Redactioneel – 27 april 2016
Misschien moeten we ophouden om over film als kunst te denken. De gemiddelde omloopsnelheid van een artfilm is nog maar een paar weken, hoorde ik laatst van een distributeur. Dat is nog korter dan een collectie bij Primark, H&M of Zara geloof ik. En het is nog maar de vraag of hij daarna beschikbaar blijft via een of andere vorm van home-entertainment, nu de filmindustrie het lijkt te hebben opgegeven om te investeren in goede digitale beschikbaarheid van alles wat buiten de mainstream valt. De haute couture van de filmwereld is door de detailhandel van de sector in de ramsj gegooid en tot lagelonenconfectie gedegradeerd.
Gelukkig was deze distributeur niet somber gestemd. Hij zei: "Ik blijf de films die ik belangrijk vind gewoon aankopen. Bovendien, als wij het niet doen, dan doet niemand het."
Het blijft een verwarrende situatie. Nog niet zo heel erg lang geleden waren films alleen maar beschikbaar als ze ergens te zien waren. Legendarisch zijn de verhalen van cinefielen die half Europa doorreisden om ergens een zeldzame kopie te kunnen bekijken. En dat terwijl film van meet af aan een reproduceerbaar medium was.
Naarmate dat reproduceren goedkoper werd ontstond de illusie dat nu alles wel beschikbaar zou komen. Die mogelijkheid werd ervaren als een recht. Misschien is dat wel het verraad van de digitalisering.
Daarom geloof ik ook niet zo in de tendentieuze beweringen als in het rapport van European Observatory on Infringement of Intellectual Property Rights die concludeerden dat een kwart van de Europese jongeren zich ervan bewust is dat ze films en series uit niet-legale bronnen downloaden. Het werd bijna als kwaadwillig gepresenteerd. Maar dit is de generatie die we hebben opgevoed met de gedachte dat informatie voor iedereen toegankelijk moet zijn.
Ik moest daaraan denken door de dood van Prince, die er veel tijd in stak om ervoor te zorgen dat zijn muziek niet gratis of voor te weinig geld digitaal online te verkrijgen was. De spaarzame verwassen YouTube-filmpjes die door de mazen van zijn net waren geglipt zijn nu zo eindeloos gedeeld, dat het lijkt alsof Prince alleen maar die man van dat ene live optreden van Purple Rain is dat nu al 26 miljoen keer and counting bekeken is.
Door schaarste hou je de mythe in stand. Dat is goed voor de uniciteit en voor een deel ook voor de integriteit van de artiest en het kunstwerk. En dat is commercieel dan weer heel aantrekkelijk. Maar het reduceert ze ook.
Distributeurs als bovenstaande zorgen er in ieder geval voor dat films niet alleen maar een speelbal van de markt zijn. En de verrukkelijke paradox is natuurlijk dat wij dat door ons bioscoopbezoek moeten steunen.
Dana Linssen | @danalinssen