Redactioneel – 28 augustus 2014

Illustratie Typex
Lauren Bacall is dood. En nadat ik had bekeken hoe ze Humphrey Bogart van z’n stoel had geblazen in To Have and Have Not werd ik nieuwsgierig naar Michael Curtiz’ Young Man with a Horn (1950), die Mark Cousins deze maand in zijn column beschrijft als de film die Bacall heeft ‘bevrijd’. Het was nog niet zo eenvoudig om die film snel te vinden, maar voordat ik tijd had om te filosoferen over een digitale Alexandrijnse bibliotheek van de cinema en Walter Benjamins ‘Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid’, lukte dat ‘with a little help from my friends’ alsnog. Young Man with a Horn is een vreemd construct. De verfilming van Dorothy Bakers ‘eerste jazzroman’ over het leven van kornettist Bix Beiderbecke is nihilistisch en moralistisch tegelijkertijd. Kirk Douglas (met wie Bacall kortstondig aan de American Academy of Dramatic Arts in New York had gestudeerd) speelt Rick Martin, een verweesd jongetje dat toevlucht zoekt in muziek, en ontdekt dat hij zich alleen daarin kan uiten. Er zijn twee love interests: de door Doris Day helemaal Doris Day-achtig gespeelde zangeres Jo (die ons in háár eerste serieuze rol met haar koele interpretatie van ‘The Very Thought of You’ ook uit onze stoel blaast), en psychologiestudente Amy (Bacall), complex en wispelturig. Natuurlijk valt hij eerst op Amy. Het moralisme komt pas later.
In latere interpretaties van de film wordt vaak gezegd dat Amy lesbisch is — ze vertrekt aan het einde van de film met een vriendin naar Parijs, spreekt over het huwelijk als iets dat ze ‘een keer geprobeerd moet hebben’, en Jo waarschuwt Rick met zoveel woorden. Het was midden in de periode van de Production Code, Hollywoods zelfcensuur, dus die zoveel woorden zijn er alleen voor de wel heel goede verstaander. Maar het is een spannende blik op de film, omdat hij verklaart waarom hij in het middendeel (maar niet daar alleen) soms zo hort en stokt. Alsof de hele film een beetje neurotisch is. Geremd. Zich niet durft uit te spreken.
Deze zomer zag ik in Berlijn een aantal films uit de pre-Code Hollywood. Wat waren die films heerlijk onbekommerd en openhartig. Als oude dametjes die weer helemaal jong worden als ze over seks praten. Een schrandere tiener in mijn gezelschap merkte op dat Hollywood vandaag de dag nog steeds niet is losgekomen van z’n eigen preutsheid.
Young Man with a Horn heeft Bacall bevrijd van de male gaze en haar imago van vroegwijzer teenager fatale. Maar we kunnen het nu pas zien. Het is alsof het shot waarmee ze geïntroduceerd wordt in de film — klassiek Hollywood: via een spiegel waarin ze zichzelf bekijkt, en wij bekijken hoe zij zichzelf bekijkt, etc. — een voorafschaduwing is van alles wat we in haar kunnen blijven zien.
Dana Linssen | twitter @danalinssen