Wise | 10 x 35 minuten | Te zien op Netflix