Thuiskijken – 14 juni 2016

Scène uit NIGHT MAIL (foto Austrian Film Museum)

Een selectie uit de videotheek van nieuwe, interessante en curieuze films die niet in de bioscoop zijn uitgebracht. En films opnieuw uitgebracht op dvd.

NIGHT MAIL
Voortdenderen op Auden

Hij zou ‘de meest lyrische slotsequentie uit de geschiedenis van de documentaire’ hebben. De Britse posterijen gingen compleet uit hun dak met night mail.

De trein heeft door de filmgeschiedenis heen een zeer intieme relatie met de cinema gehad. De cinematografische oermythe ontstond met l’arrivée d’un train en gare de la ciotat (1895) van de gebroeders Lumière. Het al te bekende broodje aap-verhaal van wegduikend publiek dat dacht dat de trein van het filmdoek de zaal in zou denderen is inmiddels afdoende weerlegd, maar de fascinatie tussen film en trein is gebleven. De treinoverval in Edwin S. Porters the great train robbery uit 1903 (vorig jaar nog ‘geciteerd’ in the assasination of jesse james by the coward robert ford); Buster Keatons acrobatiek rondom zijn stoomlocomotief in the general (1927); de gedoemde romance van brief encounter (1946); de moordintriges van Hitchcocks strangers on a train (1951): keer op keer is de trein een iconisch ijkpunt.
Met night mail (1936) veroverde de trein ook zijn plaats in het pantheon van de documentairefilm. De slechts 23 minuten lange weergave van een nachtelijke tocht van de Britse posttrein is de beroemdste van de films die werden gemaakt door de GPO Film Unit, de filmafdeling van het Britse postkantoor. De groep stond onder leiding van John Grierson, de vader van de Britse (en later ook de Canadese) documentaire, en maakte van 1934 tot 1940 in totaal 37 films, uiteenlopend van recht-door-zee voorlichtingsfilms voor postmedewerkers tot poëtische experimenten die de grenzen van de filmtaal opzochten. De kracht van night mail, en wellicht een reden voor zijn blijvende bekendheid, is het feit dat die twee extremen hier naadloos samenkomen.

Om de oren slaan
Uit de meeste lofuitingen op de film zou je dat niet halen. night mail dankt zijn faam met name aan de laatste drie minuten van de film. Op de flaptekst van de nieuwe BFI-uitgave worden ze geroemd als ‘wellicht de meest lyrische slotsequentie uit de geschiedenis van de documentaire’. Het hypnotiserende samenspel tussen de muziek van Benjamin Britton, een speciaal voor de film geschreven gedicht van W.H. Auden en ritmisch gemonteerde beelden van de posttrein (voor de liefhebber: Royal Scot nummer 6115 genaamd ‘Scots Guardsman’) die zich door het Schotse landschap klieft valt duidelijk in het experimentele deel van de GPO-productie. De sequentie is terecht geroemd, maar eigenlijk zijn de 20 minuten die er aan vooraf gaan vele malen interessanter: even experimenteel, maar zonder je ermee om de oren te slaan.
Dat wordt des te duidelijker wanneer je night mail naast de vier bonusfilms op de BFI-uitgave plaatst. the way to the sea toont hoe het poëtische element door kan slaan: ook hier werken Auden en Britton samen, maar zonder het stuwende element van de voortdreunende trein blijkt de poëzie loos. De drie overige films vertellen op hun manier hetzelfde verhaal als night mail. spotlight on the night mail (1948) gebruikt daarbij het aloude volgen van één brief op zijn tocht van schrijver naar ontvanger; thirty million letters (1963) hamert, in spetterende kleuren, vooral op de inhoud van de brieven zelf; en night mail ii (1986) is een expliciete update van het origineel waarin naast de trein ook een rol voor het vliegtuig is weggelegd. Alle drie maken ze duidelijk hoe zo’n reportage inzakt als de beeldpoëzie uitblijft, en daarmee hoe knap de schijnbaar moeiteloze vermenging van experiment en informatie in night mail in feite is.

Joost Broeren
Te koop op import dvd (BFI)

Top 10 import films

the delirious fictions of william klein
Drie films (who are you, polly magoo, 1966; mr. freedom, 1969; the model couple, 1977) van de illustere New Yorkse straatfotograaf William Klein in Eclipse/Criterion verzamelbox. Visionaire kijk op respectievelijk de mode-industrie, de Amerikaanse buitenlandse politiek en de informatiesamenleving heeft niets aan scherpte ingeboet.

la notte
Nooit was Milaan meer desolaat dan in 1961 in Michelangelo Antonioni’s iconografisch-existentialistische zoektocht van Lidia (Jeanne Moreau) en Giovanni (Marcello Mastroianni) naar de liefde, het verleden en zichzelf en nee, ze zullen niets ervan vinden. Nieuwe Eureka/MOC-uitgave.

antonio gaudí
Japanse regisseur Hiroshi Teshigahara (vrouw in het zand, eveneens bij Criterion verkrijgbaar) maakte impressionistische docu over de Catalaanse architect antonio gaudí (1984). Volgepakte dvd bevat ook film die Teshigahara maakte over het beeldhouwwerk van zijn vader Sofu.

naked youth
Nagisa Oshima’s Japanse variant op rebel without a cause, maar dan met een extra dosis nihilisme en zonder z’n optimisme, zo wordt de nu door Yume uitgebrachte naked youth (seishun zankoku monogatari, 1960) wel omschreven.

les vampires
Artificial Eye-uitgave van Louis Feuillade’s filmserie les vampires (1915) is eerste in serie films van de Franse filmpionier. Met de illustere bloeddrinkster Irma Vep.

the last supper
Vrome plantage-eigenaar wil in 19de-eeuws Cuba zijn slaven bekeren in klassieker l’ultima céna (1976) van Tomás Gutiérrez Alea. Historische satire die meer vertelt dan de geschiedenisboeken. Uitgave van New Yorker Film.

the london nobody knows
Dubbeleditie van twee schoolvoorbeelden van de Londense swinging sixties cinema. In de docu the london nobody knows (Norman Cohen) voert James Mason de toeschouwer in de voetsporen van gelijknamige boek van Geoffrey S. Fletcher mee langs de hotspots van 1967. les bicyclettes de belsize (Douglas Hickox, 1969) is de ‘long lost classic’ van deze Optimum-release die het in fictievorm nog eens overdoet.

five
Met five bevestigde Abbas Kiarostami wederom een van de meest consequent-innovatieve filmmakers van dit moment te zijn. Vijf handheld shots van de Kaspische Zee, soms is er voor pure cinema niet veel meer nodig. Uitgave van het BFI.

mafioso
Zwarte komedie uit 1962 van Alberto Lattuada als tegenwicht voor la notte. Want weer Milaan. Maar nu als decor voor van-stad-naar-platteland-film die de naoorlogse industrialisatie en verstedelijking van Italië op de hak nam. Perfecte Criterion-transfer.

the living dead at…
Van ‘The blue underground’, de ‘dvd company dedicated to guilty pleasures’ komt the living dead at manchester morgue (non si deve profanare il sonno dei morti, 1974) van Jorge Grau. Lijken, kannibalen, hippies, Charles Manson-lookalikes en zombies voor de liefhebber.

Dana Linssen

Deze lijst is samengesteld door Boudisque. Voor meer informatie ga naar boudisque.nl.

YOU KILL ME
John Dahl
Regisseur John Dahl is bij leven reeds legendarisch door zijn — nota bene in eerste instantie voor tv opgenomen — cultthriller the last seduction (1994) waarmee hij zowel het genre neonoir, hoofdrolspelers Linda Fiorentino en Bill Pullman als de vrouwenbeweging een flinke hand onder de billen gaf. Vier jaar later stortte hij zich — een tikkeltje te vroeg — op een stijlvolle doch destijds niet al te enthousiast ontvangen pokerthriller met Matt Damon, Edward Norton en Famke Janssen genaamd rounders. (Sta even stil bij de kansen van die film als hij gedurende de huidige pokerhausse zou zijn uitgebracht. Inderdaad.) Sindsdien is het wat stiller rond Dahl. Hij maakte een oorlogsdrama (the great raid) dat niemand zag en deed wat tv-werk (waaronder een aflevering van de hippe dronkemansreeks californication). En nu is er you kill me, die net als zijn voorganger de Nederlandse bioscopen niet haalde. Ben Kingsley speelt een huurmoordenaar en wie bij deze zin meteen afhaakt, denkt waarschijnlijk hetzelfde als het Nederlandse distributeursgilde. Kingsley casten als gangster is immers niet bijster inventief, die deed eerder zijn brute best in de misdaadklassieker sexy beast. Bovendien speelt Kingsley hier een drankzuchtige ‘hitman’ die zijn laatste klus verpest door in de auto, wachtend op zijn slachtoffer, in een diepe drankslaap te sukkelen. Hetgeen grote gevolgen heeft. Zijn (maffia)baas stuurt hem daarop naar San Francisco om af te kicken bij de Anonieme Alcoholisten. Waardoor er een prachtige vis-op-het-droge-situatie ontstaat die in de verte wel doet denken aan grosse pointe blank waarin een huurmoordenaar een reünie van zijn middelbare school bezoekt en mensen vraagt naar hun beroep. Die komische clash komt hier ook langs maar dan — u voelt hem al — heel anders. Kortom, origineel is het allemaal zeker niet maar het is wel verdomd aanstekelijk uitgewerkt. Het tempo is nog immer neonoirish (lees: traag) en er is een ongewone ‘love interest’ voor onze ‘hitman on the wagon’, prachtig onderkoeld neergezet door Téa Leoni. Aardig voorbeeld van de maffe humor in you kill me is dat moment waarop Kingsley net Leoni heeft verteld over zijn beroep en zij een bar inloopt omdat ze even een borrel nodig heeft. ‘Moeilijk te bevatten hè,’ zegt Kingsley tegen haar wanneer hij zijn vriendin weer gevonden heeft bij een videogame waarin ze aan de lopende band mensen afknalt.
Ivar Snoep
Te huur en te koop op dvd (RCV)

MON COLONEL
Laurent Herbiet
Ieder land heeft ijzervreters die in oorlogstijd opbloeien. In de Franse debuutfilm mon colonel heeft kolonel Duplan (geweldige rol van Olivier Gourmet) in de jaren vijftig tijdens de Algerijnse oorlog de tijd van zijn leven. Leer hem de Arabieren kennen! Hard aanpakken, want anders komt er niets terecht van het Franse beschavingsoffensief. De militair ergert zich aan het verdoezelende taalgebruik van Franse politici over de oorlog. Wat zij ‘krachtige verhoren’ noemen, noemt hij gewoon martelen. Het siert de rechtlijnige kolonel dat hij niet meegaat in de verbale hypocrisie, maar hij is stekeblind voor de oorzaak van de oorlog. “We vechten tegen terroristen en communisten”, meent de kolonel. Dat de Algerijnen onafhankelijkheid willen, past niet in zijn denkkader. Tegenover de gestaalde kolonel staat de jonge, naïeve luitenant Rossi, die bijna per ongeluk de oorlog inrolt. Gefrustreerd over de slechte relatie met zijn vriendin meldde hij zich bij het leger. Hij hoopte dat zij hem zou tegenhouden, maar ze liet hem gaan. Haar liefde was over. “En nu zit ik in Algerije”, constateert hij tot zijn eigen verbijstering. Rossi begint als assistent van Duplan, maar wordt steeds dieper de oorlog in gesleurd. Een botsing met Duplan is onvermijdelijk.
mon colonel dist de geschiedenis van Duplan en Rossi op in een lange (zwart-wit) flashback. De film begint in het heden met de moord op Duplan. Is hij vermoord om een controversieel tv-optreden een dag eerder? Daarin beweerde de gepensioneerde, bejaarde kolonel dat Frankrijk Algerije nooit had mogen opgeven. Wie heeft hem vermoord? Ligt het antwoord in het anoniem aan de politie gestuurde dagboek van Rossi? mon colonel is een politieke aanklacht verpakt als thriller. Waar zagen we dat eerder? Inderdaad: Costa-Gavras, die onder meer met z, missing en amen. politieke thrillers maakte, leverde het op een roman gebaseerde verhaal. Nog meer namedropping: de Dardennes traden op als coproducent. Niemand hoeft zich te schamen. mon colonel is geen grootse, maar degelijke politieke cinema, die de vergelijking met het heden trekt. Voor de makers is Algerije het Irak van nu.
Jos van der Burg
Te koop op dvd (Video Film Express)

HOW TO GET RID OF THE OTHERS
Anders Rønnow Klarlund
“Ik heb niets gedaan” is het standaardverweer van onschuldige en (vooral) schuldige filmarrestanten. In how to get rid of the others, op de dvd-hoes aangeprezen als ‘politiek incorrecte satire’, zou het reden genoeg zijn ze op te knopen. De Deense regering voert in de nabije toekomst de Nieuwe Kopenhaagse Criteria in, een soort Dogme95-manifest op sociale schaal. Kort gezegd komen de criteria er op neer dat een ieder die (na aftrek van ontvangen subsidies, uitkeringen en andere overheidsgelden) niets bijdraagt aan de maatschappij, ter dood veroordeeld wordt.
De film, vorig jaar te zien op het Amsterdam Fantastic Film Festival, opent sterk. Een typisch Afrikaans shot (koeienschedel op uitgestrekte zandvlakte) blijkt toch gewoon een shot van Denemarken. Daar rijdt Gerda (Lene Tiemroth) rond op haar scootmobiel. Maar als ze zonder stroom komt te zitten en de sociale dienst belt om haar uit de brand te helpen, komt er in plaats daarvan een legerhelikopter die haar, elektrische rolstoel en al, oppikt en op de speelplaats van een basisschool dumpt. Die staat leeg tijdens de zomervakantie — door de regering gekozen als het moment voor hun actie omdat alle brave burgers dan op vakantie zijn. Daar worden de ter dood veroordeelden pro forma ondervraagd door de barse kolonel Christian (Søren Pilmark) en zacht eitje Folke (Søren Fauli).
Die schoolsetting — het groen van de legeruniformen kleurt uitstekend bij de schoolborden, die nog altijd een vrolijke zomer wensen — is de eerste sterke vondst van regisseur Anders Rønnow Klarlund, die in 2004 naam maakte met marionettenfilm strings. Er zijn er meer. Bijvoorbeeld de keuze voor een ‘Afrikaanse’ soundtrack — tussen aanhalingstekens omdat het alleen maar klinkt zoals politiek correcte Europeanen denken dat Afrika hoort te klinken. Inderdaad, die koeienschedel uit de opening is geen toeval: Rønnow Klarlund richt zijn satirische pijlen onder andere op het koketteren met het helpen van ‘arme negerkindjes’. En dat hij dan tussen die sterke opening en het vlijmscherpe slot zo nu en dan de balans in de diverse plotlijnen verliest, met name die van activiste Sidse (Louise Mieritz), dat zij hem vergeven.
JB
Te koop op dvd (De Filmfreak)
De Melkweg Amsterdam vertoont de film van 28-02 tot 12-03

FROZEN LAND
Aku Louhimies
Ook in het bevroren land groeien magnolia’s. De literatuurprofessor vraagt het zelf aan het begin. Wat doet Leo Tolstoj in zijn korte verhaal De valse coupon? Ellende overbrengen. Mensen brengen ellende over op elkaar. A brengt ellende over op B en via C loopt het over naar D. Enzovoorts. Als dit doelbewust gebeurt, dan is het gemeen, en daar zijn genoeg voorbeelden van. Maar negentig procent van de menselijke gedragingen gebeuren stomtoevallig, zonder dat het van tevoren precies zo was uitgedacht, als een keten van lulligheden. En dan is het tragisch. Moedwil of misverstand. Precies dat toont Aku Louhimies in zijn uit 2006 stammende, met talloze prijzen overladen en nauwelijks vertoonde frozen land. Niet op de ascetische Bresson-manier, die zijn film l’argent (1983) op hetzelfde korte verhaal baseerde en zich veeleer liet leiden door de handelingen met het geld, liefst net buiten beeld. Nee, Louhimies smijt het in je gezicht, met een flinke dosis zelfbespottende Finse humor. A is de literatuurprofessor, die ontslagen wordt en het thuis voor zijn puberzoon B onmogelijk maakt om nog verder te leven — hij verkoopt de stereo en de televisie om te kunnen zuipen. B gaat vervolgens de straat op, het is Nieuwjaar en belandt op een feestje waar hij, heel modern, een vijfhonderd euro biljet uitprint. Hiervan koopt hij de stereo terug bij de winkel van C. Het biljet is in omloop, de keten kan beginnen. De film gaat ongeveer tot halverwege het alfabet met de verschillende karakters, keurig onderverdeeld in hoofdstukken als Werkeloosheid, Drank of De Bijl. Sommige karakters keren terug, andere niet, zoals de stofzuiger-en-shampoo-aan-dichte-deuren-verkopende man (Sulevi Peltola, ook te zien in Kaurismaki’s drifting clouds en the man without a past), die met zijn fantastische kop slechts één ketentje mee mag maken, maar wat een hoogtepunt, een kortfilm waardig. De Werdegang van de ex-alcoholist komt tot een climax in een hotelkamer, waar H ligt te neuken met een bardame en de stofzuigerman alleen nog maar dwangmatig de ene minifles na de andere kan wegzuipen. Wat zou eigenlijk het Finse woord voor zuipen zijn? Slurpuh?
Mike Naafs
Te koop op dvd (De Filmfreak)

Vergeten zilver

Roy Scheider off screen

Hij is dood. Roy Scheider. Sinds 10 februari jongstleden. Hij was een onderschatte acteur. Jazeker, zijn rollen in the french connection, jaws en all that jazz zijn wereldberoemd en van zijn befaamde sterfscène in the marathon man krijg je het nog steeds ijskoud. Maar hij kon veel, veel beter. Scheiders tragedie was dat hij op zijn best was in geflopte films van grote regisseurs en in onbeminde films van onbekende regisseurs. En dat is geen snobistisch gelul van een videovorsende huismus.
Tussen zijn succesvolle films koos Scheider interessante rollen waarin zijn treurige blik en talent voor het spelen van eenlingen goed tot uiting kwamen. Alleen ging er geen hond naar kijken. Tussen jaws 2 en all that jazz trad Scheider aan voor Jonathan Demme’s fraaie Hitchcockpastiche last embrace (1979). Hij lijkt hierin ontzettend slecht in zijn vel te zitten, en dat is precies de bedoeling. CIA-agent Scheider wordt namelijk door zijn werkgever gezocht, zijn vrouw wordt vermoord, hij krijgt bizarre joodse doodsvonnissen opgestuurd en wordt ook nog eens verliefd op femme fatale Janet Margolin. Hoe Scheiders zielige hondenogen gedurende de hele film de kijker vasthouden en hij tóch meelijwekkend over weet te komen, dat is een hele prestatie.
Een ander obscuur werkje waarin Scheider heel goed bezig is, heet cohen and tate, geruisloos in 1989 in de videotheekschappen verdwenen, bekwaam geregisseerd door Eric Red. Weer heb je het idee dat Scheider zijn huurmoordenaar ‘Cohen’ (die samen met Adam Baldwins ‘Tate’ jacht maakt op een jong ventje) begrijpt: hij heeft te veel gezien, te veel doden op zijn geweten, is levensmoe, maar blijft de kar trekken met een angstaanjagend doorzettingsvermogen.

Scheiders hoofdrol in William Friedkins sorcerer (1976) is zijn mooiste. Standaardwerken en internetsites willen potentiële kijkers doen geloven dat deze remake van de angstzweetklassieker le salaire de la peur een miskleun van formaat is. Vergeet het maar. Friedkin is op zijn rauwste, meest stinkende best, in deze avonturenfilm over vier mannen die hun criminele levens zijn ontvlucht en in de jungle een laatste klus aannemen: een vrachtwagen vol nitroglycerine vervoeren. Terwijl de film vordert, en de analoge synthesizersoundtrack van Tangerine Dream onverstoorbaar doorbeukt, begint Scheider (die sterk tegenspel krijgt van een ontketende Bruno Cremer) steeds krankzinniger te worden. Tegen het einde, wanneer de taak volbracht is, heeft hij geen weet meer van God noch zure appel. Alle ellende, vermoorde vrienden, en een leven vol gemiste kansen bijna voorbij, komt hij weer een beetje tot zich in een goedkope tequilabar (script: Walon Green, the wild bunch). Hij heeft een klein fortuin aan geld op zak. Het leven schijnt ietsje sympathieker. Hij danst een ontroerende dans met een oude, tandenloze vrouw. Op dit moment is de kijker helemaal verliefd geworden op Roy Scheider. Dus laat Friedkin in hetzelfde shot zien dat buiten de bar twee Amerikaanse huurmoordenaars aankomen, klaar voor de klus. Waarvan akte, off screen. En daarom is Scheider tijdens de eindtitels van sorcerer onsterfelijk geworden.
Mike Lebbing
sorcerer is te koop op dvd (Universal, import)

Kenneth Anger
Heerser van de underground

De films van onderwereldfilmer en pionier Kenneth Anger zijn prachtig gerestaureerd. Die twee dvd-boxen verklaren we hierbij heilig.

Scène uit inauguration of the pleasure dome

“Films ontstaan uit verschillende toestanden: luiheid, rusteloosheid, geilheid, hooghartige superioriteit, een ongemakkelijk gevoel in de buik, pijn, rouw, minachting, en soms misschien zelfs liefde. En wie maakte niet zo nu en dan, ‘A film by Anger’? Ik wel in ieder geval. Maar er is een koning onder ons, van wie alle films ‘by Anger’ zijn gemaakt, ‘for Anger’ zijn gemaakt en ‘about Anger’ zijn gemaakt — en het zijn de minst ‘angry’ films die je kon bedenken.”
Het was duidelijk woordspelingen-dag in huize Maddin toen Guy zijn essay bij de dvd the films of kenneth anger, volume two schreef. Gus Van Sant voelde zich die dag wat minder jolig: “Mijn enige aarzeling is dat hij [Anger] deze woorden leest en teleurgesteld zucht, want zoals mijn woorden voor hem staan, zijn ze onwaardig.”
Martin Scorsese dan, zegt het precies goed: “Deze films zijn als toverspreuken, religieuze rituelen, en ze lopen magisch synchroon met wilde, anarchistische energieën (…). Ze vingen het moment, bijna zonder het te proberen.” Tot zover de fans.

Racende motoren
Radicale soft lighted-kitsch, goedkope homo-erotiek, new age-fetisjisme, je zou Angers films bij de eerste keer vluchtig kijken gemakkelijk kunnen verwarren met andere zaken. Hoewel zelfs die eerste keer meteen opvalt dat je naar een nauwkeurig uitgedacht en uitgewerkt geheel kijkt.
Voor iemand die Angers films nog nooit heeft gezien, is het misschien handig een halve eeuw terug te gaan in de tijd. In de Verenigde Staten bestond een kleine experimentele cinema — met misschien meshes of the afternoon uit 1943 als een van de eerste Amerikaanse films vol symboliek en een niet-lineair verhaal — maar er was geen gay-cinema, er waren geen snel gemonteerde videoclips, er waren geen occulte films en psychedelische films en de documentaire als onafhankelijke observatie moest nog bedacht worden. Allemaal zaken waar Anger op vooruitliep. En de experimentele cinema die er was, kwam pas vanaf het begin van de jaren zestig echt van de grond.
En dan komt Anger in 1964 met scorpio rising, de belangrijkste film op deze volume two-dvd (het eerste deel verscheen een jaar geleden). De camera in zo maar een slaapkamer of een garage opgesteld, glinsterende motoren, posters van James Dean en Marlon Brando aan de muur, leren jacks, veel juwelen, doodshoofden, een hand met stofdoek die teder de tank van een motor poetst, de snelheid van de montage wordt groter, een motorcrosswedstrijd, amfetaminen die gesnoven worden, een feestje met mannen in leer die over elkaar heen rollen, nazi-vlaggen, een kerk, straatscènes met racende motoren, en iemand die zijn nek breekt.
Anger bedwingt in scorpio rising de filmiconografie van Hollywood: Dean, Brando en de motor als symbolen voor (hetero)mannelijkheid en vrijheid leiden hier een homo-erotisch leerfeest in — dat was het trouwens niet, de vrouwen stonden achter de camera — dat op zich weer gezien kan worden als een moderne belichaming van oeroude rituelen. Anger suggereerde dat de fetisj met motoren, vlaggen en juwelen niet anders was dan de voorchristelijke religieuze verering van heidense symbolen en mythologische wezens. Net als in het nooit afgemaakte kustom kar kommandos waarin niet de motor maar een glimmend gelakte auto tegen een roze achtergrond het heilige object is. Waarom voorchristelijk? Omdat het christendom “de kosmische evenwichten simplistisch terugbrengt tot alleen goed en kwaad.” En volgens Anger ligt het allemaal wat ingewikkelder.
Het is aan te raden de vijf films — de lengte varieert van 3 tot 28 minuten — eerst zonder maar dan vooral ook mét het commentaar van Anger te bekijken. Want de symboliek is vaak onbegrijpelijk voor mensen die niet zijn ingevoerd in de occulte werken van Angers grote goeroe Alistair Crowley: religieuze parafernalia, verwijzingen naar goden en demonen — van allerlei oorsprong — symbolen voor dood en leven, occulte rituelen. Scorsese verwijst in z’n lofzang niet voor niks naar het ritueel want Angers films hebben vaak de structuur van wat je een ritueel kunt noemen: een rustig begin, de spanning opvoerend via de montage en vaak ook de inhoud van de beelden, samenkomend in een orgastisch slot: de rituele reiniging en de overgave aan het hogere.

scorpio rising

Satan
Popcultuur is bij Anger niet alleen een vehikel voor zijn fantasieën. Hij bejubelt die cultuur ook door die religieuze verbanden te leggen en er zo gewicht aan te geven. En hoewel hij popmuziek in scorpio rising inzet om ironisch commentaar op de beelden te leveren — waarin Anger ook een voorloper was — gebruikt hij muziek op andere momenten — zoals met de door Mick Jagger geschreven en uitgevoerde soundtrack van lucifer rising — “om te laten horen wat wij voelden”, legt hij in het commentaar uit. Dus om iets essentieels over te brengen dat hij met andere middelen niet over kon brengen.
Juist door de straat- en undergroundcultuur te filmen en tot middelpunt te maken, verklaarde hij ze serieus te nemen. En, mooie bijkomstigheid, die undergroundcultuur stond in de lente van 1967 op het punt om te exploderen. Anger bevond zich in dat jaar waarschijnlijk niet toevallig in San Francisco, het epicentrum van de hippiecultuur. Hij kende Jagger, Marianne Faithfull, Zeppelin-gitarist Jimmy Page, Stan Brakhage — een ander fenomeen uit de experimentele cinema — Anton Szandor LaVey, de oprichter van de Kerk van Satan, en Bobbie Beausoleil, die eerst Lucifer speelde in zijn lucifer rising en later levenslang kreeg als lid van The Manson Family — en vanuit de gevangenis nog een soundtrack voor Anger componeerde. Anger observeerde de tegencultuur, was onderdeel van die cultuur en tilde dat tijdsbeeld via zijn toch altijd erg persoonlijke films over de decennia heen. Want naast alle spirituele of religieuze of homo-erotische betekenissen die hij erin wou stoppen of die wij erin willen zien, brengen Angers films ook gewoon over hoe het was om onder de LSD in de leegstaande Russische ambassade in San Francisco rond te rennen. En dan is er ook nog de satire die als een sluier over alles heen ligt maar die nooit meer is los te maken van de rest. Alleen Anger weet wat hij serieus nam.

Camp
Misschien heeft undergroundcinema zelden zoveel invloed gehad als in Angers scorpio rising en Warhols chelsea girls. Warhols gebruik van twee simultaan geprojecteerde 16mm films — suggereert men — is zelfs terug te vinden in afleveringen uit de serie ’24’. Sommigen zeggen dat Warhol zelf door Anger is beïnvloed maar dat is lastig te zeggen omdat er bijna geen tijd tussen hun films zit. Het zou kunnen. De camp in flesh for frankenstein en blood for dracula van Warhols opvolger Paul Morrissey, stamt waarschijnlijk wel rechtstreeks van Anger.
Maar Angers invloed gaat verder. In het commentaar vertelt hij dat hij zich in scorpio rising, in de slaapkamer van een van de motorrijders, bewust afzijdig hield en de jongen gewoon z’n gang liet gaan terwijl de camera draaide. En dat die opnamen gezien kunnen worden als voorlopers van de cinema-verité-traditie van de moderne documentaire: “Het zou ook gebeurd zijn als ik er niet bij was”. Camp dus, en het fly-on-the-wall-principe. Oh ja, en manipulatie.
Onze doorgefokte 21e-eeuwse ogen zijn zo gewend aan cross-cuts en jump-cuts en misschien zelfs aan subliminaal aangeboden beelden — lastig te zeggen — dat het moeite kost om te bedenken dat die technieken minstens tien en misschien pas twintig jaar na Anger in films en videoclips gebruikt werden. Zelfs in ‘The Simpsons’ (voor de liefhebbers: Serie 16, aflevering 8: ‘Homer and Ned’s Hail Mary Pass’) worden nu subliminale beelden gebruikt. Voor de grap dan. Angers erfgoed is onmiskenbaar gemeengoed geworden.

Ronald Rovers

The films of Kenneth Anger volume two (import Fantoma, Boudisque)

Voorvallen

Tijdens het maken van de films van Kenneth Anger, tot vele jaren daarna, gebeurden soms vreemde of op z’n minst vervelende dingen met zijn voormalige medewerkers. Anger zelf houdt niet van toeval dus hij zoekt weinig verrassend juist een kosmische verklaring voor die zaken.
Zoals gezegd raakte Bobbie Beausoleil een paar jaar nadat hij met ruzie wegliep bij de opname van lucifer rising — en het grootste deel van het al geschoten filmmateriaal meegriste — betrokken bij The Family van Charles Manson. Volgens Anger was Beausoleil een echte demon. Maar Anger verzon wel eens dingen.
In lucifer rising zitten scènes waarin de god Osiris gespeeld wordt door Donald Cammell. Osiris is de god van de dood, legt Anger uit op de dvd en, jawel, 24 jaar na de opname schoot Cammell zichzelf door het hoofd. Maar dit is de catch: Cammell schreef en regisseerde in 1970 performance met Mick Jagger waarbij de hoofdpersoon zich aan het eind, jawel, door het hoofd schiet.
En dan is er het toevallige motorongeluk. Tijdens de motorcross die Anger gebruikte voor scorpio rising wilde hij opnamen maken van de race vanaf een punt langs het parcours. En net voor het eind van de race, terwijl Anger aan het filmen is, slaat vlak voor zijn camera een motor tegen de grond en zie je — het fragment is door Anger bewust zeer kort gehouden — waarschijnlijk het moment waarop de coureur in zijn helm zijn nek breekt.
En dan is er ook nog, met iets minder dood en verderf, de film over de reis van Jezus en de twaalf apostelen naar Jeruzalem — te voet — die per ongeluk bij Anger aan huis werd bezorgd. Volgens hem het ideale materiaal om te versnijden met de motorbendebeelden die hij voor scorpio rising had gemaakt. Tussen de beelden van Jezus die iemand miraculeus geneest, plakte Anger beelden van een penis die slechts een paar milliseconden duren en dus niet bewust te zien zijn. Maar de bedoeling is duidelijk.

Geschreven door de Filmkrant