Redactioneel – 30 juni 2011

Daar gingen we dan. We liepen in de Mars der Beschaving van Rotterdam naar Den Haag. Een eindeloze tocht van kunstnomaden. En we waren stil en onder de indruk. Het was lang. We stonden de hele dag in de brandende zon op het Malieveld. Het was warm. Het was groots en ontzagwekkend om deel uit te maken van die woedende woelende oersoep van kunstmonaden. Vele individuen die toch weer een eenheid vormden. De rest van de zomer zitten we met alle cultuurliefhebbers en kunstenaars in donkere (film)zalen onze blaren te koesteren en laten ons vervoeren om te blijven ontdekken, steeds maar weer ontdekken, herontdekken, affirmeren, roepen: Ja! Nee! Hè? En blijven bevestigen waar het ook alweer over ging. Het begon met protesten. Het begon met tegen. Tegen de bezuinigingen. Tegen de hondsdolle politieke termieten die de fundamenten onder onze cultuur aan het wegvreten zijn. Onze cultuur. Ja. De cultuur van de ongelijksoortige grootheden die wij onze beschaving noemen. Die het waard is om voor te vechten. En zo veranderde tegen in voor. De kruisjes op de Facebookprofielfoto’s werden kusjes. Klapzoenen voor kunst. Liefdesverklaringen. Het stopbord voor de weg die de regering is ingeslagen werd een pijl richting andere wegen. Weten we ze al te vinden? We zijn onderweg. De winst is in ieder geval dat er heel veel dingen weer mogen. We mogen weer zeggen dat we van kunst houden. Kunst mag weer onbegrijpelijk, verwarrend, moeilijk en zinloos zijn. Kunst mag weer mooi zijn. We mogen weer denken. We mogen weer zoeken. We moeten over geld praten. Dat is nu eenmaal niet anders. Maar we mogen het ook weer over waarde hebben. En dus mogen we andere soorten valuta munten. Andere grootheden die uitdrukken hoeveel zorg waard is, voor onszelf, en de ander, en de wereld. En die aangeven wat het soortelijk gewicht is van solidariteit, en van kennis, en inzicht, en even stil staan om om je heen te kijken. Naar de ander. Die nomade-monade naast je. Is dit ouderwets? Naïef? Of een droom? Ik heb nooit het idee dat kunst die zoekend is en zich openstelt en blootgeeft ouderwets is. Of naïef. Of een droom. Nee, die kunst kan mooi zijn. Maar vaker vreemd, extatisch, openbarend, confronterend en ongemakkelijk. De winst is dat we daar weer voor mogen zijn. Niet in geld uit te drukken. Maar wel in dat ene moment van kunstzinnige ontroering. Dat een heel leven duurt.
Dana Linssen