Redactioneel – 7 juni 2012

Digitalisering. Downloads. VOD. Streaming. P2P. Het zijn de toverwoorden van de filmwereld anno 2012. En de schrikbeelden. De Société des Réalisateurs de Films (de Franse Director’s Guild) vroeg er aandacht voor in een animatiefilmpje dat voorafgaand aan de films van de Quinzaine des Réalisateurs in Cannes werd vertoond. Al die afkortingen en geheimzinnige formules vielen als letterbommen op een filmmaker neer die de filmrol uit zijn camera opgeslorpt zag worden door een computer. De boodschap: auteursrechten, er is niets geregeld.
Ook in Nederland maakt men zich zorgen. Terecht. De nachtmerrie van de muziekwereld is groot. Er werd over geconfereerd in EYE, tijdens de discussiedag ‘De toekomst van de Nederlandse film in de digitale wereld’, georganiseerd door verontruste speelfilmproducenten. En ook tijdens het jaarlijkse Voorjaarsoverleg in het Ketelhuis op 20 juni zal het daar verder over gaan (zie het artikel over VOD).
Maar ook de filmwereld zal de strijd verliezen als het denken over auteursrechten, en alle bijbehorende inverdien- en terugverdienrechten niet grondig op de schop gaat. Natuurlijk is het een heerlijke gedachte dat je tot het einde der dagen nog een paar centen kunt verdienen als je film weer eens op televisie wordt vertoond etc. Maar het Duitse voorbeeld waarin 51 scenarioschrijvers van de serie Tatort hun copyright opeisen toont aan welke absurde vormen dat aan kan nemen. Zijn deze mensen niet gewoon betaald voor hun werk? In Nederland wil bijvoorbeeld de acteursvereniging ACT ook een graantje meepikken uit de thuiskopievergoedingen.
Een filmindustrie die te zwaar leunt op de exploitatie van naburige rechten (door mensen die weinig tot niets meer met het creatieve proces te maken hebben) is niet veel meer dan een piramidespel. Investeringen zijn gebaseerd op fictieve geldstromen. En ondertussen zijn de makers en de (gecriminaliseerde) consumenten de dupe.
Iedereen moet fatsoenlijk betaald worden voor het werk dat hij verricht. Maar in een tijd waarin alles eindeloos vermenigvuldigbaar is, zou je je serieus moeten afvragen of dat werk ook vergoed moet blijven worden op het moment dat het feitelijk voorbij is. Inkomsten die dan nog binnenkomen kunnen beter terugvloeien naar nieuw werk. Dat is een simpel verhaal. Dat snappen consumenten die in andere sectoren zelf werkenden zijn heus wel. Nieuwe betaalmodellen moeten het mogelijk maken dat dat geld ook echt terechtkomt bij de makers en hun nieuwe werk. Want anders volgt de filmwereld het voorbeeld van de banken met hun opties en derivaten. En we hebben gezien waar dat toe leidt.
Dana Linssen