Teddy Cherim – 30 augustus 2012

  • Datum 30-08-2012
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Band of Brothers

Teddy Cherim co-regisseerde Sterke Verhalen voor een no-budget en onderzoekt de wereld van het onafhankelijk filmmaken. Deze maand: de Luitenant Sobel van de set.

Wat ik het mooiste vind aan filmmaken, mooier nog dan het eindresultaat, is het ten strijde trekken met een groep enthousiaste mensen. For better and for worse. Je begint met z’n allen ergens aan en je maakt het af. Met bloed, zweet en tranen. Dit samenwerkingsproces is geweldig. Er ontstaat een band. En die is voor altijd.
Een van mijn favoriete films aller tijden is niet eens een film. Het is de miniserie Band of Brothers. Deze gruwelijke en baanbrekende serie van HBO gaat over de ervaringen van de Amerikaanse 101st airbourne Division, en dan in het bijzonder de Easy Company, ten tijde van de geallieerde invasie van het door de nazi’s bezette Europa.
In Band of Brothers zit een specifiek karakter waar ik sinds kort steeds aan herinnerd word: Luitenant Sobel. Een Joodse, chagrijnige, strenge klootzak van een commandant. Hij is de man die de Easy Company moet klaarstomen voor de invasie. Wat hem lukt door zijn spijkerharde trainingsschema, maar wat hem ook de meest gehate persoon uit het hele bataljon maakt. Zijn instelling is als volgt: alleen door de rekruten zo hard mogelijk af te beulen kan hij de beste soldaten van het leger trainen. Wat helpt is dat Sobel buitengewoon goed vertolkt wordt door David Schwimmer in zijn eerste serieuze rol na het jarenlang spelen van Ross in Friends.
Bij filmmaken is een militaire organisatie nodig. Er is een haast militaire hiërarchie: de generaal is de regisseur, daaronder zit een aantal commandanten, die verschillende afdelingen overzien en daaronder heb je de voetsoldaten. Alles en iedereen moet perfect passen en op elkaar afgestemd zijn. Er is maar beperkt geld en daarmee maar een beperkte hoeveelheid tijd. Als we in tijdnood komen, betekent dat automatisch dat we in geldnood komen. Iedereen moet zijn eigen taak perfect vervullen, opdat we als een goed geoliede machine kunnen werken. Niks kunst. This is war.
In filmploegen is die ‘Luitenant Sobel’ er ook altijd. Hij moet er wel zijn. Er moet iemand zijn die de troepen ‘scherp’ houdt. Die het geen probleem vindt om mensen stevig aan te pakken. In een ideale situatie is dat de opnameleider. Maar vaak komt het voor dat iemand anders deze rol, vaak ongevraagd, op zich neemt. De rest kan hem niet uitstaan en snapt niet waarom de regisseur of producent hem erbij heeft gehaald.
Ik ben het echter langzamerhand gaan snappen. Deze gemeenschappelijke vijand zorgt voor bonding. In de pauzes zitten mensen die elkaar nog amper kennen samen te zeiken over wat Luitenant Sobel nu weer heeft gedaan of gezegd. In Band of Brothers was het niet anders. De nieuwe rekruten hadden al een vijand voordat ze ten strijde trokken: Luitenant Sobel. Maar tegen de tijd dat ze ook daadwerkelijk op oorlogspad trokken, waren ze echt een band of brothers geworden. Nu is het bij filmmaken weliswaar niet goed om tijdens het draaien grote problemen en ruzies te hebben. Maar iemand die af en toe de Luitenant Sobel uithangt is niet altijd slecht. Uiteindelijk komt de film af en heb ik zelfs met mijn eigen Luitenant Sobels, die ik heb gehaat, een onverbreekbare band.

"We few, we happy few, we band of brothers; For he today who sheds his blood with me shall be my brother." (William Shakespeare)

Teddy Cherim

Geschreven door