Sanne Vogel – 28 maart 2013
Actrice, schrijfster en filmregisseuse Sanne Vogel over haar filmische ervaringen in de bioscoop en het echte leven. Deze maand: nepkak.
Het is zeven uur, zaterdagochtend. Ik zou nu lam uit een kroeg moeten rollen om de rest van de zaterdag in mijn nest te blijven liggen en om vijf uur te ontbijten met een glas prosecco tegen een kater. Maar helaas ben ik geboren als workaholic en moet ik deze zaterdag filmen. Nou, ja helaas. Ik heb mezelf liggen verkneukelen toen ik scriptjes schreef vol vieze poep en ranzigheid voor de twee afleveringen van ‘Bibi’s Beauty Blog’ die we vandaag gaan filmen. Samen met Gigi Ravelli maak ik een klein serietje voor Villa Achterwerk. Gigi speelt Bibi die haar eigen internet Beauty-blog heeft en ik ben Chantal het lelijke buurmeisje waarop ze al haar Beauty-tips uitprobeert. Het voordeel van het lelijke buurmeisjes spelen is dat ik geen make-up op hoef en mijn haar niet hoef te kammen deze vroege ochtend. Het nadeel is dat ik naast een lelijke bril een tweedehands beugel in moet. Die niet past en de hele tijd achter in mijn gehemelte drukt. Ik schuif de beugel in mijn mond terwijl Gigi in een emmer kak roert. ‘Moet het niet dikker?’, vraagt ze, terwijl ze het mengsel van ontbijtkoek en chocomel bekijkt. ‘Misschien moeten we er wat pindakaas bij doen’, zeg ik. Chantal krijgt een masker van koeienstront in haar haren vandaag. Vond ik heel grappig toen ik het schreef, het lijkt soms of ik tijdens het schrijven vergeet dat ik zelf Chantal speel. Gigi staat genietend achter me terwijl ze lomp dikke klodders nepkak op mijn hoofd kwakt. Ik voel de druppels over mijn gezicht druipen, over de bril waardoor ik niks meer zie, mijn kostuum in, ik voel de chocomeldrek over mijn rug lopen, mijn bilnaad in. De beugel drukt tegen mijn gehemelte, ik moet er bijna van kotsen. Mijn broer die camera doet en Charlie onze productieassistent die vanochtend met veel liefde de staafmixer door de kak bewoog, hebben vermakelijke glimlachen van leedvermaak op hun gezichten. Ik kan ze geen ongelijk geven. Terwijl de nepkak in mijn hoofdhuid trekt, is het tijd voor de volgende marteling. Met huidlijm plakken we een plastic lepel op de gevoelige huid onder mijn ogen. Het prikt. Na een paar scènes met kak op mijn hoofd moet de lepel eraf. De lijm blijft iets te goed plakken waardoor de huid onder mijn oog opengetrokken wordt. Dan wast Gigi mijn haar in een emmer, ofwel ze duwt mijn hoofd hardhandig in een emmer waardoor ik kopje onder ga en mijn beugel verlies. Ik vis de beugel uit de emmer, hij is volgeschept met nepkak en ik schuif hem in mijn mond. Dan spuit Gigi me onder met een halve bus wc-verfrisser. Dit waren de opnamen voor de eerste aflevering. Ik heb ze overleefd. Maar we draaien twee afleveringen op een dag. In de volgende aflevering schminkt Gigi mijn oog blauw en tuft ze erop zodat het er mooi glimmend opzit. Dit moet een oneindig aantal keren over omdat we steeds in de lach schieten. Als voor de twaalfde keer Gigi’s speeksel over mijn gezicht druipt, kunnen we eindelijk door naar de volgende scène waarin ze eigeel in mijn wenkbrauw smeert. Maar dan komt de scène waarin Jelle (Tobias Nierop), het broertje van Bibi, het hoofd van Chantal onderspuit met ketchup, nepbloed. Ook Tobias geniet van de mishandeling. Enthousiast spuit hij mijn gezicht onder. Ik voel het branden in mijn huid. Misschien ben ik allergisch. Als alles gedraaid is en ik in de wasbak mijn gezicht was, heb ik vuurrode vlekken in mijn gezicht, rode bultjes, een opengetrokken wal en haar vol klitten en stukjes ontbijtkoek. Mijn broer kijkt me grijnzend aan: ‘Je hebt het zelf bedacht Sanne.’ Ik zucht. Ik had ook gewoon dronken mijn bed in kunnen rollen vanochtend en de hele dag op bed kunnen blijven liggen, om dan om vijf uur te ontbijten met een glas Prosecco.
Sanne Vogel