Teddy Cherim – 29 maart 2012

  • Datum 29-03-2012
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Teddy Cherim co-regisseerde Sterke Verhalen voor een no-budget en onderzoekt de wereld van het onafhankelijk filmmaken. ‘De vrijheid van Easy Rider.

Op een motorfiets door Amerika toeren. Jointjes roken in hippiekampen. Slapen in de wildernis. Praten over politiek. Gaan en staan waar je wilt. Het klinkt als vrijheid. Easy Rider gaat erover en de makers van de film hadden het ook: ultieme (creatieve) vrijheid.
Ik ben filmmaker. Dit betekent dat ik in zekere mate vrij ben (of wil zijn) om te maken wat ik wil en hoe ik dat wil. Maar als ik hier mijn brood mee wil verdienen dan blijkt het moeilijk om vrij te blijven. Je maakt een commercieel product en daarbij komt automatisch een beperking van die gewilde vrijheid.
Helaas maak je een film niet alleen. Mensen investeren erin en zo wordt het ook hun film. Of je nou voor een bedrijf, een productiemaatschappij of een artiest aan het werk bent. Als je wilt dat anderen je werk zien en dat je betaald krijgt voor de moeite, dan ben je niet meer vrij.
Als ik een videoclip maak voor een nummer dat ook de titelsong van een film is dan houdt dat in dat de distributeur van de film en het platenlabel samen het budget betalen. Maar het platenlabel en de distributeur verkopen verschillende dingen: het label wil de artiest aan de man brengen en de distributeur de film. Je conceptclip wordt vervolgens gekeurd door de artiest zelf, de manager van de artiest, het label van de artiest, de distributeur, de producent(en) en de regisseur van de desbetreffende film. Opeens is je vrijheid compleet ingeperkt. Je moet concessies gaan doen want iedereen moet tevreden zijn. In veel gevallen kan dat ten koste gaan van je eigen tevredenheid.
Op de Filmacademie leerde ik pas waarom Easy Rider zo’n iconische film is. Niet vanwege de muziek (die geweldig is), de cameravoering (prachtig werk van László Kovács) of omdat het de eerste film van Dennis Hopper was. Maar omdat Easy Rider officieel de eerste ‘independent’ gemaakte film allertijden is. Daarom alleen al was het een ongelofelijk gedurfde en vernieuwende film. Dat alle drugs in de film ook echt door de acteurs genomen werden, maakt het alleen maar nog mooier. Inclusief de LSD dus! Dat is pas vrijheid.
Vóór Easy Rider werden films vooral door studio’s gemaakt. De studio’s deden alles zelf: ze produceerden, lieten het project regisseren door een goedgekeurde regisseur (op het terrein van de studio’s) en distribueerden de films naar hun eigen bioscoopketens. Zo bleef alles in eigen huis en in de ‘Golden Age’ van Hollywood (late jaren twintig tot vroege jaren zestig) ging dit goed. Schrijvers, regisseurs, producenten en acteurs hadden allemaal meerjarige contracten. Maar ze maakten wat hen werd opgedragen.
Soms voel ik me alsof er eigenlijk niets is veranderd sinds die Golden Age. Of ik nou voor het grote of het kleine scherm filmpjes maak. Altijd kijkt iemand over mijn schouder mee en zegt dat iets niet kan of dat het anders moet. Terwijl iedere producent zogenaamd independent is. Het systeem heeft dan een andere naam, maar functioneert in feite hetzelfde.
Wat Easy Rider zo vrij maakte was het feit dat Peter Fonda niet alleen de hoofdrol speelde, maar de film ook had geschreven en geproduceerd. Dat moet ik ook maar gaan doen. Als producent zou ik mijzelf als regisseur dan beschermen zodat ik weer kan maken wat ik wil en hoe ik dat wil.

Teddy Cherim

Geschreven door