Thuiskijken 1

Het complete verhaal van STUCK
Een selectie uit de videotheek van nieuwe, interessante en curieuze films die niet in de bioscoop zijn uitgebracht. En films opnieuw uitgebracht op dvd.
Fantastic Film Thuis Festival
De beste AFFF-films op dvd
Binnenkort in een videotheek bij u in de buurt: het Fantastic Film Thuis Festival. De Filmkrant bespaart u bloeddoorlopen festivalogen en maakte een selectie van films die recent op het Amsterdam Fantastic Film Festival te zien waren en binnenkort op dvd verschijnen. Wat blijkt: ook al bewijzen de glad-gruwelijke formulefilms over tieners-in-het-nauw iedere week het tegendeel, het horrorgenre is nog springlevend.
Een Beatles-musical, een zombie-documentaire en een hoogzwangere slasher: de smaak van het Amsterdam Fantastic Film Festival is eclectischer dan ooit. Maar de basis is en blijft horror. Dat was ook te zien in de publieksprijs die eindelijk weer eens naar een volbloed horrorfilm ging: de Spaanse spookhuisachtbaan-vermomd-als-docu [rec]. Ook de horrorkomedie was traditiegetrouw goed vertegenwoordigd met the cottage.
Paul Andrew Williams verraste vorige jaar met het gure kinderprostitutiedrama london to brighton, maar in plaats van zijn succes als nieuwe arthouse-ster verder uit te diepen stortte hij zich op een oud hobbyproject: de horrorkomedie the cottage. Dat deed hij vol overgave en met een satanische grijns rond de mond.
Zo uitzinnig en gruwelijk als de film eindigt, zo kalm is het begin. Maar dat het vreselijk misgaat met de plannen van stuntelende broers David en Peter, die zo stupide waren de dochter van een lokale gangsterbaas te kidnappen, is al direct duidelijk, alleen al door de hysterische hoempapa-muziek. Williams voert tegelijkertijd het aantal grappen en de onheilspellende sfeer stevig op en laat in het slot de opgekropte spanning genadeloos exploderen. Met een hoofdrol voor een spade en een Britse Leatherface. Even geestig als gruwelijk — en dat ook nog eens vaak tegelijk. Da’s knap. Voor de liefhebber.
Ziek
Gruwelijk zonder ook maar één relativerende eigenschap is inside. Het is lang geleden dat ik zoiets naargeestigs, grofs en zieks heb gezien. saw meets rosemary’s baby. Maar vreselijk goed gemaakt: niet-aflatend in zijn terreur, voorzien van een ijzingwekkende elektronische soundtrack en fascinerend in zijn verbeten drang iedere grens te overschrijden. De hoogzwangere Sarah wordt op kerstavond bedreigd door een onbekende, bleke vrouw met één simpele, maar verstrekkende wens: Sarah’s baby. Deze gothic terminatrix (Béatrice Dalle) gaat beestachtig tekeer met een gigantische schaar, alhoewel ze ook niet vies is van breipennen. Het debuterende regisseursduo Alexandre Bustillo en Julien Maury levert een zoveelste onvergetelijk bloederig Frans visitekaartje af. Hopelijk hebben ze meer succes dan hun Gallische bloedbroeder Alexandre Aja (haute tension) en David Moreau en Xavier Palud (ils), die het in Hollywood met remakes moesten doen (respectievelijk the hills have eyes en the eye) en daar op geen enkele manier hun stempel op konden drukken. Jongens, blijf lekker in Europa!
Dat dacht ook de Deense regisseur Ole Bornedal, die terugkwam uit Hollywood nadat hij daar van zijn doodenge thriller nattevagten een doodnormale remake mocht maken, nightwatch. Zijn the substitute is een slimme en geestige film met een briljant uitgangspunt: een schooljuf die alles weet. Maar dan echt alles: niet alleen wat 9146 x 3146 is, maar ook wie voor Brazilië de eerste goal scoorde in de halve finale van het WK ’94. Hoe eng is dat! Ulla, de nieuwe invaljuf van klas 6B, móet wel een alien zijn, vinden haar leerlingen. En dat is precies wat ze is. Alleen de ouders geloven er niets van. Logisch, want welke ouder weet nou precies wat er op een schooldag allemaal gebeurt? Actrice Paprika Steen (festen) speelt de bovenaardse superlerares met diabolisch plezier, of ze nou poeslief de papa’s en mama’s voor zich wint of met satanisch genoegen haar leerlingen de grond in boort. Smullen.
Oude vos
Ook klaar met Hollywood was George A. Romero, die baalde van de marketingstrategie achter zijn briljante, maar geflopte land of the dead. Dus toog de oude vos terug naar bekend lowbudget-terrein en schoot er opnieuw een zombiefilm. Het werd helaas de minste van de vijf.
Het idee is goed: terwijl de wereld ten onder gaat aan het zombievirus laten studenten van de filmacademie, die toevallig net een horrorfilm aan het maken waren, de camera gewoon doordraaien. Want iemand moet vastleggen wat er aan de hand is in de wereld: regering en massamedia spiegelen immers alleen maar halve waarheden en hele leugens voor, zie Irak. Maar in plaats van dit idee consequent uit te werken, zoals cloverfield en [rec] (en het uit 2006 stammende zombie diaries), zet Romero wél spanningsverhogende muziek onder zijn film. Dat haalt gelijk de realistische angel eruit. Tot overmaat van ramp blijven die vervelende filmstudenten maar declameren waarom ze moeten filmen. Maar gelukkig weet Romero nog dondersgoed hoe hij een apocalyptische sfeer moet oproepen: door flarden radio-uitzendingen te laten horen die vertellen over de levende doden.
Hollywood naar Europa halen kan ook, hebben ze sinds nightwatch (AFFF 2005) in Rusland ontdekt. Met personages die ‘Dungorn’ heten en op weg zijn naar de Hemelse Poort weet je het wel: welkom in het land van de lord of the rings-klonen. Regisseur Nikolai Lebedev zaagt zijn in het moederland zeer succesvolle fantasy-epos over eenzame krijger Wolfhond wel van heel dik hout. En vergeet door al dat woeste hoefgetrappel (in slowmotion uiteraard) dat fantasie en epiek niets zijn zonder interessante karakters en een degelijk verhaal. Net als de animé appleseed: ex machina trouwens, een 13 in een cyborg-dozijn verhaal over een toekomst vol robotfascisme. Peperdure en zielloze technokitsch.
Tegendraads
Tot de hoogtepunten van het festival behoorden twee venijnige horrorfilms van oude rotten, die als jonge honden hun tanden vastzetten in een simpel idee en daar consequent in blijven doorbijten: bug van William Friedkin en stuck van Stuart Gordon. Gordon, vanaf zijn debuut re-animator vaste klant bij het AFFF, bouwt in alle nederigheid aan een persoonlijk en tegendraads oeuvre. Vaste bouwstenen zijn een voorliefde voor griezelauteur H.P. Lovecraft, een hang naar het groteske en een pikzwart gevoel voor humor. De laatste jaren is daar een sociale betrokkenheid bijgekomen die zijn genrefilms van extra urgentie voorziet. Zo was er twee jaar geleden edmond, een verontrustende tirade van een losgeslagen blanke burgerman. Ook stuck draait om een doodnormale man, die flink wat klappen te verduren krijgt.
Op zijn eerste nacht als dakloze wordt Tom (mooi sjofel gespeeld door Stephen Rea) geschept door een jonge bejaardenverzorgster met een pil teveel achter de kiezen. Deze Brandi (lekker dommige Mena Suvari) is hulpverleenster voor haar werk, maar niet privé: ze laat Tom de rest van film doodleuk klem zitten dwars door de voorruit van haar auto. Bloedend, kermend, hulpeloos. En dat is het complete verhaal. Gordon weet dit absurde gegeven, dat hij uit een krant opdiepte, uit te bouwen tot een complete film. Want stuck is naast een even bloedrode als inktzwarte nachtmerriekomedie ook een film over een ernstig onderwerp: hoe het helpen van anderen uit onze individualistische genen is weggesijpeld. "Het is niet ons probleem", zegt de vader van een jochie dat Tom wel wil helpen. Als de film dan ook nog eens opent met slowmotionbeelden van bejaarden die hun dagelijks portie medicijnen krijgen terwijl op de soundtrack een vette hiphopbeat klinkt, mag je spreken van een niet te missen unicum.
Uit de bocht
Festivalfavoriet was bug, een huiveringwekkende psychologische horrorfilm van William Friedkin en met groot gemak zijn beste film van de afgelopen 20 jaar. Wat een zinderende, claustrofobische afdaling naar de diepste krochten van waanzin!
De eenzame Agnes (een gedreven Ashely Judd) leeft in een armzalige motelkamer midden in de woestijn. Als de zonderlinge Peter (Michael Shannon, onvergetelijk) bij haar op bezoek komt, klampt ze zich vast aan zijn vriendelijkheid. Eindelijk een man die niet alleen maar wil neuken. Maar de schuchtere Peter heeft zo zijn eigen makkes: hij is knettergek. Hij denkt dat het leger een insect in zijn lijf heeft geplant en hem daarmee wil controleren. Het duurt niet lang of Agnes laat zich helemaal mee zuigen in Peters paranoia en ook zij ziet overal bugs: in, op, onder haar huid.
bug, gebaseerd op een toneelstuk van Tracy Letts, dreigt steeds gierend uit de bocht te vliegen, met zijn manische monologen en uitzinnige complottheorieën, net als de acteurs die spelen met de duivel op de hielen. Maar Friedkin houdt de teugels strak in handen. Zo neemt hij rustig de tijd om ons sympathie te laten voelen voor deze uitgerangeerde karakters. En een hele slimme truc is dat hij nooit een insect laat zien, maar dat hij ze ook niet expliciet níet laat zien, waardoor het makkelijker is mee te gaan in de gekte. Niet sinds Lodge Kerrigan’s clean, shaven daalde een film zo diep af in de krochten van een gestoorde geest, en was het kijken zo’n lijdensweg. Psychologische horror die vele malen pijnlijker is dan welke slachtnacht of martelporno dan ook.
De betere horrorfilmer komt duidelijk niet uit Hollywood. Hij is er net vertrokken (Bornedal), voelde zich er nooit echt thuis (Romero) of hij verzandde er in verschrikkelijke middelmatigheid (Friedkin). Misschien solliciteert hij ook wel heel opzichtig naar een entreebewijs (Alexandre Bustillo en Julien Maury). Maar op dit moment komt de echt dampende horror uit diepe krochten ver verwijderd van de droomfabriek. En zo hoort het ook.
Rik Herder
De genoemde films verschijnen bij de volgende distributeurs:
appleseed: ex machina — Warner, 18-06
bug — A-Film, te koop vanaf 24-06
the cottage — Sony, te huur vanaf 15-07, te koop vanaf 14-08
diary of the dead — Paradiso, datum nog niet bekend
inside is al verkrijgbaar als import (Dimension Extreme, regio 1)
[rec] — Paradiso, 08-09
the substitute — A-Film, datum nog niet bekend
stuck verschijnt later in het jaar als import
wolfhound — Dutch FilmWorks, datum nog niet bekend
ALL THE BOYS LOVE MANDY LANE
Op het AFFF draaide ook de slasher all the boys love mandy lane, die eind mei in de bioscoop wordt uitgebracht en iets meer wil bieden dan het ambachtelijke hakwerk. Het begint al met de muziekkeuze: melancholieke muziek begeleidt de doodssprong van een jongen in het zwembad, en ook later contrasteert de zachtmoedige evergreen ‘Sealed with a kiss’ van Bobby Vinton met de bloeddorst van de moordenaar, die het heeft voorzien op een groepje feestende tieners op een afgelegen ranch. Zo’n setting is gesneden koek voor de horrorkijker, maar ook hier probeert regisseur Jonathan Levine een iets andere draai te geven aan het genre door een maatschappijkritische noot over de schoonheidsindustrie binnen te smokkelen. De tienermeiden zijn zo geobsedeerd door hun lichaam, net als de jongens om hen heen, dat dit niet ongestraft zal blijven. De tiener uit de titel, Mandy Lane, is de zwakste schakel in het geheel. Zogenaamd mysterieus slaat ze de bewonderende blikken van de jongens van zich af, maar wij zien vooral een emotieloos wicht die voor weinig opwinding zorgt. Zo smaakt de film vooral naar oude wijn in nieuwe zakken.
Mariska Graveland
Te zien vanaf 29 mei (Moonlight Films)